Bel direct 112, de huisarts of huisartsenpost als u 1 of meer van deze klachten heeft. Bel ook als de klachten alweer verdwenen zijn. Schrijf de tijd op wanneer de klachten zijn begonnen. De huisarts onderzoekt of u een TIA heeft gehad.
Een TIA (Transient Ischemic Attack) is een tijdelijke afsluiting van een bloedvat in de hersenen. De afsluiting wordt veroorzaakt door een vernauwing of een bloedprop en geeft klachten als een scheve mond, verwarde spraakproblemen en verlies aan spierkracht aan één lichaamszijde.
Symptomen van een TIA
De kenmerken van een TIA lijken veel op de symptomen van een beroerte of herseninfarct. Mogelijke verschijnselen van een TIA zijn: Een plotseling verlies van gevoel, zwakte of een prikkelend gevoel in je armen, gezicht of benen. Zichtveranderingen zoals dubbelzien of blindheid in een oog.
Bij een TIA (Transient Ischaemic Attack) gaat er even iets mis in de bloedvaten van de hersenen. Hierdoor krijgt een deel van je hersenen tijdelijk te weinig bloed. Meestal gaat een TIA binnen 30 minuten over, maar soms kan dit tot wel 24 uur duren.
Na een herseninfarct of TIA krijgt u bloedverdunners, bloeddrukverlagende tabletten (indien de bloeddruk verhoogd is) en cholesterolverlagende tabletten. De bloedverdunnende tabletten zorgen ervoor dat er minder snel een bloedpropje ontstaat. Bij gebruik van Ascal is een maagbeschermer gewenst.
TIA's geven geen blijvende verschijnselen, waardoor het moeilijk kan zijn om vast te stellen of je inderdaad een TIA hebt gehad. Het komt er immers op aan dat de arts uit je verhaal kan afleiden dat er een TIA is geweest. Als je verlammingen hebt gehad kun je dat vaak wel duidelijk vertellen.
Stress als oorzaak
“In de jaren daarna volgden nog 4 beroertes en meerdere TIA's. De grootste oorzaak bleek stress.
De 3 meest voorkomende signalen van een TIA zijn een scheve mond, verwarde spraak en een verlamde arm. De signalen van een TIA, herseninfarct en hersenbloeding zijn gelijk. Je weet dus niet waardoor de uitval komt. Bel daarom altijd direct 112!
Mensen met een obstructief slaapapneu syndroom (OSA) hebben een grotere kans een TIA of beroerte te krijgen. Goede behandeling van OSA kan TIA's en beroertes voorkomen. Dat concludeert onze neuroloog/somnoloog Mirjam Schipper in haar promotieonderzoek.
Na een TIA worden standaard de volgende medicijnen voorgeschreven: Acetylsalicylzuur, Clopidogrel (Plavix) en Simvastatine (Zocor).
Bij een TIA treedt hoofdpijn vrijwel nooit op. - Tintelingen in handen en voeten, misselijkheid, en het zien van “schit- teringen” zijn verschijnselen die soms wel bij migraine optreden, maar vrijwel nooit bij een TIA. - TIA's beginnen plotseling. Meestal verdwijnen de verschijnselen binnen enkele minuten.
Sommige patienten kunnen na ontslag direct naar huis, anderen gaan eerst nog naar een revalidatieafdeling. Afhankelijk van uw situatie, wordt u binnen 6 weken tot 3 maanden na het ontslag teruggezien op de poli Neurologie.
TIA = Transient Ischemic Attack
Hierdoor krijgt een gedeelte van de hersenen even geen zuurstof en voeding. Dit leidt tot uitval. Iemand met een TIA kan een hangende mondhoek hebben. Slecht praten (niet op woorden kunnen komen, vreemde taal uitslaan etc).
Vermoeidheid komt na een TIA of CVA vaak voor. De vermoeidheid is voor uw omgeving niet zichtbaar, maar kan grote invloed hebben op uw dagelijks leven. De vermoeidheid kan direct na het CVA ontstaan. Twee jaar na een CVA heeft de helft van de mensen nog last van vermoeidheidsklachten.
Een TIA of infarct kan ook ontstaan door een onregelmatig hartritme ook wel atriumfibrilleren of boezemfibrilleren genoemd. Dit onregelmatig hartritme kan een bloedstolsel veroorzaken in de boezem van het hart. Dit stolsel kan met de bloedstroom meegevoerd worden naar het hoofd (cardiale embolie).
Ongeveer 9 op de 10 mensen vertoont minstens één van de onderstaande symptomen bij een beroerte. Scheve mond: de mondhoek hangt plotseling naar beneden. Verwarde spraak: iemand praat ineens verward of kan de woorden moeilijk uitspreken. Lamme arm: plotseling ontstaat er krachtsverlies of verlamming van een arm.
Dit is een tijdelijke doorbloedingsstoornis in de hersenen. Het is eigenlijk een kortdurend herseninfarct. De klachten van een TIA zijn dezelfde als die van een “gewone” beroerte maar duren meestal niet langer dan twintig minuten. In elk geval zijn de klachten binnen vierentwintig uur weer volledig verdwenen.
Dagbehandeling en herstel
Een revalidatietraject kan gemiddeld vier weken tot drie maanden duren. Daarna volgt vaak nog een dagbehandeling, en daar komen weer nieuwe vragen en problemen aan de orde.
Er wordt een uitgebreid bloedonderzoek gedaan. De bloeddruk wordt meerdere malen gemeten. Er wordt een duplex-scan gedaan: een echo-onderzoek van de halsvaten. Dit onderzoek geeft informatie over eventuele vernauwingen in de bloedvaten van de hals.
Met een CT- of MRI-scan kun je de hersenen in beeld brengen en is te achterhalen of iemand een TIA, een herseninfarct of een hersenbloeding heeft. Als de neuroloog weet om welke vorm van beroerte het gaat, kan de juiste behandeling snel starten.
MRI/CT. Op de afdeling Radiologie maken we een MRI/CT-scan van uw hersenen. Met deze scan kunnen we zien of de TIA blijvende schade aan uw hersenen heeft veroorzaakt. En we kijken of de bloedvaten in uw hersenen verder in orde zijn.
Wat zijn de oorzaken van een beroerte? De signalen van een TIA, herseninfarct en hersenbloeding zijn hetzelfde, maar de oorzaken zijn heel verschillend. Bij alle 3 is het belangrijk dat er zo snel mogelijk 112 gebeld wordt. Een TIA en een herseninfarct ontstaan op dezelfde manier.
“Mensen die veel zitten hebben veertig procent meer kans binnen drie jaar na hun beroerte te overlijden.” Jaarlijks krijgen zo'n 43.000 mensen een beroerte. Van de mensen die een beroerte overleven, krijgt één derde binnen vijf jaar een nieuwe beroerte of overlijdt.
Dit doen we op twee manieren. Met echografie (geluidsgolven) brengen we de aders in beeld. Daarnaast meten we met een doppler hoe snel het bloed stroomt. Hartfilmpje (ecg): Met een hartfilmpje kijken we of een hartritmestoornis de oorzaak is van de beroerte.