Ga eens voor jezelf na waar je angstgevoelens mee te maken hebben. Kloppen de angstige gedachten die je in je hoofd hebt echt, of kun je er ook anders tegenaan kijken? Door jezelf bewust te worden van deze gedachten, lukt het vaak al om ze (voor een deel) te relativeren. Hierdoor zal de angst afnemen.
In veel gevallen kun je te maken hebben met lichamelijke klachten, zoals trillen, buikpijn of hoofdpijn. Maar je kunt ook last hebben van piekeren, vervelende gedachten of gedragsmatige veranderingen. Denk hierbij aan verstijven, huilen, angstige situaties vermijden, opstandig worden en vragen naar geruststelling.
Een angststoornis gaat bijna nooit vanzelf over. Wacht daarom niet met hulp zoeken. Het belangrijkste is dat je toegeeft dat je een probleem hebt en daar iets aan wilt veranderen. Je kunt zelf en samen met mensen om je heen (familie, vrienden) aan jouw angsten werken.
Het is een gezonde reactie op dreigend gevaar. Het kan echter gebeuren dat deze gezonde angst 'ongezond' wordt en je angstklachten of zelfs een angststoornis ontwikkelt. Mensen met een angststoornis zijn namelijk óók bang in situaties die geen direct gevaar opleveren.
Het praten met lotgenoten over je angstklachten helpt je bij je herstel. Er zijn veel manieren om om te gaan met angst, maar soms is het ook gewoon goed om in contact te komen met wat je voelt en te huilen. Het uiten van je emoties kan je helpen je angsten te aanvaarden en stelt je in staat weer verder te gaan.
Een paniekaanval kan een paar minuten tot anderhalf uur duren. Het helpt om iets te doen waardoor u minder let op uw ademhaling en hartslag. Bijvoorbeeld kniebuigingen doen of een eindje buiten gaan lopen.
Depressie en angst komen vaak in combinatie met elkaar voor. Meer dan 25% van de oudere mensen met een angststoornis heeft ook een depressie. Het samen voorkomen van angstklachten en depressie komt vaker voor bij meer ernstigere depressies.
Angst kan mensen vervreemden van zichzelf en anderen. Dit boek wil een handreiking bieden om het gesprek hierover aan te gaan. In het boek zijn vijf diepte-interviews opgenomen met mensen met een angststoornis. Vincent van Bruggen studeerde theologie en psychologie.
Angst is een emotie veroorzaakt door een waargenomen of vermeende bedreiging en leidt tot vermijding of ontwijking van de oorzaak. Angst wordt beschouwd als een basaal overlevingsmechanisme, als reactie op een specifieke prikkel, zoals pijn of dreiging van gevaar.
Wanneer je last hebt van irreële angst, ben je niet echt bang in de zin dat je daadwerkelijk in gevaar bent. Maar je beleeft wél de sensaties en gedachten van angst. En deze zijn het product van een overactief deel van je zenuwstelsel.
Om een angststoornis te overwinnen, is het cruciaal dat u leert om te gaan met stress, of stress in uw leven vermindert. U kunt hier uw eigen weg in vinden, maar het is belangrijk dat u tijd vrijmaakt voor activiteiten die u doen ontspannen. Het kijken naar tv is geen manier om te ontspannen.
Ook ben je gevoeliger voor pijn. In die zin maakt stress tal van aandoeningen en kwalen erger, waaronder hoofdpijn en migraine, buikpijn, rugklachten en fibromyalgie, een vorm van reuma. Verder kan stress eerder doorgemaakte psychische problemen opnieuw doen opflakkeren, zoals verslaving, angst en depressie.
Er zijn bepaalde kruiden die helpen om je rustiger te laten voelen. Een aantal hiervan zijn: lavendel, kamille, kava en citroenmelisse. Je kunt deze kruidengeneesmiddelen in vele vormen vinden, zoals etherische oliën, pillen of thee.
Als je last hebt van een paniekstoornis, kunnen situaties die voor een ander heel normaal zijn tot zweethanden, angstige gedachten en regelmatig tot paniekaanvallen leiden. Een paniekaanval kan erg heftig zijn. Je kunt het gevoel hebben gek te worden, de controle te verliezen of een hartinfarct te krijgen.
Medicijnen tegen een angststoornis en depressie (antidepressiva) kunnen helpen bij een paniekstoornis. Voorbeelden zijn citalopram, sertraline, paroxetine of clomipramine. Uw behandelaar legt uit hoe en hoe vaak u de medicijnen moet innemen. Het is belangrijk dat u de medicijnen steeds op tijd inneemt.
De specifieke fobie komt het vaakst voor, gevolgd door sociale fobie, de gegeneraliseerde angststoornis en de paniekstoornis. Angststoornissen komen meer voor bij vrouwen dan bij mannen. Angststoornissen komen het meest voor tussen 25 en 44 jaar en in deze periode ontstaan ook de meeste angststoornissen.
Mensen met een gegeneraliseerde angststoornis, ook wel piekerstoornis genoemd, zijn continu gespannen en piekeren voortdurend. Objectief gezien is er geen reden voor, maar ze zijn constant bang dat er iets vreselijks zal gebeuren.
Als je veel last hebt van angsten is het verstandig naar je huisarts te gaan. Bespreek waar je last van hebt en kijk samen hoe je er beter mee om kan leren gaan. Een arts zal je specifieke vragen stellen naar je gedrag en naar je hele gezondheid kijken om je klachten te kunnen begrijpen.
Angst is een emotie die wordt veroorzaakt door de beleving of waarneming van een bedreiging. Angst is dus een gevoel dat ontstaat door iets dat u bang maakt. Het gevoel van angst leidt tot vermijdingsgedrag of extreme emoties als u er toch mee wordt geconfronteerd.
Kalmeringsmiddelen zijn medicijnen die uw emoties minder sterk maken. Ze helpen vooral tegen angst, zenuwen en stress. Bekende kalmeringsmiddelen zijn benzodiazepinen. Voorbeelden van kalmeringsmiddelen zijn alprazolam, bromazepam, diazepam en lorazepam.
Zowel mannen als vrouwen die een dosis paracetamol hadden ingenomen, vertoonden minder stress toen ze lazen over iemand die fysieke of emotionele pijn leed en ze voelden ook minder medelijden met die persoon in kwestie.