De gulden werd officieel betaalmiddel voor het hele rijk. De gulden werd onderverdeeld in 100 centen. Het portret van koning Willem I stond aan de ene en het koninkrijkswapen, en de Nederlandse leeuw, aan de andere kant. In de rand kwam de tekst 'God * zij * met * ons'.
Vanaf 1816
De indeling uit 1818 in cent, stuiver, dubbeltje, kwartje, gulden, rijksdaalder, tientje werd ingevoerd op advies van J.H.van Swinden.
De (Nederlandse) gulden was vanaf de middeleeuwen tot 1 januari 2002 wettig betaalmiddel in Nederland. Het guldenteken was de ƒ, ook geschreven "fl.", van "florijn". De gulden was ongeveer half zoveel waard als de euro (1 euro = 2,20371 gulden).
De munten zijn uitgevoerd met twee ontwerpen van Erwin Olaf. Beide ontwerpen bestaan uit een portret van koning Willem-Alexander. Rondom zijn hoofd zijn de 12 sterren van de EU zichtbaar. Ook is het jaar waarin de munt is geslagen opgenomen.
De kleine afmetingen van met name het tientje en de halve gulden maakten een korte spreuk noodzakelijk. Vandaar het voorstel van Van Swinden om een afkorting te gebruiken van de Latijnse spreuk: Si Deus nobiscum quis contra nos (Nederlands: Zo God met ons is, wie zal tegen ons zijn?, Rom. 8:31).
De 10, 20 en 50 cent muntjes zijn gemaakt van koper, aluminium, zink en tin en zijn geelkleurig. En de 1 en 2 euro munten tot slot zijn een combinatie van laagjes nikkel, koper en messing. De binnenring van de 1 euromunt is zilverkleurig en de buitenste ring is goudkleurig.
Het ontwerp is van Heinz en Sneschana Russewa-Hoyer. Randschrift op de munt van 2 euro: EINIGKEIT UND RECHT UND FREIHEIT (eenheid, recht en vrijheid) en de afbeelding van de bondsadelaar.
Kostprijs 1 en 2 centjes
Oud staal is ongeveer 0,2 € waard per kilogram. Oud koper is veel meer waard met 4,45 € per kilogram. Een kilogram kleingeld bestaat dus voor 950 gram uit staal en 50 gram uit koper. Die zijn respectievelijk 0,19 en 0,2225 euro waard.
In het Nederlandse decimale muntstelsel, gebaseerd op de gulden, is er tweemaal een muntcoupure geweest die de waarde van vijf gulden droeg. Beide munten werden vijfje genoemd, een naam die ook in gebruik was en is voor bankbiljetten van vijf gulden en vijf euro.
Een muntje van 1 cent uit Monaco, uit 2001 of 2002, is om en bij de 100 euro waard. Hetzelfde geldt voor een muntje van 2 cent uit het Vaticaan uit 2002 of 2003.
1 gulden = 2 frank = 0,08 pond sterling = 0,60 Duitse Reichsmark = 0,40 US dollar. [in 1890 lagen deze koersen gelijk].
Deze was geel van kleur en ondanks dat het geeltje later andere kleuren kreeg, bleef de bijnaam altijd bestaan. Vijftig gulden stond bekend als 'Zonnebloem', de honderd gulden ging door als 'meier' of 'snip'. De minder vaak voorkomende 250 gulden kende men als 'Vuurtoren'.
Geschiedenis dubbeltje
Daarom heette het oorspronkelijk ook wel dubbele stuiver. Vanaf 1948 was het dubbeltje een nikkelen munt met een waarde van een tiende gulden.
Geld inwisselen bij de centrale bank
Bij de centrale bank kunt u uw oude munten en bankbiljetten nog veel langer inwisselen. Maar ook de centrale bank kan een maximum stellen aan de hoeveelheid geld die u bij per transactie kunt omwisselen. Heel oude munten en bankbiljetten kun u niet altijd meer inwisselen.
Maar sommige munten zijn meer waard dan dat ze op het eerste gezicht lijken. Zo heb je 2 euro munten die 15 euro waard zijn en 1 centjes die 6000 euro waard kunnen zijn. Dus voordat je die kleintjes in je portemonnee voor lief neemt, kun je ze beter nog eens een keer goed bekijken.
Met een waarde van bijna 3 euro is de Koeweitse dinar in nominale termen de duurste munt ter wereld; als je ten minste bitcoin en andere alternatieve valuta's niet meerekent.
De waarde van de herdenkingsmunten van 2 euro per land
Het is niet verwonderlijk dat wanneer een land veel munten slaat, de herdenkingsmunt van 2 euro minder zeldzaam is en dus minder wordt gewaardeerd, en vice versa. Voor gouden landen zal de waarde van uw herdenkingsmunt van 2€ bij verkoop tussen 3€ en 9€ liggen.
Binnen zo'n serie is de kleur van de muntjes hetzelfde en is het muntje met meer waarde een stukje groter dan de vorige. Om dus te voorkomen dat de duurste munten te groot gaan worden, begint de nieuwe serie met een wat kleiner muntje dan de grootste van de vorige serie. Dus: 10 cent is kleiner dan 5 cent.