onbepaalde bijwoorden: ergens, nergens, nooit, altijd.
Bijwoord. ▸ De meeste gezichten had ik nog nooit gezien.
nooit ( bijwoord ) oneindig (bijvoeglijk naamwoord) nooit-nooit-land (zelfstandig naamwoord)
Het is geen onbepaald zelfstandig naamwoord want het verwijst niet naar iets, zoals bijvoorbeeld 'de man heeft een snor'. Hier is 'snor' een onbepaald zelfstandig naamwoord omdat het niet naar een specifieke snor verwijst en wordt voorafgegaan door een onbepaald lidwoord.
Onbepaalde bijwoorden: nooit, nergens, ergens, altijd.
Zowel "always" als "never" zijn bijwoorden . Always wordt meestal in het midden van de zin gebruikt, vóór het woord dat het modificeert.
De volgende woordsoorten worden onderscheiden: werkwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, voornaamwoorden, bijwoorden, lidwoorden, telwoorden, voegwoorden, voorzetsels en tussenwerpsels.
Eigenlijk zijn de telwoorden uit deze beide rijen vanaf miljoen zelfstandige naamwoorden. Er wordt namelijk meestal één voor gezet. Woorden als: nul, geen, paar, beide, dozijn, gros worden ook tot de (bepaalde) hoofdtelwoorden gerekend, omdat ze aan het aantal van 0, 2, 12 of 144 worden gekoppeld.
Als de spreker verwijst naar een enkelvoudig object, dan krijgt "none" een enkelvoudig werkwoord . Als de spreker verwijst naar meerdere objecten in een zin, dan krijgt "none" een meervoudig werkwoord. Als een simpele regel, als "none" kan worden vervangen door "not any" in een zin, zal het waarschijnlijker een meervoudig werkwoord krijgen.
Niet wordt gebruikt om het gezegde van een zin of een hele zin te ontkennen. Geen wordt gebruikt om een onbepaald zelfstandig naamwoord te ontkennen. In een aantal gevallen is zowel geen als niet mogelijk, omdat de ontkenning zowel op het zelfstandig naamwoord als op het gezegde of de hele zin kan slaan.
Bijwoorden van frequentie
Bijwoorden van onbepaalde frequentie (bijv. "altijd", "soms", "nooit") geven een idee van hoe vaak iets voorkomt, maar ze geven geen exact tijdsbestek. Bijwoorden van onbepaalde frequentie worden meestal voor het hoofdwerkwoord geplaatst.
Mamihlapinatapai (ook wel gespeld als mamihlapinatapei) is een woord dat afkomstig is uit het Yaghan, een taal die gesproken werd op Vuurland. Het wordt beschouwd als een van de moeilijkste woorden om te vertalen.
in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis): nooit ≠ aldoor, altijd, chronisch, constant, continu, eens, herhaaldelijk, immer, onafgebroken, ooit, permanent, steeds, telkens, voortdurend.
op geen enkel moment. 1) Bijwoord 2) Bijwoord van tijd 3) Geen keer 4) Geenszins 5) In geen geval 6) In het verleden noch in de toekomst 7) Met sint juttemis 8) Niet eens 9) Nimmer 10) Nimmerm...
Andere vormen: nevers. Het bijwoord never betekent "op geen enkel moment" of "helemaal niet". Als je nooit een Monopoly-spel tegen je broer gaat winnen, zul je hem ook niet verslaan volgende week, volgend jaar of als jullie allebei 80 jaar oud zijn. Iets dat nooit gebeurt, is nooit gebeurd in het verleden en zal ook nooit gebeuren in de toekomst.
Antwoord en uitleg:
Nooit is een bijwoord . Nogmaals, een bijwoord is transformeert een ander bijwoord, bijvoeglijk naamwoord of werkwoord. Nooit betekent niet gebeuren.
Een werkwoord is een woord dat aangeeft wat iets of iemand doet. 'Spelen', 'lopen', 'rijden' en 'knutselen' zijn voorbeelden van werkwoorden. 'Twijfelen', 'hebben' en 'beheersen' zijn ook werkwoorden, maar geven minder duidelijk een activiteit aan.
Geen van mijn vrienden gaat vanavond naar de wedstrijd kijken. In dit geval geeft none "not any" van een meervoudige groep "friends" weer. Hier informeert het object van het voorzetsel (friends) het aantal van zowel het collectieve zelfstandig naamwoord (none) als het werkwoord.
Het zelfstandig werkwoord (ZWW)
Wanneer een werkwoord in een zin de handeling aangeeft, dan is dat werkwoord een zelfstandig werkwoord. Het zelfstandig werkwoord is dus het belangrijkste werkwoord. Er staat altijd maar één zelfstandig werkwoord in een zin. (Vaak is het 't laatste werkwoord van de zin).
Onbepaald: een, geen
de en het ('t) zijn bepaalde lidwoorden, een ('n) en geen noemen we onbepaald.
We onderscheiden hoofdtelwoorden en rangtelwoorden. Hoofdtelwoorden noemen een aantal: een, twee, drie, vier, vijf enzovoort.Rangtelwoorden noemen een nummer in een reeks: eerste, tweede, derde, vierde, vijfde enzovoort. We maken ook een onderscheid tussen bepaalde en onbepaalde telwoorden.
Na een voorzetsel volgt altijd een niet-onderwerpsvorm van het persoonlijk voornaamwoord. Onderwerpsvormen zijn ik, jij/je, hij, zij/ze, het, wij/we, jullie en zij/ze.
onbepaalde bijwoorden: ergens, nergens, nooit, altijd.
Telwoorden zijn woorden die het aantal of (rang)nummer van iets aangeven. Er zijn twee soorten telwoorden: hoofdtelwoorden en rangtelwoorden. Beide soorten komen in bepaalde en in onbepaalde vorm voor.
Het woord ene staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.