Een co ouderschap beëindigen is niet zomaar mogelijk. De afspraken hiervoor zijn namelijk bij uw scheiding vastgelegd in het ouderschapsplan. Deze kunnen niet zomaar worden veranderd. Dat is alleen mogelijk als zowel u als uw ex-partner achter deze beëindiging staan.
Als het gaat om financiële afspraken uit het echtscheidingsconvenant, zoals het niet betalen van alimentatie of het niet nakomen van andere betalingsverplichtingen die in het convenant zijn vastgelegd, dan zul je je tot een deurwaarder of incassobureau moeten wenden.
Loes: Aan het eind van Ouderschap blijft gaan ouders naar huis met een document waarin staat welke overeenstemming is bereikt en welke oplossingen gevonden zijn. Wanneer ouders zich hier niet aan houden of we geen oplossingen kunnen vinden, is mediation een optie.
Als uw ex de afspraken niet na komt, is het altijd belangrijk om eerst te proberen hier samen uit te komen door met elkaar in gesprek te gaan. U kunt eventueel ook vrienden of familie vragen of ze uw ex-partner erop willen wijzen dat hij of zij zich aan de afspraken dient te houden.
Via een eigen advocaat kan co-ouderschap juridisch worden afgedwongen, maar in de praktijk verblijven de kinderen uiteindelijk de meeste tijd bij de moeder: de vader heeft dan alleen een omgangsregeling.
In het algemeen zijn pedagogen van mening dat co-ouderschap niet geschikt is voor kinderen jonger dan vier/vijf jaar, en in ieder geval niet voor kinderen die jonger zijn dan drie jaar. Dat heeft te maken met de hechting.
Recht op omgang met je kind is dus een wettelijk recht voor vaders. De wet geeft aan dat alleen in uitzonderlijke gevallen dit recht van vader op een omgangsregeling kan komen te vervallen. Moeder kan niet zomaar een omgangsregeling van vader weigeren en het kind weghouden bij vader.
Hoe kunt u tot een wijziging komen? Eenzijdig een wijziging doorvoeren op een bestaande regeling is niet mogelijk. Er moet altijd instemming zijn van de andere ouder. Informeer de andere ouder dan ook dat u tot een wijziging wenst te komen en probeer in overleg tot nieuwe afspraken te komen.
Het ouderschapsplan is een rechtsgeldig document op het moment dat jij en je (ex-)partner beiden een handtekening zetten onder het ouderschapsplan. Dat geldt ook als jullie later de afspraken hebben gewijzigd, op papier hebben gezet en hebben ondertekend.
De SCHIP-behandeling is een postrelationeel rouwtraject dat de ex-partners samen doorlopen, waarin aandacht is voor datgene dat de ex-partners hebben verloren, elkaars kwetsuren en het geschonden vertrouwen met als uiteindelijk doel de ex-partners opnieuw met elkaar te verbinden als 'partners in ouderschap'.
De SCHIP-aanpak is het acroniem voor: Samenkomen, Conflict en Verliesverheldering, Helpend Horen, Integratie en Partners. In een relatie ontstaan conflicten. Deze worden al dan niet uitgesproken.
Parallel ouderschap betekent dat de ouders hun kinderen elk op hun eigen manier opvoeden, zonder dat ze dat onderling afstemmen. Bij parallel ouderschap is er weinig communicatie en emotionele betrokkenheid tussen de ouders. Er worden duidelijke afspraken gemaakt om conflicten te verminderen of te voorkomen.
Laat de andere partij dan via een aangetekende brief weten dat hij 'in gebreke' is. Dit betekent dat hij zich niet houdt aan de overeenkomst. Gebruik hiervoor onze voorbeeldbrief ingebrekestelling. U geeft de andere partij dan een laatste kans om de afspraken na te komen.
Zo is de vader die ouderlijk gezag heeft verplicht om bij te dragen in de zorg en opvoeding over het kind. Hij mag ook meebeslissen bij belangrijke aangelegenheden, zoals het verlenen van toestemming voor het aanvragen van een paspoort of het ondergaan van medische behandelingen.
Als je kind niet meer naar jou toe wil
Op het moment dat jij de ouder bent waar het kind niet meer naar toe wil gaan, zoek dan contact met de andere ouder. Probeer samen tot een oplossing te komen, eventueel met een mediator erbij. In bijna alle gevallen heb je recht op omgang met je kind!
Hebben jullie een co-ouderschap, dan is het belangrijk dat jullie bij elkaar in de buurt blijven wonen. Uitgangspunt is ongeveer een maximale afstand van zeven kilometer hemelsbreed. Als een ouder verhuist buiten een straal van zeven kilometer is het vaak moeilijk om het co-ouderschap in stand te houden.
Als je tussen de 12 jaar en 16 jaar bent dan moeten jouw ouders luisteren naar jouw mening, maar uiteindelijk beslissen zij dingen als: bij wie je gaat wonen, wanneer en hoe vaak je de ouder ziet waar je niet woont etc. Als je ouders er niet uitkomen, dan beslist de kinderrechter wat goed voor jou is.
Omvang omgangsregeling in de praktijk
Anders dan eens wordt gedacht, bestaat er in de praktijk in principe geen 'minimale omgangsregeling'. Dit komt omdat de omvang van de omgang afhangt van alle omstandigheden van het geval.
Gezag andere ouder stoppen
De rechter stopt het gezamenlijk gezag alleen als het in het belang is van het kind. De rechter bepaalt ook wie van u het gezag dan krijgt. Heeft u meer kinderen, dan bepaalt de rechter voor ieder kind apart wie het ouderlijk gezag krijgt.
De wet schrijft namelijk voor dat zowel de kinderen als de ouders recht hebben op omgang met elkaar. Ouders hebben zelfs de plicht om aan de omgang mee te werken. De rechter kan een ouder het recht op omgang met het kind slechts ontzeggen indien hiervoor zwaarwegende redenen zijn.
Bij het vaststellen van de omgangsregeling vraagt de rechter hoe hij of zij er tegenaan kijkt. Heeft een kind grote bezwaren tegen omgang met één van de ouders, dan weegt de rechter die bezwaren mee in de beslissing over het al dan niet ontzeggen van de omgang.
Zijn jullie inkomens gelijk en is de omgangsregeling echt 50/50 verdeeld, dan hoeft er geen alimentatie betaald te worden. Is er wel een verschil tussen de inkomen, dan zal er wel een alimentatiebedrag afgesproken moeten worden. Dit geldt ook als de kinderen meer bij de ene ouder zijn dan bij de ander.
De Sociale Verzekeringsbank (SVB) voert de kinderbijslag uit. Volgens de SVB hoort het kind bij co-ouderschap bij de huishoudens van beide ouders. Zowel jij als je ex-partner heeft dus recht op de helft van de kinderbijslag. De SVB betaalt de kinderbijslag het liefst uit aan één ouder.
Bij co-ouderschap wordt uitgegaan van een gelijke verdeling van de dagen dat de kinderen bij de ene of bij de andere ouder zijn. Ook wanneer de verdeling niet helemaal 50/50 is (bijvoorbeeld 60/40) wordt er nog gesproken over co-ouderschap.