Een persoonlijk verslag is een tekst waarin je beschrijft wat je hebt gedaan of wat er is gebeurd. Dat kan bijvoorbeeld een beschrijving zijn van een wedstrijd of een vakantie. Je vertelt de lezer alles wat hij moet weten. Dat doe je door in het verslag antwoord te geven op de 5w+h-vragen.
Begin met de inleiding van je verslag.Hierin beschrijf je kort en bondig waar het verslag over gaat en wat je onderzocht hebt. Analyseer nu je aantekeningen, en bepaal een logische volgorde voor je verhaal. Werk daarbij met verschillende alinea's of stukjes.
In je inleiding introduceer je je onderwerp, stelt de probleemstelling op en vertelt je doelstelling en je onderzoeksvragen. Verder maak je een korte beschrijving van de onderzoeksopzet en maak je een leeswijzer.
In je inleiding geef je algemene informatie over je onderwerp en baken je je onderwerp af zodat je lezer weet waar je onderzoek over gaat. Met die informatie beschrijf je jouw doelstelling, probleemstelling en presenteer je de hoofdvraag en deelvragen van je scriptie.
Het is gebruikelijk om het voorwoord te beginnen met een korte beschrijving of vermelding van de context (opleiding, onderwerp). Vervolgens bedankt je de mensen die op enigerlei wijze hebben bijgedragen aan jouw onderzoek of scriptie, zoals de scriptiebegeleider of stagebegeleider.
Antwoord. In gewone lopende tekst en bovenaan in een brief heeft 14 april 2011 de voorkeur. De verkorte notatie krijgt streepjes of punten: 14-04-2011, 14.04.2011. In een internationale context of wanneer er op de datum gesorteerd moet kunnen worden, is de volgorde omgekeerd: 20110414, 2011-04-14.
Een nawoord is een terugblik op de periode van het schrijven van je scriptie of onderzoek. Je vertelt over je ervaringen en wat je hebt geleerd.In je nawoord kun je tevens mensen bedanken als je dit nog niet hebt gedaan in een voorwoord of dankwoord.
Een goede manier om een inleiding te beginnen, is een persoonlijke anekdote die een direct verband houdt met je schrijfwerk. Vertel bijvoorbeeld hoe jouw eigen interesse voor het onderwerp is ontstaan, of op welk moment je op het idee bent gekomen om je boek of scriptie te schrijven.
De samenvatting staat na het voorwoord en voor de inhoudsopgave. In de samenvatting zijn de juiste werkwoordstijden consistent gebruikt. De doelstelling staat in de samenvatting. De probleemstelling staat in de samenvatting.
Het voorwoord eindig je altijd met je naam en de plaatsnaam en datum ten tijde van het schrijven. Je schrijft het voorwoord in een persoonlijke, maar professionele, stijl. Let op Op welke onderdelen je precies ingaat, is afhankelijk van jouw studierichtlijnen.
Een verslag is een goede manier om een onderzoek te beschrijven dat je hebt uitgevoerd. In een verslag combineer je tekst en afbeeldingen. Het doel is om de lezer uit te leggen wat je hebt gedaan en hoe je te werk bent gegaan.
Onderdelen inleiding
Het is niet wenselijk om direct te binnen met de inhoud, dus bedenk een 'openingszin' die de lezer nieuwsgierig maakt en motiveert om verder te lezen. Maak bijvoorbeeld een opsomming van een aantal belangrijke zaken in het verslag om de interesse te wekken.
Verslagen zijn niet alleen een middel om acties, termijnen en vervolgstappen vast te leggen. Goede notulen kunnen u ook helpen het proces en de bedrijfsvoering te bewaken.Daarnaast heeft verslaglegging een informerende functie.
In je inleiding introduceer je je onderwerp, stelt de probleemstelling op en vertelt je doelstelling en je onderzoeksvragen. Verder maak je een korte beschrijving van de onderzoeksopzet en maak je een leeswijzer.
Het voorwoord van een scriptie komt na de samenvatting, maar vóór de inhoudsopgave. De inleiding is het eerste hoofdstuk van je scriptie en komt meteen na de inhoudsopgave.
Een voorwoord is de allereerste tekst van je boek, hierin vertel je waarom jij specifiek dit boek hebt geschreven. Volgens Jolanda Pikkaart is het voorwoord de perfecte plek om kort te vertellen waar het boek over gaat en wie heeft geholpen. De lezer leert jou, als auteur, zo een beetje kennen.
Ook schrijf je in de inleiding wat ze in de kern van de tekst kunnen verwachten. In de kern vertel je het verhaal of geef je de informatie. Als laatste sluit je de tekst af en verleid je of zet je iemand tot het ondernemen van een actie. Dit heet het slot.
Een goede inleiding trekt de aandacht van de lezer en geeft aan waarover de tekst gaat. Een goed geschreven tekst bevat een inleiding van één of enkele alinea's. Na het lezen van de inleiding weet de lezer wat er komen gaat. Zo kan hij bepalen of de tekst voor hem interessant is om te lezen.