In box 3 bepaal je je netto vermogen. Je telt je bezittingen, zoals spaargeld, beleggingen en een tweede (vakantie)woning bij elkaar op. Hiervan trek je de schulden af, zoals een persoonlijke lening, doorlopend krediet en roodstand op je betaalrekeningen. Dan blijft je netto vermogen over.
Hebt u vermogen, zoals spaargeld, aandelen of een tweede woning? Dan hoeft u de werkelijke inkomsten, bijvoorbeeld de rente op uw spaargeld, het dividend op uw aandelen of de huuropbrengst, niet aan te geven. Uw kosten, zoals betaalde rente, mag u niet aftrekken.
Circa 60.000 mensen die bezwaar maakten tegen de heffing in box 3 krijgen voor 4 augustus 2022 automatisch rechtsherstel. Hierbij krijgen voornamelijk mensen met spaargeld geld terug. Dit herstel geldt ook voor nog niet vastgestelde en opgelegde aanslagen box 3.
Woning in box 1 en hypotheek in box 3
Het voordeel van je hypotheek in box 3 zetten is dat je vermogen in box 3 daalt doordat je de hypotheek mee mag nemen als schuld. Zeker als je veel vermogen bezit, bespaar je fors op belasting in box 3. In 2022 tot maximaal 1,71%.
In 2022 wordt het rendement voor sparen (rendementsklasse I) -0,01%. Het rendement voor beleggen (rendementsklasse II) wordt 5,53%. Elk jaar worden de rendementen voor sparen en beleggen voor de heffing van box 3 herijkt. Dit gebeurt op basis van de rekenformules die in de Wet inkomstenbelasting 2001 zijn opgenomen.
Vermogen is bijvoorbeeld spaargeld, dure sieraden of een auto. Als u alleen woont geldt een maximumbedrag van € 6.505, en als u met uw partner of met een kind (jonger dan 18 jaar) woont € 13.010 (bedragen voor 2022). Heeft u meer vermogen? Dan kunt u geen AIO-aanvulling krijgen.
Tot €50.000 geen belasting
Bij de belastingaangifte over 2021 is de vrijstelling € 50.000. In 2020 was dit nog € 30.846. Voor partners geldt een dubbele vrijstelling: €100.000 in 2021. Boven deze bedragen ga je belasting over je vermogen betalen.
Per belastingplichtige geldt in box 3 ook een vrijstelling. Dit noemen we het heffingsvrije vermogen. In 2022 is dit een bedrag van € 50.650 (in 2021 € 50.000, in 2020 € 30.846 / in 2019: € 30.360). Deze vrijstelling houdt in dat u pas belasting gaat betalen als uw vermogen in box 3 boven dit bedrag uitkomt.
De Eigen woning en eigenwoningschuld behoren volledig tot vermogen box 3. Er is GEEN teruggaaf in box 3. De overwaarde van de eigen woning (WOZ waarde -/- alle schulden box 3) is extra vrijgesteld tot maximaal 300.000 euro. De Eigen woning en eigenwoningschuld behoren volledig tot vermogen box 3.
Ook de eigen woning valt in deze box. De hypotheekrente die u heeft betaald, trekt u af van uw inkomen. Het eigenwoningforfait, een percentage van de WOZ-waarde van uw woning, wordt erbij opgeteld. In box 3 belast de overheid vermogen.
Als je op 1 januari 2022 niet meer dan €50.650,- aan spaargeld of beleggingen hebt, betaal je geen vermogensrendementsheffing. Voor fiscale partners ligt de belastingvrije grens bij €101.300,-. Het spaargeld en beleggingen die je belastingvrij mag hebben is groter dan voorgaande jaren.
Vermogen is de waarde van uw bezittingen min uw schulden. Wat u wel en niet als vermogen moet meetellen, is hetzelfde als bij uw belastingaangifte. Spaargeld, aandelen en een vakantiehuis in Nederland of het buitenland tellen bijvoorbeeld mee. Maar het huis waarin u woont en uw auto tellen níét mee als vermogen.
In Nederland geldt er geen limiet voor de hoeveelheid geld die u in huis mag hebben. Contante bedragen boven de €560 euro moet u wel opgeven bij uw belastingaangifte. Dit is €1120 als u een fiscale partner heeft. Ook de waarde van cadeaubonnen die u in huis heeft telt mee.
U betaalt belasting over uw inkomen uit uw vermogen: de zogenoemde grondslag sparen en beleggen (box 3). Dat is de waarde van uw bezittingen min uw schulden en uw heffingsvrij vermogen. U gaat daarbij uit van de situatie op 1 januari van het jaar waarover u aangifte doet.
Vooralsnog (dit kan altijd veranderen, natuurlijk) zal je afgeloste huis niet tot je vermogen gerekend worden. Over vermogen betaal je in Nederland vanaf een bepaald bedrag belasting. Dat is wel zo voor bijvoorbeeld spaargeld en beleggingen, maar niet voor geld dat in je woning zit.
De overwaarde op je woning komt vrij als je het huis verkoopt. Je lost met de opbrengst van de woningverkoop de nog openstaande hypotheekschuld af en het bedrag dat je overhoudt (de overwaarde) mag je in principe vrij besteden. Dit geldt alleen als je niet binnen 3 jaar een nieuwe woning koopt.
13.1 Uw bezittingen en schulden in box 3
Of hebt u schulden, zoals een lening bij een bank of een hypotheek voor een tweede woning? Dan moet u de waarde daarvan aangeven in uw aangifte inkomstenbelasting. Dit geldt ook voor de bezittingen en schulden van uw fiscale partner en/of minderjarige kinderen.
De waarde van uw inboedel telt mee als vermogen als de verkoopwaarde meer is dan € 2.269. Meestal is een gewone inboedel minder waard bij tweedehandsverkoop.
Over een vermogen tot 100.000 euro betaal je aan heffing: 100.000 – 50.000 (vrijstelling) = 50.000 euro x 0,59 procent = 295 euro. Bij een vermogen vanaf één miljoen euro stijgt de heffing naar 1,76 procent over het meerdere. Dit is ook gelijk het maximum.
Een belastingplichtige die 250.000 euro aan vermogen had dat volledig uit spaargeld bestond, krijgt 2.381 euro terug. Te zien is dat er bij een aandeel van 75 procent spaargeld in het werkelijke vermogen ook sprake is van 'groene cijfers' in de tabel. Maar de omvang van de teruggaaf is verhoudingsgewijs wat lager.
Als je In Nederland 65+ bent dan mag je in 2022 €50.650 belastingvrij sparen. Heb je een fiscaal partner of ben je getrouwd dan wordt dit bedrag verhoogd naar €101.300 voor jullie samen.
Alles wat daarna overblijft, is voor de verkoper. Je krijgt je geld dus niet meteen na de verkoop, er zitten een paar dagen tussen. Als je het geld nodig hebt voor de koop van je nieuwe woning, wordt je geld niet eerst aan jou betaald. Het geld wordt dan namelijk meteen gebruikt bij de aankoop van je nieuwe woning.
Iedere Nederlander heeft een vrijstelling van ruim 30.000 euro. Dat bedrag mag u dus sparen of beleggen zonder dat u er belasting over betaalt. Heeft u meer, dan betaalt u over dat extra bedrag ongeveer een half tot anderhalf procent belasting. Hoe meer u boven de vrijstelling uitkomt, hoe hoger het tarief.