De term kankerverwekkend verwijst naar de eigenschappen van een stof. Een stof zoals asbest of chroom kan bijvoorbeeld schade aan het DNA veroorzaken waardoor cellen de controle over hun groei kunnen verliezen en evolueren tot kankercellen.
Dan geven de R-zinnen (gevaarszinnen) op het etiket meer informatie. Kankerverwekkende stoffen zijn herkenbaar aan de volgende zin: 'Kan kanker veroorzaken' (R45), 'Kan kanker veroorzaken bij inademing' (R49) en mutagene stoffen aan de volgende zin: 'Kan genetische schade veroorzaken' (R46).
Mutagene stoffen zijn stoffen die (langzaam) het DNA ofwel het erfelijk materiaal veranderen waardoor ze ook kankerverwekkend kunnen zijn of een miskraam kunnen veroorzaken. Voorbeelden van deze stoffen zijn cytostatica, houtstof, lood, benzeen, kwarts en asbest.
De carcinogene stoffen zijn te herkennen aan de H-zinnen H350 (bewezen carcinogeen) en H351 (verdacht carcinogeen). Mutagene stoffen zijn te herkennen aan de H-zinnen H340 (bewezen mutageen) en H341 (verdacht mutageen).
Gevaarlijke stoffen zijn stoffen die door hun specifieke eigenschappen, reeds in kleine hoeveelheden, gevaar, schade of ernstige hinder veroorzaken voor mens, dier en milieu.
Het eerste basisprincipe van de toxicologie is dat vrijwel iedere stof, die in overmaat aanwezig is, schadelijk (en dus niet giftig!) kan zijn. Dosis sola facit venenum (alleen de hoeveelheid maakt het vergif) zei Paracelsus al in de 16e eeuw.
Kankerverwekkende stoffen zijn aangegeven met H-zin H350, mutagene stoffen met H340 en voortplantinggiftige stoffen met H360. NB. De H-zinnen H351, H341, H361 zijn producten die verdacht kankerverwekkend, mutageen of voortplantingstoxisch zijn.
Voorbeelden van zeer zorgwekkende stoffen zijn lood, koper, vinylchloride en benzeen. Ze kunnen op verschillende manieren in de lucht, de bodem of het water terechtkomen. Landbouw, industrie en verkeer kunnen hiervan de oorzaak zijn. Maar ook huishoudens kunnen zorgen voor vervuiling.
Roken en kanker
Roken is veruit de grootste beïnvloedbare risicofactor voor kanker. Maar liefst 28% van de kankersterfte en 19% van de jaarlijks nieuwe gevallen van kanker zijn gerelateerd aan tabak. In Nederland overlijden elk jaar ongeveer 20.000 mensen aan de gevolgen van roken.
De term kankerverwekkend verwijst naar de eigenschappen van een stof. Een stof zoals asbest of chroom kan bijvoorbeeld schade aan het DNA veroorzaken waardoor cellen de controle over hun groei kunnen verliezen en evolueren tot kankercellen.
Erfelijke aanleg en kanker
De kanker zelf is niet erfelijk. Maar de aanleg ervoor kan dat wel zijn. Aanleg betekent: een grotere kans om een ziekte te krijgen. Mensen met een erfelijke aanleg voor kanker hebben dus een hoger risico om kanker te krijgen.
Botox of eigenlijk botulinetoxine is de giftigste stof die bestaat. Twee nanogram (twee miljoenste gram) per kilo lichaamsgewicht is genoeg om je je laatste adem uit te laten blazen. Bij een cosmetische botoxbehandeling krijg je een extreem lage concentratie van het goedje.
Gevaarlijke stoffen kunnen op de volgende manieren uw lichaam binnendringen: inname (door de mond), absorptie (via de huid of ogen) en inademing (via de longen). De meest voorkomende manier van blootstelling aan stoffen die gezondheidsrisico's met zich meebrengen is inademing.
Hoe herken je gevaarlijke stoffen? Schadelijke producten in een verpakking kun je herkennen aan het etiket. Op het etiket staan rood-witte ruitvormige pictogrammen die het gevaar aanduiden. Er kan een signaalwoord bij staan.
P-zinnen – waarbij de P staat voor precaution (oftewel voorzorg) – geven aan welke (voorzorgs)maatregelen je dient te nemen wanneer je een product gebruikt wat gevaarlijke stoffen bevat.
De H400-serie zinnen bevatten waarschuwingen die betrekking hebben op de milieugevaren van een stof. Enkele voorbeelden van H-zinnen: H411 Giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen.
Cat 1 H317 Kan een allergische huidreactie veroorzaken. Cat 1 H318 Veroorzaakt ernstig oogletsel. Cat 2 H319 Veroorzaakt ernstige oogirritatie. Cat 1, 2 H330 Dodelijk bij inademing.
In voeding kunnen schadelijke stoffen zitten. Bijvoorbeeld dioxines, zware metalen en schimmelgifstoffen kunnen slecht zijn voor je gezondheid. Dergelijke stoffen brengen de voedselveiligheid in Nederland zelden in gevaar. Er zijn strenge wettelijke normen en regels die ervoor zorgen dat je niet te veel binnenkrijgt.
In de meeste gevallen heb je die ook ingeademd. De stoffen, dampen of gassen irriteren je luchtwegen en kunnen zelfs giftig zijn. Vaak gaat het om chemische stoffen, dampen of gassen. Denk aan zuren (zoals (per)azijnzuur, ammonia, stikstofoxiden, formaline en oplosmiddelen) zwaveldioxide, brandstofgassen of chloorgas.
Waterstofsulfide
Waterstofsulfide, ook wel zwavelwaterstof genoemd, is een giftig gas dat ontstaat als organische, zwavelhoudende stoffen gaan rotten. Deze stoffen komen voor in de aardbodem en (dus) ook in aardgas. Ook het rottingsproces van dode dieren of ongedierte kan waterstofsulfide (H2S) in huis veroorzaken.
De R- en S-zinnen op het etiket geven meer informatie over de gevaareigenschappen van de stof en de bijbehorende veiligheidsaanbevelingen.
Gevaarlijke stoffen is een verzamelbegrip. Het verwijst naar een groot scala aan producten en werkzaamheden waarbij chemische stoffen een risico vormen. In ziekenhuizen en revalidatiecentra valt te denken aan cytostatica, desinfecterende middelen, oplos- en reinigingsmiddelen, laboratorium- en zwembadchemicaliën.
Cyanogene glycosiden zijn van nature aanwezige plantengifstoffen in onder andere vlierbessen, lijnzaad, pitten van steenvruchten, bittere amandelen en cassave. Deze plantenstoffen zijn ook te vinden in de pitten van steenvruchten zoals abrikozen, perziken, pruimen en kersen en in de pitten van peren en appels.