Een volwassene ademt ongeveer twaalf tot twintig keer per minuut. Onze longen hebben een inhoud van 5 tot 7 liter. Het ademvolume (AV) is de hoeveelheid lucht die in rust wordt uit- en ingeademd. Als we in rust zijn, ademen we maar een klein deel van de totale longinhoud in en uit.
FEV1/FVC of de Tiffeneau-index is de verhouding van de twee vorige parameters. Normaal zal iemand 70 tot 80% van zijn vitale capaciteit kunnen uitademen tijdens de eerste seconde van een geforceerde uitademing; PEF of de expiratoire piekstroom meet de maximale hoeveelheid lucht die je in één minuut kunt uitademen.
Ver stadium
De longinhoud is de hoeveelheid lucht die een mens kan in- en uitademen. Door een kleinere longinhoud raak je sneller buiten adem of moet je naar adem happen (kortademigheid). Ook de longfunctie (hoe goed de longen werken) kan bij ernstige sarcoïdose achteruitgaan.
*opmerking: internationaal wordt er over een normale longfunctie gepraat als de FEV1 90% of hoger is. In dit onderzoek is 80% als grenswaarde genomen.
Bij longemfyseem gaan longblaasjes verloren en wordt het oppervlak van de long dat zuurstof op kan nemen kleiner. De meest voorkomende oorzaak van longemfyseem is roken. Symptomen van longemfyseem zijn kortademigheid, piepende ademhaling, hoesten, benauwdheid en vermoeidheid.
Lange tijd hoesten is vaak de eerste klacht bij longkanker. Andere klachten die u kunt krijgen: bloed ophoesten, moe zijn, geen zin in eten en afvallen als u dat niet wilt. Longkanker komt vaak door lang en veel roken. Soms ontstaat het bij mensen die nooit gerookt hebben.
Ademhaling meten
In rust ademt een volwassene ongeveer 12-16 keer per minuut, dit heet de ademfrequentie. De hoeveelheid verse lucht die tijdens een inademing in de longen wordt gezogen noemt men het teugvolume of ademvolume. Bij een normale ademhaling van een volwassene is het teugvolume ongeveer 500mL.
Wanneer wij hardlopers spreken over inhoud bedoelen we conditie of uithoudingsvermogen. Longinhoud bijvoorbeeld is in dat kader een belangrijke factor. Hoe groter je longinhoud, des te meer zuurstof kan worden aangevoerd, afvalstoffen kunnen worden uitgestoten en hoe langer de spieren het volhouden.
Een longfunctietest of spirometrie is een eenvoudige, pijnloze en een betrouwbare manier om de diagnose COPD vast te stellen en duurt ongeveer 45 minuten.
Lange tijd werd gedacht dat schade aan de longen blijvend en onomkeerbaar was. Uit recenter onderzoek blijkt echter dat dit niet waar is. Ondanks dat er schade kan blijven bestaan, herstellen de longen beter dan aanvankelijk werd gedacht. Dit komt omdat nooit alle longcellen beschadigd raken door het roken.
Je kunt gelukkig ook je longspieren trainen. Zoals je ook je kuiten of hamstrings los (geïsoleerd van het lopen zelf) kunt trainen. De methode is bovendien uiterst simpel: tegen een weerstand in ademen versterkt je longspieren en zorgt ervoor dat je een veel groter volume aan lucht en dus zuurstof binnenkrijgt.
Sommige mensen met COPD hebben extra last van warm weer, of van koud en vochtig weer. Koude en vochtige lucht kan de longen prikkelen. Je kunt je daar op kleden of, in overleg met je arts, je medicijnen meer of minder gebruiken. Lees de tips bij koud weer.
Een longfunctie-test is een onderzoek om te kijken of u COPD heeft. Op een longfoto is dit niet te zien. Bij dit onderzoek meet de praktijkondersteuner hoe goed uw longen werken (de longfunctie): hoeveel lucht u maximaal kunt uitademen na rustig diep inademen.
COPD staat voor 'chronic obstructive pulmonary disease'. Bij COPD hebt u last van vernauwing van de luchtwegen als gevolg van ontsteking en kunnen de longen ook beschadigd zijn. Hierdoor ontstaat vervolgens benauwdheid. COPD wordt meestal veroorzaakt door roken.
Zuurstof kan worden ingezet ter verlichting van dyspneu. Meestal wordt het toegediend met een neusbril in een dosering van 1-5 l/minuut. Met behulp van een zuurstofmasker kunnen hogere doseringen worden toegediend. Een zuurstofmasker wordt door de meeste patiënten echter als zeer hinderlijk ervaren.
TLC: (Totale Long Capaciteit) De hoeveelheid gas in de longen na een maximale inspiratie. Deze bedraagt 5 à 7 liter en verandert niet bij verouderen. VC: (Vitale Capaciteit) Het grootste volume lucht dat men kan uitademen te vertrekken vanaf een maximale inspiratie. De VC neemt af bij ouder worden.
De gemiddelde longcapaciteit van een volwassen individu is ongeveer 6 a 7 liter.
Ademnood, kortademigheid, luchthonger en benauwdheid zijn verschillende benamingen voor een (zeer) beangstigend gevoel van 'luchttekort'. De medische benaming voor kortademigheid is dyspnoe. Kortademigheid wordt vaak ervaren als een zeer bedreigend gevoel en kan vele oorzaken hebben.
Een ademfrequentie van 6 tot 8 per minuut is genoeg. Veel mensen ademen echter sneller; 10, 12, 14, 16 tot wel meer dan 20 x per minuut. En dat is zonde. Door rustiger te ademen spaar je energie en is je hoofd minder vol.
Bij spirometrie en flow-volume meting wordt de vitale capaciteit van uw longen gemeten; hoeveel lucht kunt u maximaal in- en uitademen? Daarnaast meten we de doorgankelijkheid van uw luchtwegen (éénsecondewaarde) en hoe hard u kunt uitblazen (peakflow).
Longemfyseem is een langdurige (chronische) aandoening van de longen die zich kenmerkt door chronische hoest, kortademigheid, piepen op de borst, opgeven van sputum (dik slijm) en een toenemende beschadiging van de longen.
Misschien kan er dan ook iets aan gedaan worden. Het is goed om naar de huisarts te gaan als één (of meer) van de volgende beweringen voor jou geldt: Je hoest (opeens) veel en vaak, en voelt je benauwd. Je hoest veel of vaak, en dit duurt langer dan 3 weken.
Een gezonde manier van leven en de juiste behandeling kunnen invloed hebben op het verloop van de ziekte en hoe ernstig je klachten zijn. Hoe oud je kunt worden met COPD is daarom moeilijk te zeggen. COPD krijg je meestal na je veertigste jaar en vaak zelfs nog later.
Meestal zijn de slijmen helder wit of gelig. Gekleurde fluimen en bloed in de fluimen kan wijzen op infectie of andere aandoening en rapporteert u best aan de huisarts. Een veel voorkomende klacht bij COPD is benauwd zijn of het continue gevoel te hebben van een tekort aan lucht. Sommige hebben een piepende ademhaling.