Bij de tussenliggende panlatten is het genoeg om pan om pan een schroef te bevestigen. Er is ook een eenvoudigere methode om dakpanplaten te monteren. Hierbij worden geen panlatten gebruikt, maar een houten plaat.
Dampopen folie voorkomt lekkage
In geval van dakvernieuwing na waterschade werken we altijd met dampopen folie onder de pannen. Dit folie heeft als functie dat het dak waterdicht blijft. Water kan niet naar binnen, maar de damp kan wel naar buiten. Oftewel; het kan niet inregenen, maar wel uitdampen.
Het beste kan je de platen aan de gootzijde in een rechte lijn leggen. De eventuele verschillende verdwijnen dan onder de nokstukken of windveren. De schroeven worden in het dal van de dakpanplaat geplaatst, net onder het begin van elke pan. In de onderste en bovenste panlat wordt in elk dal een schroef geplaatst.
Monteren van de metalen dakpanplaten
De eerste plaat zet u vast met twee schroeven aan de panlat; één aan de onderzijde en één aan de bovenzijde. De volgende plaat zet u alleen vast met twee schroeven in de overlap, dus niet aan de panlatten.
Lopen over de dakpanplaat geeft normaliter geen beschadigingen, toch is het raadzaam om alleen in de z.g.n. dalen van de plaat te lopen. De tweede panlat ligt veelal op 330/380 mm van de eerste. De afstand kan variabel zijn i.v.m. de overstek in de goot.
Spijkeren is makkelijker met een dakdekkershamer met magnetische opname. Met schroeven splijten de panlatten als ze niet zeik nat zijn. Schieten kan met zowel spijkers als krammen. Een platte tacker blijft wel beter op het dak liggen als een rolspijker tacker.
Voor trapezeplaten en sandwichpanelen geldt een minimale dakhelling van 3 graden en voor metalen dakpannen een minimale helling van 8 of 13 graden. Dwarsverbindingen in het dak vereisen speciale zorg voor dakhellingen onder 20 graden en moeten eventueel worden voorzien van extra afdichtbanden of afdichtingsmiddelen.
Met hoeveel schroeven moet ik mijn dakpanplaten bevestigen? Over het algemeen raden we aan om 8 schroeven per vierkante meter te gebruiken.
Een dampscherm is nodig bij bepaalde isolatiematerialen – zoals minerale wol, cellulose, … - om te vermijden dat er vocht in de isolatie kan dringen. Dat is belangrijk om de isolerende capaciteiten van het materiaal te vrijwaren. Het scherm wordt ook wel eens gebruikt om gebouwstructuren te beschermen tegen vocht.
Het toepassen van een dampremmende folie is altijd belangrijk in dampdichte constructies. Dampdichte constructies zijn bijvoorbeeld houten dakconstructies met een pannen, bitumen of EPDM- of zinken dak. In een dampopen constructie is een dampremmende folie niet nodig.
Dampremmende folie en PIR
Afhankelijk van de plek waar u de PIR isolatieplaten gaat gebruiken is er soms een dampremmende folie nodig om het isolatiemateriaal droog te houden. Condens vanuit uw woning mag het isolatiemateriaal niet constant belasten omdat anders het vocht in de muren of het plafond kan gaan zitten.
De tengellatten zorgen er mee voor dat de pannen een goede grip hebben op de panlatten. Daarnaast en nog belangrijker zorgen ze ervoor dat er een ruimte is tussen de pannen en het onderdak. Deze ruimte fungeert onder meer als verluchtingskanaal dat ervoor zorgt dat eventueel vocht onder de pannen kan verdampen.
Meet de lengte over 10 dakpannen op. Leg de dakpannen vervolgens 'gedrukt' en meet de lengte opnieuw. Vergeet hierbij de maatbepalende hulpstukken, zoals gevelpannen en dubbele welpan niet. De juiste latafstand is de som van de afmetingen, gedeeld door 20.
LET OP: Voor onze dakpanplaten, heeft u een minimale dakhelling van 7° nodig, omdat anders het regenwater niet goed kan aflopen en zelfs kan blijven liggen. Dit kan uiteindelijk tot lekkage en verkleuring van de coating leiden. Damwandplaten en golfplaten kunnen ook bij zeer flauwe dakhellingen worden geplaatst.
Wil je problemen met de afwatering van je dak voorkomen? Dan is een minimale hellingsgraad van 2% een must.
“Een dakpan mag ongeveer voor de helft in de dakgoot komen, dat deze pan zover komt is niet goed”, zegt dakspecialist Erik Broekhoven.
Dakpannen worden verankerd met panhaken van roestvast staal. De manier waarop de dakpannen verankerd zijn, is niet alleen afhankelijk van de windbelasting van het dak, maar ook van het dakpanmodel.
Een tikpanhaak wordt bevestigd door het in de panlat te tikken. Hierdoor valt de panhaak in de zijsluiting van de dakpan. De lengte van de panlat maakt hierbij niet uit, want tikpanhaken kunnen altijd gebruikt worden.
Verschil tussen schroeven en spijkers:
Schroeven zorgen voor een stevigere verbinding. Schroeven zijn eenvoudiger te demonteren. Spijkers zijn goedkoper. Spijkers zijn sneller te monteren.
De tengellatten worden bevestigd met in elke tengellat minstens 2 nagels per Celitplaat; m.a.w. de tussenafstand tussen de nagels bedraagt gemiddeld minder dan 30 cm. Minimale lengte van de panlatnagel = lengte van de tengellatnagel + dikte panlat - 10 mm. Minimale lengte van de panlatnagel = 40 mm + dikte panlat.