Moraal (of zeden) is de opdeling van de handelingen (ofwel gedragingen), in een gegeven (voorgestelde of bestaande) maatschappelijke context, in handelingen welke correct zijn of als wenselijk worden gezien en welke niet.
Is het samenhangend geheel van opvattingen dat een persoon of groep personen als leidraad hanteert om als mens goed (samen) te leven of juist te handelen. In het dagelijks leven worden de begrippen “ethisch juist handelen” en “moreel juist handelen” dus vaak door elkaar gebruikt.
Morele competentie kan worden omschreven als: de bekwaamheid en bereidheid om taken adequaat en zorgvuldig uit te oefenen, rekening houdend met alle in het geding zijnde belangen, gebaseerd op een redelijke beoordeling van de relevante feiten.
Een moraal is een antwoord op de vraag 'wat is goed gedrag? ' “Je mag niet stelen” zou een voorbeeld kunnen zijn van een moraal. Andere voorbeelden zijn: “je moet zorgen voor zieke mensen” en “je mag niet pesten”.
Waarden zijn algemene principes die als richtinggevend voor een bepaalde praktijk worden gezien. Waarden geven dus richting aan het handelen. Morele waarden in de gezondheidszorg zijn bijvoorbeeld eerlijkheid, weldoen, vertrouwen, privacy, respect voor autonomie, niet-schaden en rechtvaardigheid.
Moral sense (moreel besef of de moreel besef-theorie) is een begrip uit de meta-ethiek. Letterlijk opgevat zou het gaan om een 'zintuig' dat tussen goed en kwaad kan onderscheiden.
Morele overtuigingen maken deel uit van iemand zijn moraal. Morele overtuigingen verwijzen naar de opvattingen die iemand heeft over wat goed en kwaad is, wat men wel en niet behoort te doen. Ze verwijzen naar de criteria die men hanteert bij het morele oordelen.
Morele emoties, gevoelens en verlangens
Ze maken aan onszelf en aan anderen duidelijk welke morele waarden we hoog houden. Ze zijn direct verbonden met gevoelens en verlangens en we kunnen ze daarom het best beschrijven in de bredere context van een moreel-emotionele ervaring.
Bij moreel redeneren wordt er geprobeerd om morele waardeoordelen ('moral value judgments') vast te stellen. Niet elk waardeoordeel drukt een moreel waardeoordeel uit. Als er gezegd wordt: 'onze koningin kleedt zich mooi', is het een waardeoordeel, maar niet moreel.
Een moreel (of ethisch) dilemma ontstaat als er een botsing is tussen verschillende morele waarden. Het kiezen voor de ene waarde gaat dan ten koste van de andere waarde.
Als we het over moraliteit hebben, zijn een soort morele code of regels vaak het eerste waaraan we denken. Ook zeggen velen, dat moraliteit vanuit religieuze overtuiging komt. Inderdaad zien wij dat religie, net als filosofie, probeert het complexe systeem van moraliteit in regels te definiëren.
'Moraal' is het geheel van waarden en normen dat voor een persoon of een groep van belang is. 'Ethiek' is het systematisch nadenken over die moraal. Ethiek bestudeert en analyseert dus de moraal. Dit analyseren doe je door waarden en argumenten te ordenen en te beoordelen.
Moraal of moraliteit bestaat uit morele waarden en normen die in een praktijk werkzaam zijn of zouden moeten zijn. Moraal is dus praktijkgebonden. Moraliteit bestaat uit de morele waarden en normen in actie, bijvoorbeeld als individuen hun verschillende maatschappelijke rollen vervullen.
Als zo'n oordeel gaat over gedrag van mensen en hoe ze met elkaar omgaan, dan spreken we van een moreel oordeel. In een moreel oordeel spreek je uit wat je behoorlijk vindt van jezelf en van anderen. Je geeft aan hoe je verwacht dat die ander met jou of anderen om zou moeten gaan.
Morele verwonding ontstaat wanneer morele overtuigingen geweld wordt aangedaan of bepaalde ethische grenzen worden doorbroken. Oorzaak kan zowel andermans als eigen handelen zijn.
De morele ontwikkeling is de ontwikkeling van het besef van goed en kwaad. Het wordt ook wel de gewetensontwikkeling genoemd. De morele ontwikkeling verschilt per leeftijdsfase.
Moraal is het geheel van (morele) normen en waarden dat door een individu, groep, instelling of cultuur als belangrijke richtlijn voor het eigen handelen wordt beschouwd. Een moreel standpunt bevat redenen en argumenten die voortkomen uit morele waarden en normen.
Om een goed moreel besef te hebben is het nodig dat een persoon zich verantwoordelijk voelt voor het eigen gedrag, goed van kwaad kan onderscheiden en zich kan verplaatsen in een ander en ook kan invoelen hoe een ander zich kan voelen bij een situatie.
Het geweten bestaat uit twee componenten: het cognitieve vermogen om te kunnen beoordelen wat 'goed' en 'slecht' is, en het beschikken over de juiste emotionele reacties (gevoelens als schuld, schaamte, spijt, mededogen of medelijden) ten opzichte van het eigen falen in moreel opzicht.
Die zegt enerzijds dat we moreel willen handelen en anderzijds dat we goed voor onszelf en onze eigen belangen moeten zorgen.
Persoonlijk moraal: hiermee worden de normen en waarden van een persoon of een groep personen bedoeld. Individuele moraal: wanneer het over de normen en waarden van één persoon gaat. Groepsmoraal: in groepen kunnen ook bepaalde moralen heersen.
Kernwaarden zijn diep verankerde overtuigingen die ons beeld en ons oordeel, filteren over onszelf en over anderen. De kwaliteiten die je bezit zeggen vooral waar je goed in bent en HOE je dingen doet. Je kernwaarden verklaren WAAROM je dingen doet.