Andere factoren die mogelijk een rol spelen in verminderde vruchtbaarheid zijn onder andere drugs, alcohol, medicatie, chemotherapie, roken.Ook de leeftijd van de man speelt een belangrijke rol.
Dit kan vele oorzaken hebben. Een ziekte als de bof, het blootstaan aan bestrijdingsmiddelen en bepaalde medicijnen zoals chemotherapie kunnen invloed hebben op de kwaliteit van je zaad. Veel alcohol drinken en roken zijn ook slecht voor je zaadkwaliteit.
Sommige factoren die de vruchtbaarheid negatief beïnvloeden kun je zelf tegengaan. Stoppen met roken kan een grote invloed hebben. Dit is ook belangrijk in functie van de ongeboren vrucht. Probeer een normaal lichaamsgewicht na te streven: zowel onder- als overgewicht verminderen de vruchtbaarheid.
Onvruchtbaarheid treft zowel mannen als vrouwen. Bij 30% van de koppels is de vrouw onvruchtbaar. Bij 30% van de koppels is de man onvruchtbaar. Bij 30% van de koppels is zowel de man als de vrouw onvruchtbaar.
Vermijd suiker en vetten
Vergeet niet dat u extremen moet vermijden. Zeer hoge doses vitaminen en mineralen kunnen bijvoorbeeld de vruchtbaarheid doen dalen. Ook een caloriearm dieet, een gebrek aan voedingsstoffen en overgewicht kunnen een invloed op de eisprong hebben.
Blijf nog even liggen na de seks
Voor velen nog steeds een fabeltje, maar steeds meer onderzoeken wijzen uit het dat helpt: een kwartiertje blijven liggen na het vrijen. Desnoods met een kussentje onder je kont. Zo geef je de spermacellen de kans om de baarmoeder in te glijden.
Ja, dat kan zeker! Als je zonder voorbehoedsmiddelen seks hebt met een jongen (waarbij zijn sperma in jouw vagina terecht komt) kun je altijd zwanger worden. Dus net zo goed als het de eerste keer is. Dit kan trouwens ook gebeuren als je alleen maar friemelt met elkaar.
Een vrouw is het vruchtbaarst tussen 18 en 30 jaar, met een piek rond de 25. Per cyclus is er dan ongeveer 20 tot 25% kans om zwanger te worden. Vanaf de leeftijd van 30 daalt die kans. Tussen de 35 en 37 jaar heb je als vrouw nog maar de helft zoveel kans om zwanger te raken, tussen de 38 en 40 nog maar een vierde.
Neem de eerste dag van je laatste ongesteldheid. Tel hier het aantal dagen van je cyclus* bij op. Ongeveer 14 dagen voor deze datum is je ovulatie (eisprong). Je meest vruchtbare periode is deze dag en de twee dagen ervoor.
30% binnen 1 maand zwanger. 59% binnen 3 maanden zwanger. 80% binnen 6 maanden zwanger. 85% is binnen het jaar zwanger.
Waarom moeilijk zwanger worden
Er zijn diverse redenen waarom het zwanger raken niet lukt. Er kunnen medische redenen zijn zoals een gekantelde baarmoeder, verstopte eileiders, problemen met de schildklier en overgewicht. Maar ook stress is niet bevorderlijk om zwanger te raken.
Van alle vrouwen die een kinderwens hebben en proberen zwanger te worden, is 30 procent binnen 3 maanden zwanger en ruim 80% binnen een jaar. Na twee jaar is gemiddeld 90% zwanger. Na je 35e duurt het gemiddeld langer voordat je zwanger wordt.
De hoeveelheid, de beweeglijkheid en de vorm van de zaadcellen bepalen de kwaliteit van het zaad. Van mannelijke onvruchtbaarheid is sprake als de normale eicel niet bevrucht wordt als gevolg van abnormaal sperma.
Je hebt de meeste kans om zwanger te worden als je een paar keer vrijt in de 6 dagen voor je eisprong. De eisprong is 2 weken voordat je ongesteld wordt. De meeste vrouwen die dit doen zijn dan in 1 jaar zwanger. Ga naar je huisarts als je na een jaar nog niet zwanger bent.
Je bent vruchtbaar op de dagen voorafgaand aan en rond het tijdstip van je ovulatie - door de levensduur van sperma - en als je een korte cyclus hebt, is het mogelijk dat je ovuleert net na je menstruatie. Je kunt dus erg vroeg tijdens je cyclus vruchtbaar zijn, zelfs wanneer je nog bloedt.
Ja, er is een kans dat het voorvocht sperma kan bevatten, dus het is mogelijk om zwanger te worden, zelfs als er geen volledige ejaculatie in de vagina plaatsvindt. Het is volkomen normaal om je af te vragen of je zwanger kunt worden met de terugtrekkingsmethode of zelfs door genitaal contact.
Als je een korte menstruatiecyclus hebt, kun je ook vroeger ovuleren. Sperma kan tot 5 dagen in je lichaam overleven en kan het eitje bevruchten zodra het wordt vrijgegeven. Je bent het minst vruchtbaar in de dagen net voor je menstruatie, maar toch bestaat er een klein risico op zwangerschap.
Om te zorgen dat er genoeg sperma beschikbaar is, wordt rond de ovulatie om de dag geslachtsgemeenschap aanbevolen in plaats van elke dag.
Sommige vrouwen ervaren een innestelingsbloeding. Dit komt door het raken van een bloedvaatje bij de innesteling. Dit gaat gepaard met een lichte bloeding van een helderrode, bruine of roze kleur bloed. Ook zijn er vrouwen die de innesteling wel voelen en omschrijven dit als een krampachtig gevoel in de baarmoeder.
Je vruchtbare dagen bereken je aan de hand van je menstruatiecyclus. In de dagen voor je eisprong ben je het meest vruchtbaar. Sperma kan zo'n 4 dagen overleven, waardoor je bijvoorbeeld zwanger kan raken wanneer je 4 dagen voor je eisprong seks hebt gehad. Je eisprong is gemiddeld 14 dagen vóór je menstruatie.
In de vagina, baarmoeder en eileiders kunnen zaadcellen nog zo'n drie dagen overleven. Zaadcellen blijven na de zaadlozing nog ongeveer 48 uur vruchtbaar. Heb je dus een dag voor je meest vruchtbare dagen gevreeën, dan kan je alsnog zwanger worden.
In de vagina, de baarmoeder en de eileiders behouden de zaadcellen nog twee dagen hun bevruchtend vermogen en blijven ze tot drie dagen in leven. Slechts een klein aantal zaadcellen slaagt erin om de eileiders te bereiken waar zich op dat moment een eicel kan bevinden.
Vruchtbare week
Als je op deze manier vrijt, heb je een behoorlijke kans om binnen een half jaar zwanger te zijn. Bij een onregelmatige cyclus (= de ene keer een cyclus van 27 dagen, dan weer een cyclus van 31 dagen) is het moeilijker om je vruchtbare periode te bepalen. Als je drie keer per week vrijt, zit je goed.
Inositol. Het stofje inositol heeft een positieve invloed op de follikels en dus op de gezondheid van de eicel. Ook speelt het een rol bij de verwerking van vetzuren. Bruine rijst, bonen, linzen, citrusvruchten, noten en zaden zijn hier goede bronnen van.