Onder probleemgedrag verstaan we alle gedrag van de cliënt dat deze cliënt of zijn omgeving als moeilijk hanteerbaar ervaart. Probleemgedrag heet ook wel onbegrepen gedrag of veranderend gedrag. Veel probleemgedrag is afhankelijk van de situatie, de persoonlijkheidskenmerken van de cliënt zelf en de mensen om hem heen.
De twee belangrijkste gedragsstoornissen zijn de ODD (oppositional defiant disorder) en CD (conduct disorder). Een gedragsstoornis moet niet worden verward met een ontwikkelingsstoornis. Dan verschilt de ontwikkeling van een kind overduidelijk van die van andere kinderen én er zijn gedragsproblemen.
Meest voorkomende gedragsstoornissen:
ADHD. ODD/oppositioneel opstandige gedragsstoornis. CD / antisociale gedragsstoornis. Agressie en woede uitbarstingen.
Lichamelijke factoren en medicijngebruik
Om na te gaan of lichamelijke factoren of medicijngebruik oorzaken zijn van het gedrag, kun je denken aan het in kaart brengen van deze punten: Neemt de cliënt medicijnen, die het gedrag kunnen beïnvloeden? Denk daarbij aan pijnstillers of benzodiazepinen.
Bij het verminderen van gedragsproblemen en stoornissen zijn twee behandelprincipes het meest effectief, namelijk gedragstherapie en cognitieve gedragstherapie (CGT). Uitgangspunt bij gedragstherapie is dat gedrag bepaald wordt door wat eraan voorafgaat, en wat erop volgt.
Er ontstaan snel conflicten en sociale contacten zullen achteruitgaan. Door de negatieve en opstandige houding wordt het lastiger om taken op school, studie of werk op een aangename manier uit te voeren, omdat iemand bijvoorbeeld moeite heeft met verplichtingen of met autoriteit.
Emotionele stoornissen kunnen gepaard gaan met lichamelijke klachten, verhoogde prikkelbaarheid, eetproblemen, slaapproblemen, concentratietekort, verminderd zelfvertrouwen, motivatieverlies en slechte schoolprestaties. Emotionele stoornissen hebben een grote impact op het functioneren van de kinderen en hun omgeving.
We spreken van een gedragsstoornis als iemand een langdurig patroon laat zien van negatief, opstandig of driftig gedrag of gedrag dat tegen de normen ingaat, zoals vechten, stelen of liegen.
'Moeilijk hanteerbaar gedrag' kan zich in verschillende vormen voordoen. Voorbeelden zijn aanhankelijkheid of kleefgedrag, agressie, apathie, decorumverlies, dwaalgedrag, hallucinaties, herhaling en nachtelijke onrust.
Een gedragsprobleem kan komen door een gedragsstoornis, maar kan ook een combinatie zijn met een ander probleem, zoals ADHD, autisme of een hechtingsprobleem. Ook kan een gedragsprobleem vaak niet aan een diagnose worden gekoppeld. Een kind heeft boze buien, moeite met luisteren, zit niet lekker in zijn vel.
Moeilijk verstaanbaar gedrag (MVG) is gedrag dat we niet meteen begrijpen. Het gedrag is bijvoorbeeld onverwacht of past in jouw ogen niet in de context. Soms kunnen mensen agressief zijn naar anderen of naar zichzelf.
Gedragsstoornissen gaan vaak gepaard met andere psychische of ontwikkelingsstoornissen, zoals ADHD, dyslexie, depressie, aandachtsstoornissen e.d. In dergelijke gevallen zullen deze stoornissen prioritair aangepakt worden, omdat de gedragsstoornis wordt gezien als onderdeel van een bredere, oorzakelijke afwijking.
Kinderen met ADD vallen vaak niet op in de klas. ADD wordt daarom een internaliserende stoornis genoemd. De problemen richten zich als het ware naar binnen; je merkt er in de omgeving vaak weinig van. Als deze kinderen erg intelligent zijn, compenseren ze hun tekortkomingen.
ADD. Attention Deficit Disorder. In de DSM 5 niet aangemerkt als aparte stoornis. Toch vertonen kinderen met deze variant van ADHD heel ander gedrag dan kinderen met de hyperactieve variant.
Kinderen en volwassenen met sociaal-emotionele ontwikkelingsachterstanden hebben moeite met het herkennen, uiten en reguleren van emoties en ondervinden problemen met sociale vaardigheden. Het sociaal-emotionele ontwikkelingsniveau is sterk van invloed op het alledaags functioneren.
Een kernprobleem is namelijk het niet voldoende kunnen reguleren van emoties. Mensen met een Emotie Regulatie Stoornis: • zijn zeer gevoelig voor emotionele prikkels; • reageren heel sterk op emotionele prikkels • keren langzaam terug naar een emotioneel 'basisniveau' (rust)'.
Een kind met een oppositioneel-opstandige gedragsstoornis (odd) is opstandig, dwars, driftig en zeer moeilijk opvoedbaar. De afkorting odd komt van de Engelse term oppositional defiant disorder. Bij odd is er sprake van zowel gedrags- als stemmingsproblemen.
Een gedragsprobleem is niet hetzelfde als een gedragsstoornis! Een gedragsprobleem is niet hetzelfde als een gedragsstoornis. Bij gedragsproblemen is het belangrijk te kijken naar de ontwikkeling van het kind (taal, motoriek, intelligentie) en de omgeving van het kind (gezin, school, vrienden).
Het behandelen van ernstige gedragsproblemen
Tijdens een oudertraining leren ouders hoe ze goed gedrag kunnen stimuleren en ongewenst gedrag kunnen afremmen. En dat werpt zijn vruchten af. Soms hebben kinderen ook therapie nodig. Voor kinderen van acht tot twaalf jaar is er cognitieve gedragstherapie.
Met gedragstherapie leer je hoe je niet-helpend gedrag kunt afleren en nieuw, gezonder gedrag kunt aanleren. Gedragstherapie is gericht op het aanpakken van concrete klachten die bijvoorbeeld ontstaan door angsten, fobieën of dwanghandelingen.
ODD en CD zijn gedragsstoornissen waarbij iemand extreem dwars, opstandig of agressief gedrag vertoont. Dit gedrag leidt tot nadelige gevolgen voor de persoon en voor zijn omgeving.