Patiënten met een PV hebben vaak symptomen zoals hoofdpijn of moeite met scherp zien, hevige jeuk na het douchen en – heel opvallend – soms ernstige pijn in de voeten of vingers, waarbij dan een rood-blauwe verkleuring is te zien. Deze pijn heet erytromelalgie.
Hoe kun je het herkennen? De toegenomen bloeddikte maakt dat je een hoger risico loopt op klontervorming in de slagaders of aders, met als mogelijk gevolg een hartinfarct of beroerte. Andere verwikkelingen kunnen zijn: bloedingen, vermoeidheid, jeuk en misselijkheid.
De behandeling is vooral gericht op het voorkomen van trombose. Daar wordt bijvoorbeeld aspirine voor gegeven. Ook helpt het om geregeld een bepaalde hoeveelheid bloed af te nemen, dit heet aderlating, en dit lijkt op een bloeddonatie. Hierdoor daalt het aantal rode bloedcellen en neemt de stroperigheid af.
Tandvlees dat veel of langer bloedt dan normaal, spontane neusbloedingen, wondjes die blijven bloeden, het spontaan optreden van grote blauwe plekken na een kleine stoot of een onzachte aanraking zijn mogelijk tekenen dat je bloed 'te dun' is.
Te veel rode bloedcellen in het bloed kan het bloed stroperig maken, waardoor u meer kans heeft op bloedingen en stolsels in uw bloed.
Uw bloed is te stroperig geworden waardoor de kans op stolselvorming (trombose) in de bloedvaten toeneemt. Hierdoor loopt u een groter risico op het krijgen van een herseninfarct (beroerte), hartinfarct of bijvoorbeeld een trombosebeen.
Als bloed viskeus is, raken naast een hoge bloeddruk die nodig is voor de bloedcirculatie, ook de bloedvatwanden gemakkelijk beschadigd. Hoewel dit probleem erg belangrijk is, is de enige methode om de bloedviscositeit te verlagen momenteel het nemen van medicijnen, zoals aspirine .
Bij PV vormen zich in het beenmerg te veel rode bloedcellen. Hierdoor wordt het bloed dikker en stroomt het moeilijker door kleine bloedvaatjes. Daardoor is er meer kans op stolsels in aders en slagaders (trombose). De groei van het aantal rode bloedcellen komt door een afwijking in de beenmergstamcel.
Virale infecties, miltaandoeningen, medicijnen en andere chronische aandoeningen kunnen allemaal lage bloedplaatjeswaarden veroorzaken. De behandeling van dun bloed is afhankelijk van de onderliggende oorzaak.
Een verminderde bloedtoevoer naar de uiteinden van het lichaam, de haarvaatjes, kan onder meer leiden tot haaruitval, spierpijn, broze nagels of een vertraagde spijsvertering.” Vrouwen hebben vaak last van koude handen en voeten, terwijl mannen dan weer meer last hebben van pijn in de benen.
De INR-waarde geeft aan hoe snel het bloed stolt
Er kunnen bloedstolsels ontstaan. Van nature is de INR-waarde 1. Afhankelijk van het soort aandoening waarvoor u antistollingsmedicijnen slikt liggen de streefwaarden in Nederland tussen de 2.0 en de 3.5.
De enige vloeistof die bloed kan verdunnen is water, wat meteen het gevaar van een overdosis water verklaart. De medicijnen die men 'bloedverdunners' noemt, doen niets ander dan het stollingsproces tegengaan, waardoor het bloed makkelijker weg kan stromen.
Aderlaten wordt bij PV gedaan als het hematocriet gehalte te hoog is in het bloed. Hierbij wordt een hoeveelheid bloed (350ml – 500ml) afgetapt. Hierdoor daalt het aantal rode bloedcellen, waardoor het ook minder dik en stroperig wordt. Er zijn ook middelen die de celgroei afremmen.
Klachten. Kinderen met leukemie kunnen last hebben van steeds terugkerende infecties en koorts, bloedarmoede, bloedneuzen, snel optredende blauwe plekken, kleine puntvormige paarsrode plekjes, lang nabloedende wondjes en botpijnen. Het is vooral de combinatie van deze klachten die op leukemie wijst.
Door een teveel aan rode bloedcellen wordt het bloed stroperiger. Daardoor stroomt het minder gemakkelijk door de kleine bloedvaatjes. Hierdoor is er een hoger risico op bloedstolsels in de aders (veneuze trombose) of in de slagaders (arteriële trombose).
Als uw bloed (veel) te dun is, dan is het risico op bloedingen groter.En dat kan gevaarlijk zijn. Met name bij trombosepatiënten die wat minder mobiel zijn – zoals ouderen die vaak vallen of slecht ter been zijn – of mensen die bijvoorbeeld vanwege hun sport meer kans hebben op een (interne) bloeding.
Er zijn geen manieren om uw bloed daadwerkelijk te "verdunnen", maar u kunt stappen ondernemen om de bloedstroom te reguleren en de ontwikkeling van bloedstolsels te voorkomen. Hier zijn enkele suggesties: Eet een uitgebalanceerd dieet : Talrijke natuurlijke stoffen die in voedingsmiddelen en supplementen voorkomen, werken als natuurlijke bloedverdunners.
Wanneer bloed minder makkelijk stolt, kunnen wonden en inwendige bloedingen niet meer stoppen met bloeden. Het is daarom belangrijk altijd goed de instructies van je behandelend arts op te volgen bij bloedverdunners. Zo kunnen bepaalde medicatie interactie hebben met verschillende soorten bloedverdunners.
Het hoge bloedgehalte maakt het bloed stroperig, het gaat langzamer stromen, waardoor er een groot risico op stolling (trombose) ontstaat in de aderen, maar ook in de slagaderen. Dit betekent dat er ook een toegenomen kans is op een hartinfarct, herseninfarct of inwendige trombose van de buikaderen.
Veranderingen in levensstijl voor natuurlijke bloedverdunning
Naast dieet en supplementen kunnen bepaalde gewoontes de bloedsomloop ondersteunen en het risico op stolling verminderen: Blijf gehydrateerd – Uitdroging verdikt het bloed, waardoor het risico op stolsels toeneemt. Beweeg regelmatig – Fysieke activiteit bevordert de bloedsomloop en voorkomt stagnatie.
Een van de voedingsstoffen die wel in verband wordt gebracht met bloedstolling is vitamine K. Vitamine K werkt het effect van antistollingsmiddelen tegen zodat het bloed dus dikker wordt. Het lichaam heeft maar kleine hoeveelheden vitamine K nodig om goed te werken, en dit wordt uit de voeding gehaald.
Wat zorgt ervoor dat de bloedviscositeit toeneemt? Meerdere factoren kunnen de bloedviscositeit verhogen . Uw bloed kan dikker worden als u onregelmatig gevormde rode bloedcellen heeft. Het kan ook dikker worden als u onregelmatig hoge niveaus van een bloedcomponent heeft, waaronder rode bloedcellen, witte bloedcellen of bloedproteïnen.
Vitamine K helpt uw bloed te stollen (verdikken om bloedingen te stoppen). Warfarine werkt door het moeilijker te maken voor uw lichaam om vitamine K te gebruiken om bloed te stollen. Veranderingen in de hoeveelheid vitamine K die u normaal eet, kunnen van invloed zijn op de werking van warfarine.