Aangenomen wordt dat het hierbij gaat om een interactie tussen genetische- en omgevingsfactoren. Met andere woorden: iemand kan een genetische aanleg hebben voor autisme, maar óf hij of zij ook daadwerkelijk autisme ontwikkelt hangt mogelijk onder meer af van invloeden uit de omgeving.
'Bij autisme zijn de sociale voelsprieten anders afgesteld', legt Geurts uit. 'Mensen kunnen daardoor veel gevoeliger zijn en snel overweldigd raken door de sociale informatie die ze oppikken, of juist veel te weinig sociale informatie ophalen.
Autisme ontstaat meestal door erfelijke aanleg en omgevingsfactoren samen. Daarom erft autisme waarschijnlijk multifactorieel over. Soms is autisme onderdeel van een erfelijk syndroom. Dan bepaalt dat syndroom de manier van overerven.
Je vindt het moeilijk om contact te maken en te onderhouden. Je hebt meer dan anderen moeite met praten en communiceren. Je vindt het lastig om je dingen die er niet zijn, voor te stellen. Je hebt geen fantasie, of juist een te grote fantasie.
Verband met trauma
Oorzaken zijn vaak stress door negatieve jeugdervaringen (verwaarlozing, misbruik en mishandeling; Wolf & Baglivio, 2017). Negatieve emotionaliteit als gevolg van trauma lijdt vaak tot rigide persoonlijkheidstrekken en dwang die verward kunnen worden met autisme ( Stöfsel & Mooren, 2016).
Autistisch denken is dingen anders waarnemen en begrijpen. Mensen met autisme ontwikkelen zich anders en gedragen zich anders omdat ze de wereld anders waarnemen en begrijpen. Menselijk gedrag wordt immers bepaald door wat we waarnemen en hoe we die informatie verwerken.
Verschillende symptomen van posttraumatische stress (PTSS) vertonen overlap met autisme symptomen. Daardoor worden PTSS en andere vormen van psychopathologie die aan ingrijpende gebeurtenissen kunnen zijn gerelateerd zoals angst -en stemmingsstoornissen, bij deze doelgroep vaak niet onderkend en dus ook niet behandeld.
Belevingswereld autisme
Mensen met autisme houden erg van voorspelbaarheid. Het liefst houden ze alles altijd hetzelfde. Als je aan een vorm van autisme lijdt, dan heb je grote moeite met veranderingen, zeker als ze onverwachts komen.
Je krijgt nooit hetzelfde terug als van iemand die geen autisme heeft. Mensen met autisme vinden intiem contact vaak lastig. Een knuffel kan dan al een romantisch gebaar zijn. En ik heb bijvoorbeeld veel moeite met het huishouden.
Autisme is niet te genezen. Wel kan een behandeling je helpen om verschijnselen te verminderen zodat je beter kan functioneren. Je kan bijvoorbeeld bepaalde sociale vaardigheden aanleren. Ook kan je geholpen worden bij het aanpassen van jouw omgeving zodat jij optimaal kan functioneren.
Kenmerken die vaak in verband worden gebracht met autisme zijn: Problemen op sociaal gebied/minder goed ontwikkelde sociale intuïtie. Moeite met (onverwachte) verandering. Dingen heel letterlijk nemen.
Tot voor kort dacht men dat autisme voor 90 % erfelijk was. Nu blijkt dit 35 tot 60 % te zijn. Omgevingsfactoren zoals leeftijd van ouders spelen een grotere rol dan gedacht. Foliumzuur lijkt een beschermende factor en verkleint de kans op een kind met autisme met 27-40 %, zo concludeert Dr.
Toch is er ook al veel wél bekend. Bijvoorbeeld over de problemen waar mensen met autisme tegenaan kunnen lopen, maar ook over hun sterke eigenschappen. Vooral op sociaal gebied ondervinden veel mensen met autisme regelmatig problemen. Hun 'sociale intuïtie' lijkt minder goed – of anders – te zijn ontwikkeld.
Mensen met autisme kennen geen emoties. Smalltalk, oogcontact of een knuffel… Mensen met autisme hebben het doorgaans moeilijk met sociale interactie. Als kind valt het hen al zwaar om vriendschap te sluiten met leeftijdgenoten en vaak komen ze ronduit ongeïnteresseerd over.
Uit het onderzoek blijkt dat mensen met autisme én een verstandelijke beperking 30 jaar eerder sterven, op een gemiddelde leeftijd van 39 jaar.
Relevante en niet relevante informatie komen even hard binnen en dat zorgt al snel voor overprikkelde zintuigen. Er ontstaat een chaos in het hoofd, iemand heeft veel meer tijd nodig om de informatie te verwerken en er volgt een tragere reactie of andere interpretatie.
Sociale druk
Een deel van de mensen met autisme heeft eigenlijk weinig behoefte aan vrienden. Maar dan is er vaak wel veel sociale druk om toch vriendschappelijk met mensen om te gaan.
Wel hebben alle mensen met autisme met elkaar gemeen dat ze moeite hebben om andere mensen goed te begrijpen en aan te voelen. Omdat ze moeite hebben met overzicht en het onderscheid tussen betekenisvolle hoofd- en bijzaken, hebben ze ook veel behoefte aan vaste patronen en voorspelbaarheid.
Mensen met autisme hebben moeite met liegen of manipuleren. Anderzijds brengt hun nood aan voorspelbaarheid, hun gebrek aan flexibiliteit en hun onvermogen om subjectief te denken mee dat ze de regels respecteren, hun plicht doen en blijk geven van objectiviteit en een onwrikbare logica.
Mensen met autisme hebben gevoelens, dat staat buiten kijf. Ze zijn niet ongevoelig. En ze uiten ook hun gevoelens. Al wordt vaak ten onrechte beweerd dat de meeste mensen met autisme een neutrale of vlakke emotionele expressie vertonen.
EMDR, ofwel Eye Movement Desensitization and Reprocessing, vervaagt de levendigheid van een herinnering en de pijnlijke emoties die eraan gekoppeld zijn. Het trauma blijft niet langer in jouw heden, waardoor je het steeds opnieuw beleeft, maar wordt echt verleden tijd.
Complexe PTSS heeft dezelfde symptomen als PTSS, maar heeft daarnaast ook nog andere symptomen. Naast vermijding, herbeleving en spanning is er ook sprake van dissociatieve momenten. Dat betekent dat bepaalde gedachten, emoties, waarnemingen of herinneringen buiten het bewustzijn worden geplaatst.
Voorbeelden zijn: extreem overstuur raken wanneer afspraken plots veranderen, moeilijkheden hebben met overgangen van de ene naar de andere activiteit, bepaalde rituelen volgen die elke dag op dezelfde manier moeten verlopen, telkens dezelfde weg volgen ...