De groepenkast vormt immers het centrale punt in uw woning waar de stroom binnenkomt en wordt verdeeld. Hierbij mogen geen fouten worden gemaakt. Mag u eigenlijk zélf een groepen kast vervangen?Ja, dat mag, maar het is veel veiliger om dit te laten doen door een Erkend Installateur.
Voorkom brand in de meterkast door er zo min mogelijk spullen in op te bergen; vooral zo min mogelijk brandbare spullen. Bewaar voorwerpen niet in de buurt van de warme onderdelen in de kast. Vanwege de hogere temperatuur is het verstandig om te zorgen voor een goede ventilatie in de meterkast.
Goede ventilatie van de meterkast is belangrijk en indien de meterkast een voorziening voor gas heeft, zelfs verplicht. Bij een gesloten meterkast moeten dan ook aan de boven- en onderzijde, bij voorkeur spleetvormige ventilatie-openingen aanwezig zijn, elk met een vrije doorlaat van tenminste 100 cm2.
Hoeveel groepen mogen maximaal in een groepenkast? Het aantal groepen in een 1 fase groepenkast is maximaal 12 groepen. Jouw type aansluiting kun je bijvoorbeeld nazien op de kilowattuurmeter. Vaak staat op de meter of het een 1 fase of een 3-fase meter betreft.
Er zijn drie partijen verantwoordelijk voor de meterkast en de meters in de meterkast: uzelf, de netbeheerder en het waterbedrijf. Er zijn drie partijen verantwoordelijk voor de meterkast en de meters in de meterkast.
Kies een Erkend Installateur
Deze term is sinds dat jaar niet meer beschermd, zodat alleen iemand die zich Erkend Installateur mag noemen aan de eisen van de wet voldoet. Moet er in de installatie een zegel worden doorbroken, dan mag dit alleen door de Erkend Installateur worden gedaan.
De elektricien of installateur kan de meterkast ook keuren. Hij moet voldoen aan de NEN1010: dat zijn de eisen voor een elektrische installatie. Wanneer de kast voldoet aan de eisen, is de kans op een meterkastbrand erg klein. Toch heb je zelf ook een aandeel in hoe brandveilig je de meterkast houdt, vertelt Eijkemans.
Als je 24 zonnepanelen of meer wilt plaatsen heb je altijd een 3-fasen omvormer nodig. Het grootste voordeel bij een 3-fasen omvormer is dat de stroom over 3 verschillende fasen wordt verdeeld. Er is hierdoor sprake van minder kabelverlies. De energie wordt daarnaast ook over 3 fasen verdeeld.
Als je meer dan 3680W (16A * 230V) kunt produceren, heb je meestal een 3-fase omvormer nodig. Maar als je systeem minder vermogen heeft, kan dat prima met een 1-fase omvormer. De vraag die vaak gesteld wordt is of het salderen wel goed gaat.
De kosten voor een 3 fase aansluiting zijn gemiddeld tussen de €740 en €1.100 inclusief btw. Wanneer je alleen de capaciteit moet verhogen betaal je zo tussen de 200 en 300 euro.
De meterkast roosters zijn speciaal ontwikkeld voor meer ventilatie in de meterkast. Dit door de luchtinlaat te verhogen van de meterkast rooster.
Een hoofdschakelaar is sinds 1 september 2005 verplicht in elke groepenkast voor woningen waarvan de bouwvergunning na deze datum is afgegeven. Ook indien er ingrijpende aanpassingen worden aan oudere installaties is een hoofdschakelaar verplicht.
3.3.4 Ruimtetemperatuur & ventilatie De temperatuur in de meterruimte is maximaal 25 ºC volgens NEN 1006. Houd rekening met een warmte-afgifte van 70 W warmte van de warmteaansluiting en met de warmteafgifte van de installatieleidingen/componenten. Plaats geen warmtebronnen nabij de meterruimte.
De reden achter deze eis is dat bij een mogelijke noodsituatie waarbij de brandweer moet uitrukken, zij abrupt en zonder belemmeringen in kunnen grijpen waar nodig is. Daarnaast heeft het plaatsen van een meterkast nabij de voordeur het voordeel dat aansluitingen eenvoudig onderhouden kunnen worden.
Er mogen op een 1 fase groepenkast maximaal 12 groepen aangesloten worden. Per aardlekschakelaar is er een maximum van vier groepen toegestaan, zowel 2- als 4-polig. Elke installatie moet minimaal voorzien zijn van twee aardlekschakelaars én een hoofdschakelaar.
* Uw meterkast moet aardlekschakelaars hebben om te voldoen aan de NEN1010. * Het kan zijn dat uw aardlekschakelaar verzwaard moet worden, omdat een zonnepanelensysteem relatief veel vermogen opwekt.
Allereerst is het verplicht om PV-panelen altijd op een aparte groep in de groepenkast aan te sluiten. Dit geldt ook voor de kleinere panelen die rechtstreeks met een steker in het stopcontact kunnen worden aangesloten. Een PV-omvormer kan niet zondermeer op een extra eindgroep worden aangesloten.
Vanaf een bepaald minimum aan opgewekte stroom is het wettelijk verplicht om een nieuwe groep aan te leggen in de meterkast. Voor extra veiligheid en zekerheid, leggen we bij Zelfstroom altijd een vrije groep aan als we zonnepanelen installeren. Hierdoor ben je verzekerd van een veilig systeem.
Zonnepanelen op het dak leveren hun stroom niet rechtstreeks aan het elektriciteitsnet, maar aan een omvormer in de meterkast. De omvormer maakt de stroom geschikt voor het elektriciteitsnet. Zonnepanelen met stekker hebben hun eigen omvormer. Daarom kun je ze direct aansluiten zonder de meterkast aan te passen.
De kabel van de omvormer naar de meterkast
Voor omvormers (fase 1) wordt een 3-aderige kabel gebruikt (3 x 2,5 tot 6 mm2) en voor omvormers (fase 3) 5 x 2,5 mm2. Deze kabeldikte kan berekend worden met behulp van het vermogen van de omvormer en de lengte van de kabel.
Wanneer de panelen op je dak liggen en we de omvormer hebben geïnstalleerd, trekken we een kabel van de omvormer naar de meterkast. Dat is nodig om de opgewekte stroom van je zonnedak via de omvormer naar de meterkast laten lopen. Via deze kabels sluiten we de zonnepanelen aan op de hoofdmeter en op de hoofdzekering.
Elektrische draden, die tegen elkaar aankomen, apparaten of kabels die beschadigd zijn, te dunne bedrading en verkeerd montagemateriaal zijn allemaal redenen voor een kortsluiting in de meterkast. En kortsluiting is weer een veel voorkomende oorzaak van brand in huis.
In maart 2017 publiceerde de Universiteit Twente een onderzoek over mogelijke afwijkingen van de slimme energiemeter. Volgens dit onderzoek zouden slimme meters tot wel 600 procent van het werkelijk verbruik kunnen aangeven.
De loopafstand vanaf een toegangsdeur van een woning tot de meterruimte mag ten hoogste 3 m zijn, indien die afstand wordt afgelegd door een niet-gemeenschappelijke ruimte. Hiervan mag alleen worden afgeweken met toestemming van de desbetreffende netbeheerder(s).