De ozb bestaat uit een belasting voor de eigenaar en een belasting voor de gebruiker van een opstal, waarbij verschil gemaakt wordt tussen woningen en niet-woningen. Sinds 2006 is de gebruikersbelasting voor woningen komen te vervallen. Voor niet-woningen, zoals bedrijfspanden, geldt de gebruikersbelasting nog wel.
Gebruik WOZ-waarde voor belastingen
Gemeenten gebruiken de WOZ-waarde voor de onroerendezaakbelasting (OZB) en soms de rioolheffing. De Belastingdienst gebruikt de WOZ-waarde voor de inkomstenbelasting (het eigen woningforfait), de vennootschapsbelasting, de schenkbelasting, de erfbelasting en de verhuurderheffing.
Bent u op 1 januari gebruiker of huurder van een onroerende zaak die geen woning is, dan betaalt u het gebruikersdeel onroerendezaakbelasting. Het is dus mogelijk dat u twee aanslagen onroerendezaakbelasting betaalt, namelijk als eigenaar en als gebruiker van een niet-woning.
Wat zijn de voorwaarden voor het heffen van OZB? De aanslag OZB wordt berekend naar het door de gemeenteraad vastgestelde promillage van de WOZ-waarde. De gemeente bepaalt jaarlijks een nieuwe WOZ-waarde van de woning of niet-woning. De waarde van een woning wordt met modelmatige berekeningen bepaald.
Gemeenten bepalen de waarde van onroerende zaken (WOZ-waarde) door een taxatie. Hierbij gaat de gemeente uit van het bedrag dat de onroerende zaak zou moeten opbrengen op 1 januari van het vorige jaar. Dit is de waardepeildatum.
Heeft grond waarop geen gebouw staat of waarop nog gebouwd wordt ook een WOZ-waarde? Ja. Ook grond waarop nog gebouwd kan worden, zoals braakliggende grond of een bouwterrein heeft een WOZ-waarde.
Gebruikersbelasting. Het ozb gebruikersdeel is een belasting die wordt geheven aan niet alleen de eigenaars, maar ook de gebruikers van niet-woningen. Je bent belastingplichtig zodra je iets bezit of huurt dat geen woning is óf geen woondoel heeft. Vanzelfsprekend voldoet een bedrijfspand aan deze omschrijving.
Huurders van woningen betalen geen onroerendezaakbelasting maar krijgen huurverlaging. Als u huurder van een woning bent, heeft u niets te maken met de onroerendezaakbelasting. Wel heeft u nog steeds voordeel bij het verlagen van de WOZ-waarde, omdat uw maximale huurprijs dan moet worden verlaagd.
Heeft u een (vakantie)huis of appartement in Nederland? Dan betaalt u jaarlijks onroerendezaakbelasting (OZB). Uw gemeente bepaalt het tarief. Huurders betalen geen OZB.
De ozb is alleen voor de woningbezitter, dus de verhuurder. Huurders hoeven deze belasting sinds 2006 niet meer te betalen. De rest van de belastingen mag de verhuurder allemaal doorberekenen aan de huurder. Het gaat om het rioolrecht, de afvalstoffenheffing, verontreiningsheffing en ingezetenenomslag.
Naast huur, energie, water en soms servicekosten betalen huurders ook lokale belastingen. Afvalstoffenheffing, waterschapsbelasting, en in een aantal gemeenten rioolheffing.
“Heel kort door de bocht wordt de taxatiewaarde (ook wel marktwaarde) bepaald door een taxateur en de WOZ-waarde door de gemeente”, aldus Van Overbeek Makelaars. De WOZ-waarde wordt gebruikt voor het bepalen van de hoogte van de gemeentelijke heffingen en belastingen.
Gaat de notaris alle zakelijke lasten verrekenen? Nee, de notaris verrekent alleen de eigenarenlasten zoals de OZB, rioolheffing, waterschapslasten (tarief gebouwd) en eventuele wegenheffing.
Atlas van de lokale lasten 2019
Een meerpersoonshuishouden met een koopwoning betaalt gemiddeld 1.264 euro aan gemeente (740 euro), provincie (185 euro) en waterschap (339 euro). De duurste plek om te wonen is Bloemendaal (2.051 euro); de goedkoopste Gilze en Rijen (995 euro).
Verschillende typen gemeentelijke belastingen
Voorbeelden van algemene belastingen zijn de onroerendezaakbelasting (OZB), de parkeerbelasting en de hondenbelasting. De heffingen heten ook wel rechten, tarieven of leges. De gemeente mag niet meer heffen dan de begrote kosten die gedekt worden met de heffing.
We zijn verplicht om de WOZ-waarde op uw aanslagbiljet te vermelden. De reden hiervoor is dat deze van invloed kan zijn op uw huurprijs. Dit geldt alleen bij een sociale huurwoning. Bij een huurwoning in de vrije sector heeft de WOZ-waarde geen invloed.
Antwoord. Gemeenten zijn verplicht om huurders van sociale (niet-geliberaliseerde) woningen te informeren over de WOZ-waarde van hun woning. Omdat gemeenten niet kunnen weten welke woningen geliberaliseerd verhuurd worden, krijgen álle huurders een WOZ-beschikking.
Huurder krijgen sinds belastingjaar 2016 ook een WOZ beschikking. Sinds 1 oktober 2015 heeft de overheid bepaald dat ook huurders van woningen een WOZ beschikking krijgen.
De onroerendezaakbelasting (ozb), die gekoppeld is aan de WOZ-waarde van een woning en dus aan de huizenprijzen, stijgt gemiddeld met 4,4 procent. De rioolheffing stijgt met 2,9 procent, en de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gaan met 4 procent omhoog.
Wie ontvangt een WOZ-beschikking? Zowel eigenaren als gebruikers, bijvoorbeeld huurders, van een woning of bedrijfspand ontvangen een WOZ-beschikking. Zij hebben belang bij de beschikking want diverse belastingen zijn op de WOZ-waarde gebaseerd.
De Gebruiksoppervlakte is de oppervlakte in uw woning (het aantal vierkante meters) dat gebruikt kan worden om te wonen. Hierbij moet de stahoogte minimaal 1,5 meter zijn. Aangebouwde delen die dicht zijn (zoals een garage, berging, erker, aanbouw of dakkapel) horen ook bij de Gebruiksoppervlakte.
Niet-woningen zijn panden die niet of slechts voor een deel voor woondoeleinden worden gebruikt. Denk aan kantoren, winkels en bedrijfspanden, maar ook aan industrie, energiecentrales, agrarische objecten, ziekenhuizen, scholen en hotels.
Concluderend kunnen we dus stellen dat de WOZ-waarde geen invloed heeft op de verkoopwaarde van jouw woning. De uiteindelijke verkoopprijs is naast feiten ook zeker afhankelijk van sfeer, woningconcurrentie, inrichting en emotie.
Lagere hypotheekrente.
Dan betaal je vaak een renteopslag, die bepaald wordt door de verhouding tussen de marktwaarde van de woning en de hoogte van de hypotheek (risicoklasse). Als je WOZ-waarde is gestegen, dan val je mogelijk in een lagere risicoklasse en kun je een lagere hypotheekrente krijgen.