Door eerst steun te bieden, maar daarna het kind wat los te laten en er op te vertrouwen dat het kind zich redt, kan het kind verlegen gedrag overwinnen. Ouders kunnen het kind ook helpen minder verlegen gedrag te ontwikkelen door al op jonge leeftijd sociaal contact te stimuleren en sociaal gedrag te waarderen.
Je kindje wordt zich tussen de 1 en 4 jaar steeds meer bewust van de wereld om zich heen en van zichzelf. Verlegenheid is hier een natuurlijk gevolg van. Je peuter beseft zich namelijk steeds meer hoe hij zich verhoudt tot anderen, waardoor hij zich opeens klein of beoordeeld door volwassenen kan voelen.
Verlegenheid is een angst die ontstaat in gezelschap van mensen. Het kan een angst zijn dat je niet goed genoeg bent. Angst niet te kunnen voldoen aan de verwachtingen die anderen hebben. Het zijn je eigen gedachten die je dit vertellen.
Het is helemaal niet erg om verlegen te zijn. Het hoort er soms gewoon bij. Het voelt natuurlijk niet prettig en als het heel vaak voorkomt of als het heel heftig voelt dan staat het je kind in de weg. Als dat zo is dan kan er sprake zijn van een probleem.
Niet praten in bepaalde situaties (selectief mutisme)
Sommige kinderen praten in bepaalde situaties helemaal niet. Dat komt door angst. Zij praten bijvoorbeeld thuis wel, maar op school of bij anderen thuis niet. Als dit langer dan een maand duurt, noemen we dat selectief mutisme.
Selectief Mutisme wordt vaak omschreven als een taal-spraak problematiek maar dit is het niet. Het Selectief Mutisme is een angststoornis. Het kind wil wel praten maar kan het niet omdat het voelt alsof de mond op slot zit.
beduusd, beschroomd, beteuterd, onthutst, verlegen. schroomvallig (bn) : bedeesd, beschroomd, schuchter, timide, verlegen.
Als je kind erg actief is, zijn teamsporten zoals voetbal, gym en zwemmen goede opties. Kies bijvoorbeeld voor judo (of peuterjudo/tuimelen) om je kind zijn verlegenheid te laten overwinnen. Ook wel eens aan kinderyoga gedacht? Yoga helpt je kind zijn gevoelens te uiten, te concentreren en zelfvertrouwen te kweken.
Selectief mutisme is een ontwikkelingsstoornis waarbij een kind/jongere in sommige situaties niet 'kan' praten, terwijl hij of zij dat in andere situaties heel goed kan. Kinderen/jongeren met selectief mutisme praten thuis en tegen sommige mensen.
Eenkennigheid komt meestal voor als je kind tussen een en twee jaar oud is. Het is in deze fase heel normaal dat je peuter zich aan je vastklampt. Dat hoort bij de normale ontwikkeling.
De meeste baby's tussen de 7 en 12 maanden benoemen hun ouders als “mama” of “dada”. De eerste woordjes (anders dan mama of dada) leren de meeste baby's rond 19 maanden. Tegen de tijd dat je kleintje 2 jaar is, praat hij of zij in zinnen van 2 tot 4 woorden.
Als andere kinderen zich afvragen waarom het kind niet praat, leg het dan uit als iets heel gewoons: het kind vindt het nog moeilijk en durft het nog niet, net zoals iedereen wel eens iets moeilijk vindt. Maar probeer vervolgens te voorkomen dat de andere kinderen het kind te veel gaan helpen, of gaan moederen.
Wat is oudervervreemding? 'Bij een verstoorde ouder-kindrelatie is het systeem van het gezin uit balans. Het is een extreem voorbeeld hoe het kind uit beeld kan raken, terwijl zowel vader als moeder juist strijden voor het belang van het kind. Er is dus niet één ouder die het 'doet' of schuldig is.
Er bestaat zowel negatief als positieve faalangst. Er is sprake van negatieve faalangst als je kind het gevoel heeft dat hij moet presteren en bang is dat dit niet lukt. Je kind blokkeert of wil het liefste 'weglopen' van de angstige situatie. Bij positieve faalangst is er een gezonde spanning bij je kind.
Selectief mutisme lijkt een zeldzame psychische aandoening omdat je er niets tot weinig over hoort, maar dat is niet het geval. De schatting is dat selectief mutisme bij 1 tot 7 op de 1.000 kinderen voorkomt. Selectief mutisme komt in uitzonderlijke gevallen ook voor op volwassen leeftijd.
Mutisme of stomheid is een stoornis in de gesproken taal, die wordt gekenmerkt door het (bijna) niet uiten van gesproken taal. Dit kan liggen aan onvermogen om te spreken. Dit treedt op bij cognitieve stoornissen en als catatonie bij schizofrenie. Ook kan het voorkomen bij depressie of als conversiestoornis.
Introverte mensen zijn niet alleen graag alleen, maar zijn ook regelmatig in zichzelf gekeerd. Niet omdat ze helemaal niet van contact houden, maar omdat ze genoeg hebben aan hun eigen innerlijke omgeving. De denkende introvert denkt veel na; niet alleen over dingen in de wereld, maar vooral ook over zichzelf.
Er is maar een kleine hoeveelheid mensen die vanaf jongs af aan uitblinkende sociale vaardigheden hebben. De meeste mensen hebben het toch echt geleerd. Sociale vaardigheden kun je snel leren door elke keer weer in nieuwe gesprekken te belanden. Zo ga je na een tijd patronen herkennen.