U kunt bijvoorbeeld een ontsteking oplopen van een ader waar een infuus in zit of een infectie van de urinewegen. Dat zijn kleine, vervelende complicaties. U kunt ook een wat ernstiger complicatie krijgen, zoals een longontsteking, een wondinfectie of een littekenbreuk. Deze complicaties komen bijna niet voor.
Mogelijke complicaties na iedere operatieve ingreep
drukneuropathie. jodium verbranding. allergie voor medicatie. urineretentie.
Als er liquor weglekt, kan dat leiden tot zware hoofdpijn. Bij grote uitzondering kan door het knappen van een hersenzenuw een intracraniële bloeding of en bloeding in het wervelkanaal ontstaan.
Anesthesie is tegenwoordig zeer veilig en wordt zelfs door oude patiënten en patiënten met meerdere aandoeningen goed verdragen. Maar direct na een narcose is de patiënt niet meteen “de oude”. Bij het bijkomen uit de anesthesie zien we soms onrust, labiele emoties en prikkelbaarheid.
Het risico dat men overlijdt ten gevolge van de anesthesie is uiterst klein en hangt eerder samen met de algemene gezondheidstoestand van de patient, de aard van de chirurgie en eventuele complicaties die zich tijdens de operatie voordoen.
Ademhaling. Soms is het nodig om uw ademhaling tijdens de ingreep over te kunnen nemen. Daarom plaatsen we vaak voordat de operatie begint een beademingsbuis (plastic buisje) in uw keel. Dit gebeurt als u onder narcose bent.
Waarom is het zo koud op de OK? Bacteriën houden niet van lage temperaturen. Daarom is de temperatuur op de OK ongeveer 17 graden. Dat kan best koud zijn als u stil op de operatiekamer ligt.
Wij vragen u • geen nagellak en/of make-up te gebruiken omdat anders de controle- apparatuur niet werkt. De anesthesist ziet namelijk aan de natuurlijke kleur van uw huid en nagels hoe uw lichame- lijke conditie is.
ALS begint vaak met zwakke spieren in uw armen of benen. Het kan ook beginnen met problemen met slikken of praten. De eerste klachten zijn meestal niet zo duidelijk: U bent wat onhandig: u struikelt bijvoorbeeld vaker of u kunt knoopjes niet meer goed dichtmaken.
Deze zenuwcellen zijn nodig om te bewegen. Doordat de zenuwcellen worden aangetast, werken de spieren onvoldoende of zelfs helemaal niet meer. Jaarlijks krijgen 400 à 500 Nederlanders de diagnose ALS. De gemiddelde levensverwachting is drie jaar na de eerste symptomen.
ALS komt alleen voor bij volwassenen, iets vaker bij mannen dan bij vrouwen. Jaarlijks krijgen zo'n 500 mensen in Nederland de diagnose ALS te horen. In totaal zijn er in Nederland ongeveer 1500 mensen met ALS.
PPC staat voor postoperatieve pulmonale complicaties, oftewel longcomplicaties die na een operatie optreden. Dit betreft onder andere problemen met het ophoesten van slijm, longontsteking, afwezige of gebrekkige ontplooiing van longblaasjes (atelectase), onvoldoende gaswisseling in de longen en verslikken.
U krijgt een deken, want op de operatiekamer is de omgevingstemperatuur bewust laag (18 tot 20 graden) om de kans op infecties te verkleinen. Als u een plaatselijke verdoving krijgt (bijvoorbeeld een ruggenprik), dan komt de anesthesioloog deze eventueel al op de holding prikken.
In de meeste Nederlandse ziekenhuizen omvat zo'n complex 5-8 operatiekamers met ongeveer evenveel verkoeverkamerbedden. In de grote centra kan het aantal operatiekamers oplopen tot zo'n 20-25 operatiekamers.
Bij een operatie gebruiken chirurgen tientallen apparaten: tangen, klemmen, scalpels enzovoort. Die moeten voor een operatie worden gesteriliseerd, en tijdens de operatie houdt een assistent in de gaten wat wanneer gebruikt wordt. Daarvoor is het belangrijk dat het aantal instrumenten wordt geteld.
De apparatuur die je in slaap houdt kan slecht functioneren. De anesthesist heeft tijd nodig om uit te zoeken wat er mis loopt. Tijdens het oplossen van een probleem met het anesthesietoestel zou je kunnen wakker worden.
Een narcose: je lichaam werkt door, maar op een laag pitje. Een narcose: je lichaam werkt door, maar op een laag pitje. Je hersenactiviteit is laag, je kunt je niet bewegen, niet slikken en meestal niet zelf ademhalen. Je krijgt niets mee van wat er in de operatiekamer gebeurt.
Een totaal spinaal blok
Dit is een zeer zeldzame complicatie. Bij een totaal spinaal blok verdooft de verdovingsvloeistof ook het bovenste gedeelte van het lichaam. Zelf ademen is niet mogelijk en de anesthesioloog zal u narcose moeten geven om u te kunnen beademen.
Deze kans is heel erg klein, ongeveer 1 persoon van de 100.000 patiënten die geopereerd wordenkomt tijdens de operatie te overlijden.
Uit gesprekken met proefpersonen na afloop van het experiment bleek bovendien dat zij vrijwel allemaal gedroomd hadden terwijl ze onder narcose waren. En die dromen bleken soms vermengd te zijn met de realiteit.
Door verwijding van de interne sluitspier en prostaat kan een van tevoren al minder functionerende sluitspier in de problemen komen en urine doorlaten. Ook kan de sluitspier beschadigd raken. U kunt in de eerste fase na de operatie een verhoogde aandrang voelen. U kunt deze dan moeilijk uitstellen.
Het tijdens een operatie bij bewustzijn komen en je dit later herinneren, wordt awareness genoemd. Dit komt zelden voor, in minder dan een half procent van alle narcoses. De anesthesioloog bewaakt de diepte van de narcose en kan zo nodig bijsturen om te voorkomen dat iemand wakker wordt tijdens de operatie.
Overlijden. De kans op overlijden is erg klein en hangt vooral samen met uw gezondheidstoestand en de eventuele complicaties tijdens de ingreep. Dit risico wordt geschat als 1 op 400.000 ingrepen.