IGDI staat voor Interactief Gedifferentieerd model voor Directe Instructie. Interactie en differentiatie zijn daarin toegevoegd als vaste elementen in de dagelijkse instructie. Vaak bestaat een spellingles namelijk uit het maken van oefeningen en dat is volgens deze methode niet voldoende.
In het kort: EDI legt de focus vooral op de manier van instructie geven, ADI benadrukt het activeren van leerlingen en IGDI focust op differentiatie in de les. EDI richt zich tevens vooral op de instructiefase van de les en het tussentijds (formatief) controleren van het effect daarvan.
Expliciete Directe Instructie (EDI) verovert steeds meer terrein in het primair onderwijs. De idee erachter is dat kinderen leren rekenen door te volgen wat de leraar hen voordoet, in plaats van zelf onder leiding van een leraar ontdekken hoe de wereld in elkaar zit.
De leerkracht vertelt de kinderen wat ze aan het eind van de les kunnen. Daarna introduceert de leerkracht de nieuwe stof stapsgewijs, met gebruik van voorbeelden. Hij controleert regelmatig of de leerlingen de stof begrijpen. Zonder lesdoel maken leerlingen werk, mét lesdoel zijn leerlingen gericht op leren.
Voordelen van het ADI-GIP model
De leraren van de Gerhardschool zien veel voordelen in het combineren van directe instructie met zelfstandig werken: Leerlingen worden niet meer aan hun lot overgelaten of juist te veel aan het handje meegenomen.
Het belangrijkste doel van een goede lesafsluiting is dat leerlingen leren nadenken over hun leerproces. Daardoor kunnen ze hun eigen leren steeds beter sturen. Dit leidt tot effectiever leren en betere leerprestaties.
Lesdoelen zijn de inhoudelijke doelen die een leerkracht wil bereiken met zijn les. De doelen kunnen betrekking hebben op kennis, vaardigheden en attitude. Het is van belang om de lesdoelen SMARTI te formuleren, dat wil zeggen: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden en Inspirerend.
Vraag de leerlingen naar relevante voorkennis. Laat alle leerlingen opschrijven wat ze weten, laat het in duo's overleggen of bespreken en bespreek uiteindelijk klassikaal. Op deze manier zet je alle leerlingen aan het denken en aan het werk.
Een goede rekenles bestaat volgens Marcel uit een systematisch opgebouwde, hoogwaardige directe instructie met veel interactie en goede feedback waarbij de verantwoordelijkheid stapsgewijs wordt overgedragen aan de leerlingen. Niet gelijk de kinderen laten zelfstandig werken, maar eerst samen inoefenen.
Uit een grote hoeveelheid onderzoek blijkt dat directe instructie een van de meest effectieve vormen van instructie is. Directe instructie heeft een sterk positief effect op leeruitkomsten van leerlingen in verschillende domeinen (lezen, rekenen, spelling, sociale vaardigheden en scheikunde).
Effectieve instructie is het doelmatig aanbieden van nieuwe leerstof. Kinderen willen niet onnodig wachten op uitleg, daarom is het belangrijk om de instructie zo te geven, dat er geen leertijd verloren gaat.
Modelen, wat houdt dan in? Modelen komt van het Engelse woord 'model', dat 'voorbeeld' betekent. Het is dus een vorm van instructie waarbij je als leerkracht voordoet wat kinderen later zelf moeten doen. Je zet deze vorm van instructie in als je leerlingen iets lastigs moet leren.
Het IGDI-model is een variant op het Directe Instructie model en is gebaseerd op twee principes: De leerkracht demonstreert doelgericht en geeft uitleg. De leerlingen leren door oefening en herhaling.
Gebruik een brainstormoefening bij de aanvang van je OPO of les. Vraag aan studenten wat ze weten over een bepaald onderwerp. Je kan dit bijvoorbeeld ook doen aan de hand van een conceptmap. Door studenten te laten nadenken over een bepaald thema of concept, activeer je hun voorkennis met betrekking tot dit onderwerp.
Hierbij proberen leerlingen zich in te leven en op te schrijven wat je echt zou doen, niet wat je denkt wat het juiste zou zijn om te doen in een ideale situatie.
Je geeft je buurman of buurvrouw een compliment over zijn/ haar bijdrage in de training. De buurman/ buurvrouw zegt 'dank je wel' en geeft vervolgens haar buurman/ buurvrouw een compliment. Op deze manier sluit je een training positief af en ontvangt de cursist feedback over zijn of haar bijdrage.
Aan het einde van je online les wil je dat leerlingen het gevoel hebben dat ze iets nieuws hebben geleerd en het ook begrijpen. En als docent wil je checken of het beoogde leerdoel behaald is. Daarom is het belangrijk om tijd te maken voor een goede lesafsluiting.
Begeleide inoefening:
De begeleide inoefening is de fase van 'wij doen het samen' en vormt de brug tussen de lesfasen van instructie en zelfstandige verwerking. Hier worden kinderen door opdrachten samen te maken bekend met de nieuwe leerstof en is de leerkracht nog duidelijk aanwezig om de goede lesstof in te oefenen.