Een dode vleermuis kunt u afvoeren volgens de regels van uw eigen gemeente. Vraag de milieudienst om informatie. U kunt de vleermuis ook aanbieden voor onderzoek bij het onderzoeksinstituut Wageningen Biovetinary Research (WBVR). Het WBVR onderzoekt dan of het dier rabiës heeft.
Breng de vleermuis zo naar buiten en laat hem vrij. Durft u de vleermuis niet op te pakken? Bel dan de dierenambulance (telefoonnummer 0900-0245).
Waarom kiezen vleermuizen voor uw huis? Vleermuizen komen vaak gebouwen binnen via niet-afgeschermde ventilatieopeningen en openingen aan de buitenkant. Vleermuizen komen meestal in het voorjaar vanuit hun winterverblijf, op zoek naar een nieuwe verblijfplaats voor de zomer.
Een jonge of gewonde vleermuis kun je voorzichtig in een doosje vegen, zodat je ze niet hoeft aan te raken. Moet je ze wel oppakken, trek dan geen vuurvaste lashandschoenen of ovenwanten aan, want dan voel je de vleermuis niet.
De meeste vleermuizen komen nooit in aanraking met mensen. Andersom geldt dit dus ook. Er zijn maar weinig mensen die een vleermuis van dichtbij hebben kunnen bekijken. Toch kan het gebeuren dat een directe ontmoeting plaats vindt.
Doe als eerste de deuren naar andere woonruimten dicht zodat u zeker weet dat de vleermuis niet naar een andere woonruimte kan vliegen. Zet in de ruimte waar de vleermuis vliegt een raam of buitendeur open.Wacht geduldig tot de vleermuis de weg naar buiten heeft gevonden, dit kan een hele tijd duren.
Wanneer je de vleermuis overdag terugvindt, kun je ze ofwel met rust laten of in een doos zetten. Indien ze aan het rondvliegen is dan kan je best het licht uitdoen, de ramen open zetten en even uit de kamer gaan, wanneer alles rustig is, zal hoogstwaarschijnlijk het diertje zelf zijn weg naar buiten gevonden hebben.
Als je een vleermuis hebt gevonden, raak deze dan nooit met blote handen aan! Vleermuizen zijn moeilijk uit elkaar te houden en het is niet uit te sluiten dat ook andere soorten gevoelig zijn of worden voor EBLV.
Bij vleermuizen in Nederland en de rest van Europa is één voor mensen besmettelijk ziekte aangetroffen. Dat is een hondsdolheid-virus: European Bat Lyssa Virus (EBLV). Het virus is in Nederland alleen bekend van de laatvlieger en de meervleermuis.
Vleermuizen vliegen niet in je haren. Ze kunnen wel heel dicht bij je vliegen, maar ze zullen je niet raken. Vleermuizen kunnen erg oud worden, meer dan twintig jaar is geen uitzondering.
Wanneer de vleermuis verschijnt, is het tijd bepaalde angsten onder ogen te zien. Misschien is dit het moment om iets los te laten wat je lang dierbaar is geweest. Of om een levensfase af te ronden. Dat is het onderdeel van de cyclus van het leven waar mensen over het algemeen de meeste moeite mee hebben.
Vleermuizen bijten niet tenzij ze zich bedreigd voelen bijvoorbeeld wanneer mensen hem proberen op te pakken. Vleermuizen veroorzaken veel overlast. Deze dieren maken nauwelijks geluid en hebben een zeer droge ontlasting waardoor ze niet stinken.
Vleermuizen gevoelig voor licht
Bij hun verblijfplaatsen, op vliegroutes en in hun jachtgebied. Vooral straatverlichting kan leiden tot pijnlijke verblinding bij deze beschermde nachtdieren. Om dit probleem op te lossen, heeft de Batlamp ledlichtjes die amberkleurig licht geven.
Er is een vleermuis naar binnen gevlogen, wat te doen.
Dit signaal wordt weerkaatst door bijvoorbeeld gebouwen en andere objecten. Zodoende weet een vleermuis welke kant hij wel en niet op kan vliegen. In de zomermaanden vliegt het beestje toch geregeld een woning binnen.
Het lichaam van een vleermuis is aangepast om ondersteboven te hangen. Wanneer ze met hun kop naar beneden hangen, dan trekt hun lichaamsgewicht aan een pees zodat hun pootjes dicht worden getrokken. Eigenlijk hebben ze geen spierkracht nodig om te blijven hangen. Ondersteboven hangen kost ze dan ook geen energie.
Als je gekrabd of gebeten wordt door een vleermuis, moet je de wond langdurig wassen onder stromend water. Daarna moet je zo snel mogelijk medische hulp zoeken. Je krijgt dan, afhankelijk van de wond, vaccinaties en/of antistoffen toegediend. De antistoffen zijn niet verkrijgbaar bij de apotheek.
Vleermuizen veroorzaken eigenlijk geen overlast en zijn vooral nuttige dieren omdat zij veel vliegen en muggen vangen. Toch worden mensen vaak wat zenuwachtig bij de gedachte dat er vleermuizen in huis of in de schuur leven. U zult als er vleermuizen binnen zitten bijvoorbeeld poepjes op de muur vinden.
Laatvliegers en meervleermuizen
In Nederland komen 21 verschillende soorten vleermuizen voor. Daarvan zijn er 7 soorten algemeen of redelijk algemeen voorkomend. Bij 2 soorten is vastgesteld dat ze met rabiës besmet kunnen zijn. Dat zijn de laatvlieger en de meervleermuis.
Alle vleermuizen hebben schoon water nodig, voor drinken en voor voedsel.
Normale echolocatie geluiden van de rosse vleermuis kunnen mensen met gevoelige oren wel horen, die zitten iets boven de 20 KHz.
Het kan gebeuren dat ze zo soms rakelings langs je heen scheren. Hun sonar heeft hen echter al lang laten weten dat jij geen smakelijk insect bent maar een groot, te mijden voorwerp. In je haren vliegen - en erin verstrikt raken - doen ze dus niet.
Vleermuizen zijn zoogdieren, net als mensen. Ze zijn warmbloedig, bedekt met haar, baren levende jongen en zogen hun baby's. Het verschil met mensen is dat ze vleugels hebben, waardoor ze kunnen vliegen. Maar zelfs met dat verschil lijken de botten van vogels, mensen en vleermuizen erg veel op elkaar.
Vleermuizen gaan het liefst 's nachts op pad om eten te zoeken. Dan gaan ze vaak met een heleboel tegelijk hun schuilplaats uit. Ze zoeken naar muggen, nachtvlinders, torren en vliegen. Midden in de nacht jagen kan lastig zijn.
Vleermuis kunnen voor flink wat uitwerpselen zorgen, dus hoopjes op zolder verraden gelijk de aanwezigheid van vleermuizen. De stank van de uitwerpselen van vleermuizen wordt vaak vergeleken met de geur van rottend knoflook. Maar in combinatie met de urine van ratten, zal de ammoniaklucht van de urine overheersen.