Bedrijfskunde en administratie populairste richting in het hbo. Zo'n 68 duizend studenten behaalden hun bachelordiploma in het hoger beroepsonderwijs. Van alle afgestudeerden behaalde de grootste groep, bijna 16 duizend studenten, een diploma voor een opleiding in de richting bedrijfskunde en administratie.
Geneeskunde is opnieuw de populairste studie op Qompas Studiekeuze. Ook Criminologie en International Business bekijken jullie veel. Meisjes en jongens maken verschillende keuzes. Bij meisjes scoren Toegepaste Psychologie (havo) en Geneeskunde (vwo) het best.
Natuurkunde wordt onbetwist als de moeilijkste opleiding gezien. Elf verenigingen zetten deze bètastudie op 1. Biomedische Wetenschappen, Farmacie en Geneeskunde werden elk één keer als moeilijkste genoemd. Samen met Kunstmatige Intelligentie vormen deze opleidingen de top vijf.
In academische kringen mag een IQ beneden de 117 dan minnetjes klinken, gezien het een feit dat de gemiddelde score binnen een bevolking per definitie 100 is, is iedereen met een score boven de 100 officieel al 'begaafd'. Er is ook genoeg bewijs dat je met een matige score best een eind kunt komen aan de universiteit.
Met de studies accountancy en econometrie heb je de beste carrièrevooruitzichten, blijkt uit onderzoek van het UWV naar de arbeidspositie van universitair geschoolden. Een minder zekere toekomst hebben studenten archeologie en letterkunde.
De overheid is het meeste kwijt aan een hbo- of wo-opleiding; een mbo-studie is doorgaans goedkoper. Een wetenschappelijke opleiding in de gezondheidszorg en techniek is het duurst, zowel privé als voor de overheid.
Bijvoorbeeld allerlei beroepen in de verzorging (mens en dier) , in de commercie/verkoop, creatieve opleidingen, kapper, bakker, horeca, kok, media en entertainment,... eigenlijk heeft het niet-hebben van wiskunde in je pakket maar consequenties voor een paar opleidingen, en eigenlijk alleen op niveau 4.
Hoogopgeleiden zijn personen met een afgeronde hbo- of universitaire opleiding. Het gaat om het aandeel hoogopgeleiden binnen de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Het tempo ligt op het hbo dus echt wel hoger. Daarnaast worden de teksten en dingen die je moet leren niet zo vaak herhaalt als op het mbo. Zodra iets is behandeld, dan wordt er van je verwacht dat je het ook hebt onthouden. Dat is soms lastig, met name als de studieboeken ook moeilijker zijn.
Wel weten we ongeveer waar je de meeste en minste kansen hebt op een baan. Over het algemeen liggen de hoogste kansen op een baan bij de economische- en de technische sector. De laagste bij taal & cultuur en gedrag & maatschappij.
De grootverdieners in Nederland zijn medisch specialisten, huisartsen en directeurs en leidinggevenden. De vermelde salarissen zijn de maximale bruto-maandlonen, op basis van 30 jaar ervaring.
De opleidingspremie is een financiële tegemoetkoming voor de werkgever of onderneming die de opleiding van een werknemer en/of werkgever betaalt . Om in aanmerking te komen moet de opleiding aansluiten bij de functie die de werknemer/werkgever uitoefent.
Jaarlijks proberen duizenden ijverige studenten binnen te komen bij prestigieuze Amerikaanse universiteiten zoals Harvard, Princeton of Columbia. En met dat prestige komt ook een fikse som collegegeld, zo'n 40 duizend euro per jaar. Ter vergelijking: in Nederland betalen universitaire studenten 1906 euro per jaar.
Het wettelijk collegegeld is ongeveer €2200,00 per jaar. Dat zijn niet de werkelijke kosten. Die zijn veel hoger. Gemiddeld kost het €5.500 – €10.000,00 om een student een jaar te laten studeren.
Wat vroeger basisbeurs heette is nu een 'studievoorschot', een lening dus. Dat maakt studeren op termijn duurder. Als je studeert merk je het niet direct in je portemonnee. Net als tien jaar geleden krijg je maandelijks een bedrag van DUO overgemaakt als je daarvoor kiest.
De komende vier jaar verdwijnen mogelijk ruim anderhalf miljoen banen als gevolg van digitalisering, meldde accountants- en adviesbureau PwC onlangs. Onder deze zogenoemde groep met 'zombiebanen' vallen voornamelijk verkoopmedewerkers, vakkenvullers, horecamedewerkers en receptionisten.
Installateurs en monteurs: de energietransitie en nieuwbouw komen in versnelling, met nog meer vraag naar deze schaarse technici. Pedagogisch medewerkers: kinderopvang wordt betaalbaarder terwijl er nu al tekorten zijn. GZ-psycholoog: al jaren kansrijk, stijgt vermoedelijk door pandemie gerelateerde vraag.