Een lastig gesprek heb je niet zomaar. Bijna altijd is er 'iets' voorgevallen.Of, je vermoedt dat er iets zou kunnen gebeuren. Je hebt bij voorbaat al een (waarde)oordeel over je gesprekspartner en juist als dat (waarde)oordeel niet al te positief is, kun je spreken van het ontbreken van vertrouwen.
De belangrijkste kenmerken van een goed gesprek zijn: De tijd nemen, contact maken en actief luisteren. Respecteren en verplaatsen in het standpunt van de ander. Gelijkwaardigheid en tweerichtingsverkeer.
Voer een open, begripvol, onbevooroordeeld en nieuwsgierig gesprek. Vermijd een in discussie als de cliënt zijn of haar ervaringen, idealen en/of denkbeelden uitspreekt. Ook zorgen over mogelijke radicalisering benoemt u niet in het gesprek.
Je laat eerst door je houding (dichtbij gaan staan, mensen aankijken) of door het maken van een cliché-achtige opmerking blijken dat je met het gesprek mee wilt doen. Voorbeelden zijn 'Hoi, hoe is het met jullie?' , 'Vinden jullie het goed dat ik er bij kom?' , of 'Dat klinkt wel interessant'.
Een diepte-interview is semigestructureerd. Het gesprek tussen de interviewer en de respondent wordt in een bepaalde richting geleid.De interviewer wil zo veel mogelijk informatie vergaren van de respondent. Daarom zorgt de interviewer ervoor dat er interactie ontstaat en de respondent vrijuit kan praten.
Oppervlakkige reacties gebaseerd op een paar krantenkoppen waarbij een oordeel of veroordeling wordt uitgesproken over iets of iemand zonder onderbouwing, argumentatie. Ongegrond, ijdel en onbeduidend dus! Dat zijn de goede woorden.
Een stilte laten vallen kan een functie hebben. Het nodigt de ander uit om het werkelijke verhaal te vertellen of om zijn/haar échte gevoelens te tonen. Dat is positief! De keerzijde is er ook wanneer stiltes manipulatief ingezet worden bijvoorbeeld om iemand aan het praten te krijgen.
Communicatieproblemen houden meestal verband met: Onvermogen om je eigen behoeften uit te drukken (niet praten over wat je nodig hebt of anderen dwingen om te doen wat we willen schreeuwen of manipuleren); Het niet communiceren van de eigen emoties (verbergen, onderdrukken en niet toegeven aan de eigen emoties.
Ritselende bladeren in de wind, een mug of een moderne pc halen maar net zo'n 10 dB. Fluisteren bereikt ongeveer 30 dB en een normaal gesprek ligt ongeveer op 60 dB.