Als u samenwoont, maar niet getrouwd bent en ook geen verklaring van wettelijke samenwoning afgelegd hebt, vormen u en uw partner een feitelijk gezin. In dat geval wordt u ieder afzonderlijk belast op uw eigen inkomsten en moet u ieder afzonderlijk een aangifte indienen.
- Een generatiegezin: ouders en kinderen leven in een groter gezinsverband met bijv. grootouders, ooms en tantes,…
Definities die `gezinslid` bevatten:
Familielid = 1) Aanverwant 2) Bloedverwant 3) Broer 4) gezinslid 5) Grootmama 6) Halfzuster 7) Iemand die ons na staat 8) Maag 9) Moeder 10) Naastbestaande 11) Schoonzus 12) Stiefbroer 13) Verwant 14) Verwante 15) Zus...
De mensen die een huishouden vormen, zijn een 'gezin'. Alle aanverwanten bij elkaar zijn de 'familie' (ze kunnen over de hele wereld wonen).
Half open/ half gesloten gezin. Dit gezin staat open voor relaties buiten het gezin. Kinderen krijgen alle vrijheid om-om te gaan met kinderen waarmee hij wil omgaan. Denk aan kinderen die blijven spelen en door lid te worden door van een sportvereniging.
De kenmerken van een los zand relatie
In het algemeen kun je zeggen dat de partners teveel hun eigen gang gaan. Dat speelt op twee vlakken: Ze gunnen elkaar geen inkijkje in hun gevoelsleven. Ze nemen eigenhandig belangrijke besluiten.
Je bent gezinshoofd als je samenwoont met een of meerdere gezinsleden die geen eigen inkomsten hebben. Je bent alleenstaande als daadwerkelijk alleen woont. Je bent samenwonende als je geen gezinshoofd en geen alleenstaande bent.
Eerstegraads familieleden: partner, ouders (ook adoptie- en stiefouders), schoonouders, kinderen (ook adoptie- en stiefkinderen), schoondochters- en schoonzonen. Tweedegraads familieleden: broers, zussen, kleinkinderen, opa's, oma's, schoonzussen, zwagers, stiefzussen, stiefbroers.
Familie is de groep personen waarmee men direct of indirect door middel van één of meer ouder-kindrelaties is verbonden.
Het gezin is bedoeld om Gods kinderen in rechtschapenheid te laten leren en groeien. Het huwelijk tussen man en vrouw is ook van Godswege geboden. Man en vrouw hebben de heilige taak om van elkaar en van hun kinderen te houden, en voor elkaar en hun kinderen te zorgen.
Kenmerken. Wanneer er te veel van een jeugdige gevraagd wordt en de jeugdige daar te weinig voor terugkrijgt van zijn ouders, kan in extreme gevallen sprake zijn van parentificatie. Parentificatie wil zeggen dat een jeugdige langdurig de rol van ouder op zich neemt met de bijbehorende taken en verantwoordelijkheden.
Autoritatieve opvoeding is een opvoedingsstijl waarbij ouders zowel responsief als veeleisend zijn. Ouders zijn erg betrokken door te helpen bij het oplossen van problemen en er wordt veel aandacht besteed aan de gevoelens van het kind. Bij het straffen van het kind wordt er uitleg gegeven zodat hiervan kan leren.
Voorbeelden van opvoedingsmiddelen zijn: belonen, gebieden en verbieden, straffen en allerlei middelen om de zelfstandigheid te bevorderen. Bij belonen gaat het niet om grote cadeau's. Een compliment, schouderklopje of knipoog is vaak al voldoende.
Het woord gezin is bezig te verouderen. Veelal bezigt men, evenals de Duitsers, de Engelsen en de Fransen het woord familie, family, familie, ontleend aan het Latijnse familia, dat verwant is met famulus: bediende. Dit is op merkwaardige wijze in overeenstemming met het woord gezin.
Familie als het geheel van personen met wie een bepaald persoon verbonden is door wettelijke samenwoning, huwelijk, verwantschap en aanverwantschap.
Dat is niet vreemd want het woord ''stief'' betekent oorspronkelijk 'beroofd van de bloedband/ iets missend'. Dat klinkt niet echt positief, toch is ''stief'' de term die we het meest gebruiken als onze ouder een nieuwe partner krijgt.
Een stiefouder of plusouder is de echtgenoot, echtgenote of partner van een van iemands ouders op grond van een later huwelijk van die ouder. Stief betekent oorspronkelijk 'beroofd van de bloedband', 'iets missend'. Kinderen uit het eerste huwelijk zijn voor de stiefouder dus stiefkinderen.
Schoonouders/schoonvader/schoonmoeder: de ouders van man of vrouw (= aanverwant). Schoonzoon/schoondochter: de man of vrouw van zoon of dochter (= aanverwant). Zwager/schoonzus: de man of vrouw van broer of zus en de broer of zus van man of vrouw (= aanverwant).