vrij diep water, bijvoorbeeld in haventjes, maar ook op diepere plaatsen in kanalen. In het koude seizoen is daar dan vaak een massa voorn te vangen, en meestal zijn dat niet de kleinste exemplaren.
Einde zomer en najaar lijkt het wel of de voorns zich beginnen vol te vreten richting de winter. Overal lijken ze zich nu op te houden, want je vangt ze werkelijk overal. Kanalen, rivieren maar ook meren en putjes, werkelijk allerlei wateren kunnen interessant zijn.
Op veel wateren trekken de voorns in de koude maanden naar dieper water, zodat de vis vaak buiten het bereik van de vaste hengel komt. Ook wordt het water in de wintermaanden erg helder en de vis hierdoor erg schuw. Een vaste stok die scherp boven het water afsteekt, houdt de vissen op afstand.
Het vissen op voorns is meestal een delicate bezigheid. Vis altijd zo licht mogelijk voor de omstandigheden en zorg dat de dobber goed is uitgelood. Hoe minder weerstand de vissen voelen, des te beter het is. Wanneer het water iets stroomt gaat er niets boven een iets bolvormig model.
Omdat de vis in de winter passiever is heb je helemaal niet veel lokaas en aas nodig. Enkele kleine balletjes en constant wat naar beneden zinkend aas zoals hennep en casters zijn vaak al voldoende. Als de eerste voorns zich kort na het voeren melden dan weet je dat je goed zit!
Een temperatuur lager dan -1,8 graden Celsius zou voldoende moeten zijn om een vis te bevriezen. -0,9 graden Celsius is namelijk het vriespunt van vissenbloed. Toch kunnen vissen in koude wateren deze lage temperaturen gemakkelijk overleven.
Uitpeilen doe je altijd op exact dezelfde plek, waar je ook vist. Vis je bijvoorbeeld op 9 meter uit de kant, dan wordt deze diepte en plaats gepeild. Het beste is om met een korte opslag te vissen, d.w.z. de lengte van het snoer is de waterdiepte plus maximaal één meter van de hengeltop tot dobber.
De diepte van je dobber hangt af van de diepte van het water. In de meeste gevallen is het verstandig om 20 tot 30 centimeter boven de bodem te vissen. Als het een warme zomerdag is, en je de voorns vaak ziet zwemmen, is het verstandig om wat hoger in het water te vissen.
Dobber voor voorn
Gebruik daarom een dobber met een draagvermogen van 0,5 tot 2 gram. Vis je op een vijver en is het nagenoeg windstil? Dan is 0,5 gram prima te gebruiken. Bij meer wind of op een dieper water kan er verhoogd worden naar een drijfvermogen tot 2 gram.
De vis leeft vooral in meren met veel planten, maar ook wel in stromend water en zelfs in brak water. Hij leeft in scholen en eet slakken, tweekleppigen, kreeftachtigen, insectenlarven en plantaardig voedsel.
Zowel met de vaste hengel als met de match- of feederhengel kan in de wintermaanden worden gevist op witvis. De doorslaggevende factor voor succes is „licht vissen”! Vis met een dunne lijn, nog dunnere onderlijn, kleine haak (haakje 18 is niet te klein), weinig aas (1 of 2 maden is voldoende) en weinig lokvoer.
net als een lekkerbekje door een beslagje halen. De graatjes garen dan gewoon mee en je hebt er geen last van. Hij is ook goed te eten als een soort 'panharing'. De gebakken vis doe je dan in een pot met azijn, pepertjes, uiringen en een laurierblaadje.
Brasem kan je het beste vangen met brood, deeg, aardappel, maden, wormen en muggenlarven. Een andere manier om op brasem te vissen is met de winkle picker of de feederhengel. Aan de laatste hangt een voerkorfje. Daarin doe je wat zoet lokvoer.
De beste visstekken vind je bij beschutte plekken als een brug, steiger of vlonder. Werp wat lokvoer in het water om de vissen aan te trekken. Bevestig een dobber en vishaak aan het einde van je lijn, hang aas aan de haak en gooi je hengel uit. Geluid schrikt vissen af, dus wees stil tijdens het vissen.
Het groenvoer kan bestaan uit:
Komkommer. Broccoli. Bloemkool. Kool.
Peil eerst met een peilloodje hoe diep het water is. Dit doe je door het peilloodje aan de haak te haken. Gooi vervolgens langzaam je lijn in het water op de plek waar je wil gaan vissen. Als het peilloodje op de grond 'staat' en je dobber boven het water zichtbaar is, dan staat de dobber te diep afgesteld (1).
Qua drijfvermogen, kies een dobber van tussen de 20 en 30 gram. Zwaarder is niet nodig, de kans is groter dat de vis daar weerstand van gaat voelen en de aasvis loslaat.
Het beste allround aas waarmee je alle vissoorten kunt vangen zijn grote witte maden. Hoe gretiger de vis, hoe meer maden je aan het kontje op de haak prikt.
Eigen voer maken 1
Meng wat brood, beschuitmeel, gemalen hennep en koekjesmeel. Laat dit vervolgens inweken in wat water. Vervolgens kun je het gebruiken als lokvoer of als aas. Natuurlijk kun je ook andere ingrediënten gebruiken of de genoemde ingrediënten combineren met andere om een geschikt lokvoer te maken.
Broodmeel bruin
Brood wordt vaak toegevoegd aan lokvoer voor bijvoorbeeld het witvissen of het vissen op karper. Het brood wordt dan toegevoegd in de vorm van broodmeel. Broodmeel bestaat uit gemalen wit of bruin brood, dat niet meer voor menselijke consumptie verkocht kan worden.
De meest gebruikte maat voor Brasem en Voorn ligt tussen haakmaat 8 en 16, hoewel er soms ook met kleinere haken wordt gevist. Verder wordt onderscheid gemaakt door bijvoorbeeld een lange of korte steel, met of zonder weerhaak, oog of bled en de stand van de punt ten opzichte van de steel.
Aan het eind van de dag zal het water echter warm zijn van de zon die er uren op geschenen heeft en zullen de vissen geneigd zijn om meer dan normaal te eten omdat er in de winter te weinig voedsel voor ze is. De schemering is daarom een uitstekend tijdstip om te gaan vissen.
Grote meren.
Ook op de grootse wateren van Nederland zwemt witvis, zoals op het Markermeer of het Haringvliet. Kanalen: vanzelfsprekend zwemmen op de vele kanalen die onze landen rijk zijn, zoals het Kanaal door Voorne of bijvoorbeeld de Urkervaart ook witvissen.
Het lokken van vissen
Als je de vissen wil lokken, kun je dat het beste doen door wat balletjes voer bij je dobber te gooien. Zo lok je de vis naar je haakje en maak je meer kans dat de vis ook daadwerkelijk jouw haakje kiest. Het is hierbij belangrijk dat je dit visvoer aanmaakt.