Ze staan los van de eigenlijk tekst van je document. De kop- of voettekst wordt automatisch op elke pagina weergegeven. Dit maakt de kop- en voettekst uitermate geschikt voor bv. je naam, klas, titel van het document, paginanummer, enzovoort.
Met kopteksten kun je pagina's en nieuwsblogs op je website op een overzichtelijke manier indelen. De tekst wordt dan opgedeeld in verschillende paragrafen en sub paragrafen.
Een titelpagina is het voorblad van je scriptie of andere opdracht. Hiermee wil je de lezer prikkelen om je onderzoek te lezen. Op de titelpagina staan in ieder geval de titel en eventuele ondertitel van je scriptie, en je eigen naam.
Ga naar Invoegen > Koptekst of Voettekst > Leeg (of een eenvoudige sjabloon). Dubbelklik op [Typ hier] in het kop- of voettekstgebied van het document. Selecteer Afbeeldingen of Online Afbeeldingen en kies vervolgens een afbeelding.
Ga naar Invoegen > Koptekst of Voettekst. Kies uit een lijst met standaardkop- of -voetteksten, ga naar de lijst met opties voor Koptekst of Voettekst en selecteer de gewenste kop- of voettekst. Of maak uw eigen kop- of voettekst door Koptekst bewerken of Voettekst bewerken te selecteren.
Het voorwoord van een scriptie komt na de samenvatting, maar vóór de inhoudsopgave. De inleiding is het eerste hoofdstuk van je scriptie en komt meteen na de inhoudsopgave.
Klik op de knop 'Koptekst en voettekst sluiten' in het tabblad 'Ontwerpen' om de velden voor het invoeren van kop- en voettekst te sluiten.
Dubbelklik in het koptekst- of voettekstgebied (boven of onder aan de pagina) om het tabblad Koptekst en voettekst te openen. Controleer Andere eerste pagina om te zien of deze is geselecteerd. Zo niet: Selecteer Eerste pagina afwijkend.
Een voetnoot begint met een hoofdletter, eindigt met een punt, en bevat meestal de auteursnaam, het jaartal en eventueel de vindplaats (zoals de locatie in een tijdschrift) of een specificering (zoals een paginanummer).
Wat zet je niet in de inhoudsopgave? De kopjes voorwoord, samenvatting en inhoudsopgave hoeven niet in de inhoudsopgave.
In het voorwoord mag je de lezer direct aanspreken met “je” of “u'. In academische teksten is de je-vorm in de regel niet toegestaan, maar in het persoonlijke voorwoord is dit dus wel gebruikelijk. Mag je de ik-vorm of wij-vorm gebruiken in je voorwoord? De ik-vorm of wij-vorm is toegestaan in het voorwoord.
Op de titelpagina plaats je in elk geval de titel van je scriptie, je naam en je opleiding. In dit artikel lees je welke onderdelen op de titelpagina komen te staan. Een opleiding kan andere eisen stellen aan de titelpagina. Controleer daarom altijd de afstudeerhandleiding van je opleiding.
➢ Werk bij langere zinnen als het kan met opsommingen die je duidelijk aangeeft via de lay-out. ➢ Zet in langere zinnen telkens de belangrijkste informatie vooraan. ➢ Prop niet te veel informatie in één zin: deel de zin zoveel mogelijk op in meerdere korte hoofdzinnen. ➢ Zet bij elkaar wat bij elkaar hoort.
De titelpagina (voorblad) is het omslag van je scriptie waar alle belangrijke informatie over je scriptie staat. Je titelblad bevat meestal de volgende elementen: Titel met eventueel een ondertitel. Naam.
Een sectie-einde toevoegen
Selecteer waar u een nieuwe sectie wilt beginnen. Ga naar Indeling > einden. Kies het gewenste type sectie-einde: Volgende pagina Sectie-einde start de nieuwe sectie op de volgende pagina.
Open het tabblad Hand-outmodel, klik op het menu Invoegen en klik op Afbeelding > Afbeelding uit bestand. Blader naar de gewenste afbeelding en klik op Invoegen. Sleep de afbeelding naar de gewenste locatie en pas de grootte van de afbeelding zo nodig aan. Klik voor meer opmaakopties op het tabblad Afbeeldingsopmaak.