Een schoolverzekering is een niet-verplichte verzekering die schade dekt die zich tijdens een schoolactiviteit of nevenactiviteit van een school voordoet. De schoolverzekering bestaat uit twee onderdelen met name de verzekering burgerlijke aansprakelijkheid en de verzekering lichamelijke ongevallen.
Elke school is zelf verantwoordelijk voor de veiligheid van leerlingen en medewerkers. Aansprakelijkheid van de school is alleen van toepassing als er sprake is van nalatigheid. Schade wordt meestal verhaald op degene die de schade heeft veroorzaakt.
Als er schade is, dan kunt u een persoon of de school aansprakelijk stellen. U kunt door middel van een aangetekende brief schriftelijk aansprakelijk stellen. In de brief vermeldt u in ieder geval uw persoonlijke gegevens en die van uw kind, wat de omvang van de schade is en hoe deze schade is ontstaan.
Passend onderwijs legt een zorgplicht bij scholen. Dat betekent dat scholen ervoor verantwoordelijk zijn om alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een goede onderwijsplek te bieden. Hiervoor werken reguliere en speciale scholen samen in samenwerkingsverbanden.
De wetgever legt primair de verantwoordelijkheid voor het onrechtmatig doen en laten van de leerlingen niet bij de school, maar – afhankelijk van de leeftijd – bij de leerling of diens ouders respectievelijk wettelijke vertegenwoordigers. Ook als de schade op school of onder schooltijd is veroorzaakt.
De aansprakelijkheidsverzekering dekt bijna alle schade die wordt veroorzaakt aan derden. Hierbij zijn de verzekeringsnemer en zijn of haar gezinsleden meeverzekerd. Dat geldt dus ook voor de kinderen.
Ouders, leerlingen en personeelsleden van een school kunnen een klacht indienen bij de klachtencommissie. De commissie moet een klacht vertrouwelijk behandelen en moet binnen 4 weken reageren. Op basis van het advies van de klachtencommissie kan het schoolbestuur maatregelen nemen.
Net zo goed als dat u niet van iedere verantwoordelijkheid bent ontheven als een leerling na de laatste bel nog een half uur op school blijft rondhangen. Zelf hanteer ik deze regel: 'Zodra de kinderen onder uw toezicht staan, kunt u aansprakelijk zijn voor schade die het kind of uw medewerker oploopt.
Een schoolplein behoort bij het schoolgebouw. De werkgever is hiervoor verantwoordelijk. Steeds meer schoolpleinen worden ook als openbare speelruimte gebruikt.
Passend onderwijs betekent dat alle kinderen een plek krijgen op een school die past ze past. Ook als zij extra ondersteuning nodig hebben. Daarvoor werken scholen in een regio of stad samen in een samenwerkingsverband. De ondersteuning die een school biedt staat in het ondersteuningsprofiel van de school.
Iedere school is verplicht om voor- en naschoolse opvang aan te bieden, als ouders daarom vragen. Meestal geven scholen dit uit handen en wordt de buitenschoolse opvang geregeld door een kinderopvangorganisatie.
Leerkrachten of directieleden mogen iets dat in je schooltas of broekzak zit op te vragen als ze vinden dat je de les stoort. Maar ze mogen er zelf niet in kijken. Ze hebben ook niet het recht om jou te fouilleren. Dit geldt ook bij het doorzoeken van jouw locker of op schoolexcursies.
Jij moet op school komen, je huiswerk leren, doen wat je er gezegd wordt en je gedragen volgens de regels. Maar jij hebt ook recht op goed onderwijs, op een rechtvaardige behandeling. Als jij je best doet, mag je er op rekenen dat leraren en begeleiders je goed helpen.
De maximale duur van een schorsing is vijf dagen. Tijdens de schorsing loopt het onderwijs door en maakt de leerling de lesstof thuis of op een aparte locatie. De school kan bij herhaling van misdragingen of schorsingen besluiten de leerling te verwijderen.
Zolang je studeert of in de beroepsinschakelingstijd zit (de vroegere 'wachttijd'), kan je tot je 25ste verzekerd blijven door de ziekteverzekering van je ouders. Is je beroepsinschakelingstijd voorbij of vind je werk dan moet je jezelf aansluiten bij een erkende verzekeringsinstelling.
Bij de meeste verzekeraars kun je jouw kind meeverzekeren tot het 23e of 27e levensjaar. Een van de voorwaarden is wel dat het kind óf thuis woont óf op kamers woont en studeert. Het is belangrijk om van tevoren vooral goed de polisvoorwaarden van jouw verzekeraar door te nemen.
Nee, een aansprakelijkheidsverzekering is niet verplicht als 18-jarige. Ook niet als je ouder bent trouwens. Het kan wel verstandig zijn om een aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. Meestal kost een aansprakelijkheidsverzekering voor één persoon een paar euro per maand.
Mag een docent een telefoon gedurende een week in beslag nemen? Er bestaat geen wetgeving die hier iets over zegt. Wel is het zo dat dat scholen straffen mogen opleggen, zolang die 'redelijk' en 'proportioneel' zijn. Een telefoon een week lang in bewaring nemen is waarschijnlijk disproportioneel.
Een school mag uw kind ook van school sturen. Schorsen en van school sturen zijn ordemaatregelen. De school moet altijd goed onderbouwen of er voor aanleiding is.
Een school mag een kind maximaal 1 aaneengesloten week schorsen. Dat zijn dus maximaal vijf schooldagen. Dit is ook het geval als de school het kind wil verwijderen van school. Als de schorsing langer dan 1 dag duurt, moet de school de Onderwijsinspectie schriftelijk inlichten over de schorsing en de reden daarvan.
Een school wordt als zeer zwak bestempeld door de inspectie als de school belangrijke tekortkomingen vertoont en leerlingen onvoldoende voorbereidt op hun leven na de schoolperiode. De inspectie publiceert het overzicht van zwakke en zeer zwakke scholen.
Heb je een vraag of klacht over een leerkracht of over de school? De eerste stap is: het probleem bespreken met de betrokken leerkracht of directie. Eventueel kan een ouder uit de schoolraad of ouderraad bemiddelen. Ook het centrum voor leerlingenbegeleiding kan in veel gevallen raad geven.
Je kan kosteloos een klacht indienen over de werking van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming. We registreren je klacht en handelen die af binnen 45 kalenderdagen na ontvangst. Je krijgt schriftelijk antwoord.
Ouders betalen een bijdrage voor de kosten van het overblijven en van het eten. De school mag bepalen hoe hoog die bijdrage is. Meestal gaat het om enkele euro's per dag. De medezeggenschapsraad moet met het bedrag instemmen.
Met ingang van 1 augustus 2007 zijn schoolbesturen verantwoordelijk voor de organisatie van buitenschoolse opvang (bso) of voor de aansluiting tussen school en BSO. Dit geldt altijd als ouders hebben aangeven dat ze daar behoefte aan hebben. Dit betekent niet dat de school de opvang ook verzorgt.