Het zintuig smaak heeft voor vogels net zo'n belangrijke functie in hun leven als bij de mens, zo zullen we zien. Waarnemingen dat vogels een smaakzintuig hebben dateren al van de tweede helft van 1800. Echt bewijs aan de hand van proeven en experimenten dateren van veel later.
De smaakzin- de gevoeligheid voor zure, zoete, zoute en bittere stoffen- is waarschijnlijk hetzelfde als bij de mens, hoewel vogels minder smaakpapillen hebben. Een duif bijv. maar 30-60, en de mens 9000. Proeven hebben aangetoond dat vogels wel degelijk verschillen in smaak en smakelijkheid opmerken.
Waarschijnlijk kunnen vogels wel ruiken, maar hoe goed, dat is voor de meeste soorten niet bekend. Bij vogels waarvoor het ruiken nut heeft in het dagelijkse leven, is het in ieder geval goed ontwikkeld. Bijvoorbeeld: Aas etende soorten, zoals sommige gieren, gebruiken hun neus om kadavers te vinden.
Kijken of zien is niet het enige zintuig dat vogels tot hun beschikking hebben. Reuk, gehoor, tast smaak en gevoel zijn andere zintuigen van een vogel.
Vogels kunnen denken, leren en plannen en ze hebben een goed geheugen. Afhankelijk van de soort beschikken ze over een bepaalde mate van zelfbewustzijn en intelligentie. Vogels kennen gevoelens van pijn, empathie, verdriet en plezier.
Lol trappen, fikkie stoken, en communiceren in volzinnen. Niets menselijks is vogels vreemd, laat de Amerikaanse wetenschapsjournaliste Jennifer Ackerman zien in een fascinerend boek. Op zoek naar intelligentie in het dierenrijk heb je zoogdieren en vogels.
Vooral vogelsoorten die bekendstaan als monogaam en intelligent, zoals papegaaien en parkieten, hebben daar last van. Er ontbreekt wetenschappelijk bewijs dat vogels rouw ervaren. Gedrag dat mensen associëren met rouw zou ook andere oorzaken kunnen hebben.
Vogels kunnen geen scheten laten
Vogels, zo blijkt, zijn niet in staat om scheten te laten. In hun darmen vind je niet de gas producerende bacteriën die je bij zoogdieren wel vindt. Daarnaast gaat het voedsel zo rap door hun spijsverteringsstelsel, dat er helemaal geen tijd is om windjes te laten.
Vogels poepen en plassen tegelijkertijd. Ze hebben niet als mensen een aparte urineblaas. Ze lozen alles in 1 keer en dat doen ze via dezelfde uitgang. Vogels hebben een cloaca.
Dat ligt vooral aan het beperkte aanbod van de soort. “Momenteel zijn er problemen met ganzen in de natuur en worden ze bejaagd of gevangen, maar het is niet iets dat altijd in de handel te krijgen is”, aldus Broeckx.
Met deze nieuwe technieken ( Berkhoudt ) weten we inmiddels dat kippen en eenden ongeveer vierhonderd smaakpapillen hebben, de Japanse kwartel er maar zestig heeft, de grijze roodstaart papagaai er minstens drie- tot vierhonderd heeft.
Het wordt niet heel veel gegeten, maar duif is een echte delicatesse. Het heeft een hele andere smaak dan ander gevogelte; het kan omschreven worden als een verfijnde wildsmaak. De Anjou duif wordt op de meest diervriendelijke en duurzame manier gefokt. De duiven worden echt verwend en hebben een zeer goed leven.
Uitdrogingsgevaar is er niet, maar ze kunnen wel opzwellen. Daarom plassen ze veel. Ze hebben een cloaca of een opening achter de anus waar de plas en poep uitkomt. Indien je dus een zeevis in zoet water zet dan zal deze niet overleven.
Hoewel het in veel landen geluk brengt wanneer er een vogel op je poept, heeft het voor auto's minder fortuinlijke gevolgen. Autofabrikant Ford maakt daarom kunstmatige vogelpoep, zodat auto's beter beschermd kunnen worden.
Volwassen konijnen en veel andere knaagdieren, gorilla's en honden eten hun eigen poep of die van een ander op. De poep bevat vitaminen die er in de eerste verteringsronde niet uit gehaald konden worden. Varkens werden in het oude China gebruikt voor klaar-terwijl-u-wacht wc's.
Scheten zijn meestal gezond
Dat scheten soms een enigszins rottende geur hebben hoeft niets te betekenen. Af en toe een wind laten hoort namelijk bij een gezonde werking van het spijsverteringsstelsel en bepaalde voedingsstoffen kunnen ervoor zorgen dat uw winden viezer ruiken.
Het stinken van winden heeft te maken met een geringe hoeveelheid stinkende gassen. Dit zijn vaak zwavelverbindingen (rotte eieren) die vrijkomen bij de afbraak van bepaalde eiwitten. De samenstelling en de geur van het darmgas heeft onder andere te maken met de voeding en de darmflora.
Stinken winden naar rotte eieren, dan komt dat door de vertering van vooral dierlijke eiwitten afkomstig uit vlees, kip of vis. Omdat plantaardige voeding moeilijker te verteren is laten vegetariërs meer winden dan vleeseters. Hun winden stinken echter minder.
Tranen worden meestal gezien als een menselijk fenomeen, als een onderdeel van ons complexe emotionele leven. Maar tranen zijn niet alleen om te huilen. Alle gewervelde dieren, zelfs reptielen en vogels, hebben tranen. Ze zijn van groot belang voor een goed gezichtsvermogen.
“Vogels hebben een heel emotioneel repertoire: ze kunnen ook kwaad worden of enorm angstig zijn. Dat is voor ons soms wat moeilijk te zien, omdat ze geen echte gezichtsuitdrukkingen hebben, zoals wij primaten. Maar de emoties zijn er wel.
De vogels hebben aan menig wetenschappelijk onderzoek deelgenomen en verrasten vriend en vijand. Onder meer door te laten zien dat ze een fabelachtig geheugen hebben. De dieren kunnen honderden beelden opslaan en zijn zelfs enkele jaren nadat ze de beelden voor het laatst zagen in staat om ze te herkennen.
Wilde kraaien herkennen gezichten en kunnen jarenlang een wrok houden jegens iemand die hen slecht heeft behandeld. Dat blijkt uit onderzoek. Het bewijst hoe zorgvuldig kraaien mensen in de gaten houden. Volgens de wetenschappers is het mogelijk dat ook andere wilde dieren ons zorgvuldig observeren.
Lang is gedacht dat slechts enkele dieren, met name zoogdieren, slim zijn, maar nieuw onderzoek bewijst dat bijvoorbeeld ook vogels intelligent zijn. Uit de resultaten blijkt dat deze dieren veel slimmer zijn dan wetenschappers dachten. Onderzoek naar vogels is relatief nieuw in de wetenschap.
In de ogen van vogels zit de stof chryptochroom, die hen in staat stelt het magnetisch veld van de aarde te 'zien'. Daarnaast baseren trekvogels zich op bakens in het landschap, die vanuit de lucht heel duidelijk zijn: kustlijnen, rivieren, kanalen, en zelfs snelwegen.
Met hun pootjes vol bacteriën wandelen ze namelijk net zo lief over jouw ontbijt heen. Bovendien poepen en plassen ze ook nog eens overal waar ze landen.