Wereldwijd gaan er jaarlijks 100.000 zeezoogdieren en minstens 1 miljoen zeevogels dood door het afval wat in de zeeën en oceanen is beland. Ruim 8 miljoen ton verdwijnt per jaar in het water en staat inmiddels bekend als de '
Het trekt ongedierte aan en het opruimen kost de overheid ruim 300 miljoen euro per jaar. Bovendien is zwerfvuil slecht voor natuur, dier en mens: het kan de bodem vervuilen en dieren eten het op of raken er in verstrikt.
Verbranding van afval veroorzaakt een grote CO2-uitstoot en verlies van grondstoffen, maar compenseert door de energieterugwinning: het levert elektriciteit en warmte op.
Waarom is minder afval beter voor het milieu? Zodra iets huishoudelijk afval is, wordt het zoveel mogelijk gerecycled of gecomposteerd. Als dat niet mogelijk is, wordt het verbrand. Dit heeft allemaal een impact op het milieu doordat stoffen vrijkomen en veel grondstoffen verloren gaan.
Zwerfafval op land en in water heeft negatieve gevolgen voor de leefbaarheid en het milieu. Het vervuilt en trekt ongedierte aan.Daarnaast eten dieren het afval op of raken erin verstrikt. Veel afval belandt ook in zee.
Vooral plastic heeft een groot schadelijk effect doordat plastic verbrokkelt in kleine deeltjes, ook wel microplastic genoemd. Het microplastic beland in onze rivieren en zeeën en wordt gegeten door vissen, schelpdieren en andere creaties waardoor het uiteindelijk via de voedselketen weer ons op bord belandt.
En voor het verbouwen van veevoer wordt vaak oerwoud gekapt. Daarnaast zorgen dieren voor veel uitstoot van broeikasgassen door scheten, boeren en mest. Ook dranken als frisdrank en alcohol en bewerkte producten zoals gebak en snacks zijn belastend voor het milieu.
Hoe meer afval er wordt weggegooid, hoe meer er ook zal moeten worden afgebroken.Dit proces kost veel energie en veroorzaakt een schadelijke uitstoot voor het milieu. Daarom is duurzaam omgaan met afval erg belangrijk om een positieve bijdrage aan onze wereld te leveren.
- Samengevat, het toevoegen van afval aan het milieu kan leiden tot vervuiling en het verstoren van de ecologische balans . Biologisch afbreekbaar afval kan worden beheerd door natuurlijke processen, terwijl niet-biologisch afbreekbaar afval zorgvuldige verwijdering en beheer vereist om de schadelijke effecten ervan te beperken.
Voordelen afval scheiden
Dat bespaart nieuwe grondstoffen, energie en geld. Recyclen kost meestal (veel) minder energie dan het winnen van nieuwe grondstoffen en het maken van nieuwe materialen. De kwaliteit van gerecyclede materialen is meestal net zo goed als die van een nieuwe grondstof.
Afvalverbrandingsinstallaties stoten veel CO2 uit. De drie grootste afvalverbranders komen zelfs voor in de top-10 van Nederlandse bedrijven die het meeste CO2 uitstoten: Attero, AVR en HVC stoten elk ongeveer 1,5 miljoen ton CO2 per jaar uit (Groene Amsterdammer 2017).
Zwerfafval heeft gevolgen voor de natuur in jouw buurt. Wanneer mensen niet bezig zijn met het juist deponeren van hun afval, kunnen planten in de natuur gaan woekeren. Ook trekt afval veel ongedierte aan, waardoor de natuur in jouw buurt nog meer beschadigd.
Het is een noodzakelijke aanvulling binnen een circulaire economie voor de afvalstoffen die niet hergebruikt of gerecycled kunnen worden. Hoewel afvalverbranding energie en warmte levert, zorgt het ook voor de verbranding van belangrijke grondstoffen.
De beste manier om afval te verminderen is om het in de eerste plaats niet te produceren. Dus, hergebruik items waar mogelijk. Bijvoorbeeld, in plaats van plastic flessen water te kopen, gebruik een herbruikbare fles en vul deze thuis of bij een gratis drinkwaterkraan. Als je gaat winkelen, neem dan je eigen herbruikbare boodschappentassen mee.
Vooral zeevogels, vissen, kreeftachtigen en zoogdieren hebben er last van. Ook zij raken verstrikt in plastic en slikken plastic afval in. Verstrikking en verstikking leiden tot ernstige verwondingen en veel dieren overleven het niet. Jaarlijks kost het meer dan 1 miljoen 'zeedieren' het leven.
Vogels, vissen en andere dieren kunnen verhongeren als zij kunststofafval inslikken. Dit gebeurt als de magen van de dieren verstopt raken door het afval. Dieren kunnen verstrikt raken in grotere stukken afval en stikken. Dit gebeurt bijvoorbeeld in losgeslagen netten.
Recycling verwijst naar een milieuvriendelijk afvalbeheersysteem dat het milieu beschermt en het welzijn van de gemeenschap veiligstelt . Materialen zoals plastic, papier, glas en aluminium kunnen worden gerecycled en keer op keer worden hergebruikt.
Bijvoorbeeld als zeevogels plastic afval eten dat op voedsel lijkt. Ook kleine plastic deeltjes (ook wel microplastics genoemd) kunnen negatieve effecten in het milieu hebben. Waterdiertjes en algen, maar ook planten en grotere dieren zoals vissen kunnen er last van hebben.
De energiesector is veruit de grootste bron van CO2-uitstoot wereldwijd. Het verbranden van fossiele brandstoffen zoals steenkool, olie en aardgas voor de opwekking van elektriciteit is een van de belangrijkste oorzaken van deze uitstoot.
Het VN-systeem heeft internationale kaders aangenomen voor milieuvraagstukken op drie belangrijke gebieden, die zijn gecodeerd als de "drievoudige planetaire crises": klimaatverandering, vervuiling en verlies aan biodiversiteit .
Fijnstof, ozon en stikstofdioxide zijn de belangrijkste vervuilende stoffen. Deze stoffen komen overal in Nederland voor, maar de hoeveelheid verschilt van plek tot plek. Ozon ontstaat onder invloed van zonlicht, vooral als er veel ultraviolette straling (UV-straling) is.
Het gebruik van fossiele brandstoffen, grootschalige houtkap en de veeteelt beïnvloeden steeds meer het klimaat en de temperatuur van de aarde. Hierdoor komen onnatuurlijk grote hoeveelheden broeikasgassen in de atmosfeer, wat het broeikaseffect versterkt en de opwarming van de aarde versnelt.
Plastic maakt niet alleen een vuilnisbelt van de kusten, maar schaadt ook de levensomgeving van zeedieren. Dieren raken verstrikt in grotere stukken plastic, en verwarren kleinere stukjes voor voedsel. Het inslikken van plastic deeltjes kan de vertering van voeding verhinderen.
Fossiele brandstoffen – steenkool, olie en gas – leveren veruit de grootste bijdrage aan de wereldwijde klimaatverandering. Ze zijn verantwoordelijk voor meer dan 75 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen en bijna 90 procent van alle koolstofdioxide-uitstoot.