De bedoeling is dat je kind zich veilig en gewaardeerd voelt. Als je kind gebeten heeft, leg dan rustig en duidelijk uit waarom het niet mag: “bijten mag niet, dat doet pijn”. Laat zien dat het andere kind er van moet huilen. Wees direct daarna erg alert en probeer het een volgende keer te voorkomen.
Jonge kinderen bijten niet om de ander bewust pijn te doen. Ze bijten omdat het op dat moment de meest voor de hand liggende optie voor ze is; ze weten zo snel geen andere manier om te reageren. Je kind probeert met deze reactie iets teweeg te brengen. En soms lijkt het alsof je kind juist bijt als jij even niet kijkt.
Je peuter voelt voortdurend heftige emoties, zoals boosheid, maar heeft nog niet geleerd hoe hij of zij die kan of mag uiten. Je peuter bijt om duidelijk te maken dat hij of zij boos, verdrietig, teleurgesteld … is.
Probeer te ontdekken op welke momenten jouw pup geneigd is om te gaan bijten, en zorg dat je dan alternatieven in de aanslag hebt. Zorg bijvoorbeeld dat je altijd wat snacks of kauwspeelgoed bij je hebt zodat je de pup op tijd kunt afleiden - en zo hem leren waarin hij wél mag bijten.
Bij baby's en dreumesen gaat het nog puur om het ontdekken met de mond. Vaak heeft het te maken met onvoldoende vermogen om zich goed uit te drukken in woorden, waardoor ze kunnen gaan bijten." Een kind probeert iets te zeggen waarvoor het de woorden nog niet heeft.
De bedoeling is dat je kind zich veilig en gewaardeerd voelt. Als je kind gebeten heeft, leg dan rustig en duidelijk uit waarom het niet mag: “bijten mag niet, dat doet pijn”. Laat zien dat het andere kind er van moet huilen. Wees direct daarna erg alert en probeer het een volgende keer te voorkomen.
Hoe kun je het bijtgedrag van je pup trainen? Bij te hard bijtgedrag kun je 'AU' zeggen, het spel staken en weglopen. Als je dit consequent toepast leert je pup wanneer hij te hard bijt. Hij leert ook dat het spel stopt als hij dit doet, dus dat het bijtgedrag hem niets oplevert.
Wanneer stopt je pup met bijten en happen? Tijdens het wisselen van het melkgebit kan de pup juist nog iets meer gaan bijten. Maar wees gerust: het gaat over! Na het wisselen van het melkgebit (met maximaal 7 maanden) stopt het happen en bijten over het algemeen.
Een kind van 4 jaar kan goed zijn evenwicht bewaren en kan hinkelen. Hij kan een kleine bal vangen en hij begint te oefenen met activiteiten als fietsen (zonder zijwieltjes) en rolschaatsen. Hij vindt het erg leuk om te rennen, te springen en te klimmen.
Peuters willen de wereld ontdekken en gaan meer en meer hun grenzen verkennen. Ze willen steeds meer zelf doen en van alles uitproberen. Je kind heeft behoefte aan meer onafhankelijkheid en wil zo veel mogelijk zelf bepalen, zelf dingen kiezen en dingen zelf gaan doen.
Veel dreumesen en peuters komen in de fase dat ze gaan slaan en/of bijten. Het is hinderlijk gedrag dat gelukkig goed af te leren is. Voor kinderen onder de drie jaar betekent slaan en bijten puur dat ze het juiste gedrag nog moeten aanleren. Het is geen voorspeller van negatief of zorgelijk gedrag als ze ouder zijn.
Elke bijtwonde kan een infectie veroorzaken. Er zitten namelijk veel microben op je tanden en in je mondholte. Het is dus erg belangrijk om een mensenbeet goed te verzorgen.
Bijtring met koelelementen
Dit bijtspeeltje bevat een of meerdere gedeeltes die gevuld zijn met gezuiverd water, gel of gewoon lucht. Je legt de ring ongeveer 30 minuten in de koelkast (niet in de vriezer, want dan wordt het te koud!) en geeft deze daarna aan je kindje.
Je kindje stopt dingen in zijn mond omdat hij zo de wereld leert kennen. Zijn andere zintuigen zijn nog niet zo goed ontwikkeld, maar het gevoel in zijn mond en tong is juist extra scherp. Daar heeft hij namelijk meer zenuwuiteinden per millimeter dan waar ook in zijn lijfje.
Vooral oudere baby's kunnen proberen om de aandacht van hun moeder tijdens het drinken terug te krijgen, bijvoorbeeld door te bijten. Soms zie je vlak ervoor een guitige glimp in hun ogen. Dit soort bijten gebeurt vaak aan het einde van een voeding, of als je baby toch al niet echt geïnteresseerd was in drinken.
Wanneer je hond gedrag vertoont wat je niet prettig vindt, dan zou je je hond kunnen straffen. Dat kan op allerlei manieren. Je kunt `nee´ zeggen, een ruk aan de lijn geven, een speeltje afpakken of een stroomband gebruiken. Al deze handelingen hebben als doel het gedrag te stoppen of te doen afnemen.
Leid hem bijvoorbeeld af met een snoepje vlak voor zijn neus of met een speeltje zodat hij met vier poten op de grond blijft. Vraag het bezoek om door de knieën te gaan, de pup even aan hun hand te laten ruiken en hem rustig over zijn borst te aaien terwijl u ervoor zorgt dat hij niet opspringt.
Houding: De houding van je pup spreekt boekdelen. Zelfverzekerde honden en honden die dominantie uit willen stralen lopen rechtop en maken zichzelf groot. Andere dominante gedragingen zijn: over andere honden of mensen heen gaan staan of hangen, of duwen.
Een bijtrem is belangrijk zodat je pup leert hoe hard hij in jou of andere mensen mag bijten. Je kunt deze grens van wat jij hard bijten vindt steeds iets lager leggen. Op die manier leer je hem heel precies zijn mond en tanden te gebruiken en leert hij ook dat hij in mensen niet hard kan bijten.
Als een moederhond een pup wil corrigeren, geeft dat een hoop herrie als ze haar bek om de nek/kop van de pup heeft. Maar de moeder zal haar pup niet bestraffen voor het niet zitten, aan de lijn trekken, iets opeten of blaffen tegen een andere hond.
Honden kunnen soms reageren op een manier die voor mensen vreemd zijn, maar honden zijn niet vals. Valsheid is een eigenschap die alleen bij mensen voorkomt. Een agressieve reactie die ten onrechte voor valsheid wordt aangezien, komt vaak voort een gevoel van bedreiging of gevaar.
Het hoort bij de peuterpuberteit
Boos of brutaal en opstandig gedrag horen bij de zogenaamde peuterpuberteit. Dit is normaal. Alle peuters zijn wel eens boos of opstandig. Bijvoorbeeld door te schreeuwen, schelden of brutaal te worden.
Leg uit waarom je peuter straf krijgt.
Je kind moet snappen waarom iets niet mag, zodat hij intrinsiek gemotiveerd wordt om het de volgende keer niet meer te doen. Geef duidelijke uitleg. 'Niet zo stout doen', is voor een kind te vaag. 'Je mag niet schoppen, want dat doet pijn,' is beter.
Vanwege het gedrag van je peuter in deze fase wordt deze periode nogal eens de 'peuterpuberteit' genoemd. Je peuter is bezig met de ontwikkeling van zijn eigen persoonlijkheid. Hij is vaak dwars en koppig, maar kan ook ontzettend veel plezier hebben, of onzeker zijn. Hij valt van de ene emotie in de andere.