Als de gemeente u weigert een vergunning te verlenen, dan kunt u bij het college van burgemeester en wethouders een bezwaarschrift indienen. U moet dat doen binnen zes weken na verzending van de weigering.
Tegen een weigering van omgevingsvergunning door de gemeente, zal u beroep moeten indienen bij de provincie. Dit moet binnen de 30 dagen na de weigering. Wordt uw omgevingsvergunning geweigerd door de provincie, dan zal u hiertegen beroep moeten instellen bij de Vlaamse Regering. Ook hier bedraagt de termijn 30 dagen.
Als u de vergunning niet krijgt, kunt u het besluit aanvechten. Grofweg drie procedures zijn mogelijk om alsnog de gewenste vergunning te krijgen: Indiening bezwaarschrift. Op basis van uw bezwaren moet het bestuursorgaan een nieuwe beslissing nemen.
Een brief waarin een bestuursorgaan meedeelt dat een aanvrager geen belanghebbende is, is volgens de rechtbank immers een besluit. Van een omgevingsvergunning van rechtswege daarom geen sprake, zo oordeelt de rechtbank.
De gemeente kan de omgevingsvergunning alleen terugdraaien om 'gegronde redenen'. Dat betekent dat u een goede reden moet geven, bijvoorbeeld: Uw buren willen iets bouwen dat niet past in het bestemmingsplan van de gemeente. In een bestemmingsplan staat wat er met de grond en gebouwen in een gemeente mag gebeuren.
Een bezwaar indienen kost niets. U bent ook niet verplicht een advocaat te nemen. U mág natuurlijk wel een advocaat inschakelen. Ook kunt u een getuige of deskundige een verklaring af laten leggen.
Uw buren kunnen in dit geval zonder vergunning of toestemming van de gemeente gaan bouwen. U kunt geen bezwaar maken bij de gemeente. Uw buren moeten zich wel houden aan de regels uit het Bouwbesluit en de regels van het burenrecht uit het Burgelijk Wetboek.
De algemene regel is dat een vergunning kan worden ingetrokken indien er gedurende drie jaar geen bouwactiviteiten hebben plaatsgevonden. Als het gaat om een vergunning die verleend is op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder a onderscheidenlijk b of g Wabo, kan de vergunning na 26 weken worden ingetrokken.
het door een bestuursorgaan niet of niet tijdig geven van een beschikking die een belanghebbende heeft aangevraagd, is ook een beschikking (artikel 1:3 lid 2 Awb). In artikel 6:2 Awb wordt het niet tijdig nemen van een besluit voor de mogelijkheid van rechtsbescherming gelijkgesteld met een besluit.
Wanneer er een besluit (of een beschikking) wordt genomen waarmee u het niet eens bent om welke reden dan ook, is er meestal de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen. Kan dat niet, dan is het mogelijk dat er administratief beroep of beroep bij de rechter mogelijk is.
De reguliere procedure mag 8 weken duren en kan éénmaal met 6 weken worden verlengd. De uitgebreide procedure mag 6 maanden duren en kan ook éénmaal met 6 weken worden verlengd. De procedure start na het indienen van de aanvraag in het omgevingsloket.
Bezwaar of beroep tegen omgevingsvergunning
Is de omgevingsvergunning voor bouwen al verleend? Dan kunt u tot 6 weken na het verlenen van de vergunning bezwaar aantekenen bij de gemeente. De gemeente moet de vergunning dan heroverwegen.
Bij de inwerkingtreding van de wet is het bevoegde gezag (en/of haar uitvoeringsorganisatie) in staat om aanvragen voor omgevingsvergunningen te beoordelen volgens de eisen van de Omgevingswet.
Wat na het indienen van een bezwaarschrift tegen een omgevingsvergunning? U zal moeten wachten tot de finale vergunningsbeslissing om te weten hoe het bestuur uw bezwaar heeft behandeld. Men is immers verplicht om te verwijzen naar de ingediende bezwaren.
Wanneer de deputatie de vergunning in beroep verleent (of weigert ingeval de gewone procedure gevolgd werd), moet je als vergunningsaanvrager de mededeling dat de beslissing werd genomen, aanplakken binnen de 10 dagen na ontvangst van de beslissing, en dit gedurende een periode van 30 dagen.
Algemene regel. Volgens de algemene regel zijn de gemeenten (college van burgemeester en schepenen) bevoegd voor de afgifte van de stedenbouwkundige vergunning.
Een ambtshalve besluit is een besluit dat het bevoegd gezag zelfstandig neemt, niet op aanvraag. De procedurestappen gelden bij: het verlenen. het wijzigen van de voorschriften.
Een beschikking is een besluit dat specifiek is gericht op een persoon of op een zaak. Een beschikking kan op aanvraag (van een burger) worden afgegeven door een bestuursorgaan. Wanneer de aanvraag wordt afgewezen is die afwijzing op zichzelf een beschikking.
Een vergunning is een beschikking: een besluit dat niet van algemene strekking is, met inbegrip van de afwijzing van een aanvraag daarvan (zie: Art 1:3 lid 2 Awb) (bron; Taskforce vergunningen). In de wet is vastgelegd aan welke voorwaarden men moet voldoen om een vergunning te krijgen.
Intrekking is slechts mogelijk als de activiteit ontoelaatbaar ernstige nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving heeft of dreigt te hebben en wijziging van de voorschriften daarvoor redelijkerwijs geen oplossing biedt.
Een toegekende bouwvergunning is beginsel onbeperkt geldig. De vergunningverlener heeft echter wel de mogelijkheid om de toegekende vergunning na 26 weken in te trekken. In de praktijk gebeurt dit zelden. Zeker bij simpele verbouwingen.
In sommige gevallen kan het bestuursorgaan kiezen tussen herstel door een aanvullende motivering of een wijziging van het bestreden besluit. In andere gevallen kan het gebrek alleen hersteld worden door het bestreden besluit te wijzigen.
Hoe kan ik achterhalen of er een vergunning nodig is en of die ook is verleend? Of uw buren een vergunning nodig hebben, kunt u nakijken op de website omgevingsloket online. Door het beantwoorden van een aantal vragen komt u erachter of uw buren wel of geen vergunning nodig hebben voor het nieuwe bouwwerk.
De gemeenten zijn bevoegd voor het afleveren en weigeren van bouwvergunningen, maar de beslissing kan wel worden aangevochten bij de provincie. Bijna een derde van de geweigerde dossiers komt op de tafel van het provinciebestuur.
Burenrecht is een onderdeel van het civiel recht. Een definitie van burenrecht is: Het geheel van bevoegdheden en verplichtingen van eigenaren van naburige erven. Dit is ook de naam van titel 4 van boek 5 van het Burgerlijk Wetboek (titel 5.4 BW), dat over het burenrecht gaat.