Als je toch gebeten wordt door een slang, probeer dan kalm te blijven en zoek zo snel mogelijk medische hulp. Probeer de beet niet uit te zuigen en leg geen tourniquet aan, aangezien dat er juist voor kan zorgen dat het gif geconcentreerd blijft en meer schade aanricht dan wanneer het zich verspreidt.
Bel of laat 112 bellen.Volg de instructies van de meldkamercentralist. Geef het tijdstip door en de plaats van de beet op het lichaam. Vertel ook om welke slang het gaat als je dit weet.
Je kunt daarvoor de lokale politie of andere politie-eenheid of direct het noodnummer 112 bellen. De agent of specialist zal de slang proberen te vangen en deze meenemen naar een afgelegen deel om deze weer vrij te laten.
De Plein Air ultrasone verjager verjaagt snel knaagdieren en slangen uit de tuin. Met een frequentie van 400-1000 Hz heb je zelf geen last van het geluid, terwijl de wilde dieren hiermee worden weggejaagd. Met een oppervlakte van 625m² is het bereik van deze ultrasone verjager ook zeer groot.
De gevaarlijkste slangen ter wereld gaan schuil in het kniehoge struikgewas van India, op de zandvlakten van Afrika en in de regenwouden van Zuid-Amerika. De gifslangen kunnen zeer agressief of extreem giftig zijn – of komen graag (iets te) dicht bij mensen.
De meeste slangen leven in begroeide gebieden, zoals bossen, maar ook op meer open plaatsen als bergstreken en steppen. In tropische bossen komen meer boombewonende slangen voor, die overdag rusten in bomen en 's nachts op jacht gaan. In kale gebieden, zoals woestijnen, leven slangen in de grond en graven zich vaak in.
Er zijn maar enkele slangen echt heel gevaarlijk voor de mens: bijvoorbeeld de Afrikaanse cobra, mamba, reuzenadder, de Aziatische cobra en kraits en de Amerikaanse koraal- en ratelslang.
Wereldwijd zijn ons zo'n 3800 verschillende slangensoorten bekend. 750 daarvan worden gezien als giftig. “En 250 daarvan worden door de Wereldgezondheidsorganisatie als 'medisch relevant' bestempeld.
Bij een slangenbeet zijn er een of twee kleine wondjes te zien die snel zwellen. De huid wordt rood en de beetplaats is pijnlijk.
BEL 112. Een adderbeet moet in alle gevallen in het ziekenhuis worden opgevolgd.
De adder is de enige slang in Nederland die giftig is.
Als je wordt gebeten, is er maar één ding wat je leven kan redden: antigif. Met dat goedje moet je snel behandeld worden, anders kan het avontuur een dodelijke afloop krijgen. Zijn beet kan binnen een half uur al fataal zijn!
Giftige slangen zijn te herkennen aan hun driehoekige kop. De klieren, gevuld met gif, bevinden zich namelijk aan de achterkant van de kop en geven het hoofd die bijzondere vorm.
Van de drie Nederlandse slangensoorten is de ringslang de meest voorkomende.
Slang – 81.410 tot 137.880 doden
De meest giftige slang is waarschijnlijk de zaagschubadder, die zijn naam dankt aan het zagende, raspende geluid dat hij met zijn schubben maakt. Hij komt voor in het Midden-Oosten en Centraal Azië, en behoort tot de 'Big Four': de vier dodelijkste slangen.
De adder is een giftige slang met een solenoglyf gebit, wat betekent dat de tanden buisvormig zijn met gif in. Deze slang moet eerst een kauwbeweging maken voordat het gif wordt toegediend.
Slangen zijn roofdieren. Ze worden zelf ook door roofdieren aangevallen. Roofvogels, vossen en krokodillen eten slangen of eieren van slangen. Slangen laten zich niet vaak zien.
De Nederlandse adder mag dan meevallen, maar in Europa zijn wel degelijk echt gevaarlijke slangen te vinden. De zandadder die in de Balkan woont, is de giftigste soort van het continent. 'In Frankrijk heb je de aspisadder, een dier met een verraderlijk gif.
Verspreiding. De adder komt voor op de hoge zandgronden van Nederland met uitzondering van de duinen. Er zijn momenteel nog twee grote min of meer aaneengesloten leefgebieden van de adder, gelegen in Friesland en Drenthe en op de Veluwe. Daarnaast is de soort nog aanwezig in Overijssel en Limburg (Meinweg).
Deze drie inheemse slangen zijn de ringslang, de gladde slang en de adder.
Deze energie krijgen ze ook van een warme omgevingstemperatuur. Daarom ligt een slang wel eens te zonnebaden. Als de slang genoeg is opgewarmd, kruipt hij weer weg uit de zon om niet te heet te worden. Nederland kent drie inheemse soorten: de ringslang, de adder en de gladde slang.
Slangen hebben wel ogen, maar ze zien bijna niets. Slangen hebben geen oren en kunnen het geluid in de lucht niet horen. Ze voelen wel de trillingen in de grond. Slangen kunnen zeer goed ruiken en proeven.