Geschikt als bodembedekker onder fruitbomen o.a. Oost-Indische kers, afrikaantjes, bosaardbeien, hondsdraf (meerjarig) en goudsbloemen. Op vrijliggende percelen waar u volgende winter opnieuw fruitbomen wil planten kan u afrikaantjes (Tagetes) zaaien. Tagetes of afrikaantjes doden sommige soorten aaltjes in de grond.
Levende mulch als ondergroei
Bij grote bomen (half- en hoogstammen) kun je de bodem onder de boom ook bedekken met planten. Zorg ervoor dat de planten niet concurreren met de fruitboom (bijvoorbeeld gras doet dat wel). Zaai de bodem bijvoorbeeld in met klaver; die zal stikstof vrijstellen aan jouw fruitboom.
Vaak wordt er gekozen om onder bomen schaduw lievende vaste planten te plaatsen zoals bijvoorbeeld; lievevrouwebedstro, varens, hosta's, siergrassen, anemonen, primula en heuchera's. Vaste planten zijn makkelijker te plaatsen aangezien zij minder (water en voeding) nodig hebben.
Geschikte planten voor een boomspiegel zijn bijvoorbeeld vrouwenmantel (Alchemilla mollis), ooievaarsbek (Geranium), schoenlappersplant (Bergenia 'Winterglod') en hartlelie (Hosta lancifolia), maar ook bolgewassen zoals sneeuwklokjes (Galanthus), de boshyacint (Hyacinthoides) en de prairielelie (Camassia).
Houdt de grond in de pot licht vochtig. Wanneer de plantjes ongeveer een hoogte van 50 cm hebben bereikt kunnen ze uitgeplant worden. Wanneer je meerdere plantjes gaat uitplanten moet er zo'n 8 meter tussen zitten. Een perenboom kan 9 meter hoog worden en heeft dus de ruimte nodig om te groeien.
Een appelboom gaat tussen de 12 en 15 jaar mee. Een perenboom gaat langer mee, 25 tot 30 jaar.
Perenbomen zijn pas laat vruchtbaar, het kan wel 6 tot 8 jaar duren voordat de eerste peren geoogst kunnen worden. Snoeien gebeurt tussen begin december en eind februari, wanneer de groei stil staat, en wanneer het niet harder vriest dan -5 graden Celsius.
WELKE BODEMBEDEKKERS ZAAIEN OF PLANTEN? Geschikt als bodembedekker onder fruitbomen o.a. Oost-Indische kers, afrikaantjes, bosaardbeien, hondsdraf (meerjarig) en goudsbloemen. Op vrijliggende percelen waar u volgende winter opnieuw fruitbomen wil planten kan u afrikaantjes (Tagetes) zaaien.
Maak die greppel ca 50 cm diep en probeer onder het wortelgestel te graven zodat de boom los komt te staan. Met behulp van een stevig en lang touw en vooral veel mankracht trekken we de boom in de goede valrichting.
Ja zeker, er zijn diverse fruitstruiken die goed gedijen op een schaduwrijke plek; denk hierbij aan bosbessen, herfstframbozen en braambessen.
Netten gebruiken tegen vogels
Het belangrijkste is dat het gaas strak gespannen is, zodat de vogels er niet doorheen kunnen. Bevestig het gaas vogelnet de stam van de boom en drapeer het vervolgens over de takken. Een andere methode is om een kooi van netten te maken met stokken.
Heeft de fruitboom ook kalk nodig? Veel mensen denken dat fruitbomen geen kalk nodig hebben, maar dat is niet het geval. Jonge fruitbomen moeten bijvoorbeeld elk jaar licht met kalk worden bestrooid om een gezonde groei te bevorderen en verzuring van de bodem te voorkomen.
Breng een mulch van bladeren, snoeiafval of compost aan onder je fruitboom. Door de bodem te bedekken met een dunne lage organisch materiaal stimuleer je het bodemleven en verbetert de vochtvoorziening. Bovendien is een mulch een ideale voedingsbron voor je fruitboom en voorkom je competitie met de ondergroei.
De fruitboom verzorgen met water
Heeft u de perenboom net geplant (waarover zometeen meer), dan is het belangrijk dat deze genoeg water krijgt. Maar ook wanneer het snik heet is, is het water geven logische wijs van groot belang. Een gemiddelde fruitboom heeft namelijk per week zon 30/40 liter aan water nodig.
Een perenboom valt te vergelijken met een appelboom, de dagelijkse water benodigdheid varieert in het groeiseizoen tussen de 80-200 liter per dag. De Pruimenboom heeft ongeveer 24-48 liter per dag aan water nodig.
Een appelboom en een perenboom kunnen elkaar niet bestuiven. Bestuiving is wel van belang om fruit te kunnen plukken, want zonder bestuiving komen er na de bloei geen vruchten in de boom. Er zijn drie manieren om ervoor te zorgen dat beide bomen bestoven worden: Plant zelfbestuivende bomen aan.
Een goede bodembedekker houdt onkruid tegen en beschermt. Hiervoor kan je bijvoorbeeld kiezen voor een snelgroeiende en groenblijvende plant die laag en breed groeit zoals salie, hedera of kattenkruid om er maar enkele te noemen.
Een fruitboom heeft een beurscyclus van ongeveer 3 tot 4 jaar. Dit betekent dat een boom in het eerste jaar van de cyclus weinig tot geen vruchten zal produceren, in het tweede jaar een matige hoeveelheid, in het derde jaar een grote hoeveelheid en in het vierde jaar weer weinig tot geen vruchten.
In de zomer snoei je de perenboom om hem in vorm te houden. Dit noem je ook wel vormsnoei. Hierbij gaat het erom dat je een deel van de waterloten snoeit waardoor de energie van de boom niet in de bladeren gaat zitten maar naar de peren gaat.
De gemiddelde jonge perenboom heeft veel water nodig om sterke wortels, bladeren en vruchten te ontwikkelen. Als vuistregel geldt dat jonge perenbomen meer water nodig hebben dan volwassen bomen, die in regio's met frequente regenval grotendeels afhankelijk zijn van regenwater.