Een paar euro per week is genoeg als het zakgeld is bedoeld voor kleine dingen als snoep en speelgoed. Moet je kind ook cadeautjes betalen of een abonnement? Dan is een hoger bedrag misschien nodig. Zet samen alle uitgaven van je kind op een rij.
Kinderen op de basisschool geven het zakgeld vaak uit aan snoep en speelgoed, maar op de middelbare school kunnen er al 'vaste lasten' zijn. Denk bijvoorbeeld aan een telefoonabonnement. Zet samen met je kind op een rijtje wat de uitgaven zijn, om te bepalen welk bedrag passend is.
Hoeveel kleedgeld je je kind geeft, hangt natuurlijk helemaal af van jezelf en je eigen budget. Volgens Nibud verschillen de bedragen voor de diverse leeftijden niet zoveel: zo tussen de 30 euro en 60 euro. Een gemiddeld bedrag voor kleedgeld is ongeveer 50 euro per maand.
Zakgeld en kleedgeld voor je kind
Uit onderzoek van het Nibud (link naar de website van het Nibud) blijkt dat middelbare scholieren (veel) meer zakgeld krijgen dan kinderen op de lagere school. Een brugklasser ontvangt gemiddeld €15 tot €20 per maand.
De helft van de scholieren krijgt kleedgeld. Gemiddeld krijgt een scholier tussen de 12 en 18 jaar ongeveer €64 per maand aan kleedgeld. Dit blijkt uit onderzoek van het Nibud (2020).
Volgens het laatste onderzoek van Nibud krijgen tieners gemiddeld 64 euro kleedgeld. Daarnaast krijgen zij gemiddeld 31 euro zakgeld. Ook verdienen tieners gemiddeld 174 euro bij hun bijbaantje, en krijgen ze gemiddeld 43 euro door vakantiewerk.
Uit de cijfers van het Nibud blijkt dat alle kleding (dus een compleet setje van ondergoed tot jas) vanaf twaalf jaar en ouder 56 euro per maand kost. Uit de cijfers van 2016 blijkt dat een gemiddelde scholier ongeveer 50 euro per maand aan kleedgeld krijgt. Dit bedrag is voor vrijwel elke leeftijd gelijk.
Scholieren die sparen hebben een gemiddeld spaartegoed van 1.392 euro. Dit is minder dan in 2016, toen scholieren 1.641 euro aan spaargeld hadden. De ene helft van de scholieren met spaargeld heeft minder dan 500 euro gespaard, de andere helft heeft meer dan 500 euro gespaard. In 2016 lag de mediaan op 600 euro.
Het Nederlands Centrum voor Financiële Informatie (NCFI) heeft hier onderzoek naar gedaan. Volgens de organisatie geven we gemiddeld € 1.600 per jaar uit aan kleding en schoenen. Daarvan gaat € 1.270 naar kleding en iets meer dan € 300 naar schoenen. Dat komt dus neer op een bedrag van omgerekend € 134 per maand.
Kleedgeld is een goede manier om kinderen met geld te leren omgaan. Na zakgeld is het de logische volgende stap in de financiële opvoeding. De bedragen zijn groter en uw kind wordt verantwoordelijk voor zijn of haar eigen kleding. Zo leert uw kind uitgaven te plannen en creatief te zijn met een klein budget.
Uit onderzoek van het Nibud blijkt dat kinderen van 12 jaar over het algemeen de verantwoordelijkheid over kleedgeld al aankunnen. Kleding is op deze leeftijd belangrijk voor een kind. Ze kiezen dan graag zelf hun kleding uit.
Hoeveel kostgeld kun je vragen? Er is geen standaardbedrag voor kostgeld.Elke situatie is anders, met verschillende personen, inkomens, lasten en verbruik. Om te beoordelen wat een redelijk bedrag is, kun je kijken naar het inkomen van je kind en welke kosten je wilt doorberekenen.
Volgens het Nibud kost een kind van 12 tot 18 jaar nog een keer zo'n € 30.000 in totaal. In deze kosten zijn onder andere bovenstaande kosten opgenomen, maar ook zaken als kleedgeld, eten en verzorgingskosten.
Zo duur is een kind van geboorte tot 23 jaar: reken maar op €340.000 tot €400.000 als je eigen huis en auto hebt. De kosten van het levensonderhoud stijgen door de hoge inflatie en dat maakt ook kinderen duurder.
Vanaf welke leeftijd kleedgeld? Het Nibud raadt aan om je kind kleedgeld te geven vanaf 12 of 13 jaar. Pubers van deze leeftijd voelen grotere verantwoordelijkheid over geld en hebben interesse in kleding. Kleedgeld is voor hen een goede manier om te leren sparen voor grotere uitgaven, zoals die dure sneakers.
Voor een tweeoudergezin kost één kind gemiddeld 15 procent van het besteedbaar inkomen, berekent het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Twee kinderen kosten gemiddeld 25 procent van het inkomen, drie kinderen 29 procent en vier kinderen 35 procent.
Wil je de kosten voor op kamers gaan helemaal betalen voor je kind? Dan moet je rekening houden met een bedrag van zo'n €65.000 wanneer je kind 5 jaar studeert. Dit betekent dat je vanaf de geboorte van je kind iedere maand ruim €300 opzij moet leggen. Dit kan natuurlijk lang niet iedereen missen.