PNEA lijken op epileptische aanvallen, maar zijn het niet. Ze ontstaan door psychische factoren, zoals onbewuste emoties. Een andere afkorting voor deze aanval is PNES (Psychogenic Non-Epileptic Seizure).
Andere aandoeningen die op epilepsie lijken
Flauwvallen: je valt en raakt even buiten bewustzijn. Soms schokt het lichaam even of verlies je urine. Hartritmestoornissen: kunnen verschijnselen geven die lijken op epileptische aanvallen. De arts laat meestal een hartfilmpje (ECG: Elektrocardiogram) maken van het hart.
PNEA zijn aanvallen die lijken op epilepsie maar worden veroorzaakt door psychische spanningen. Of een aanval epileptisch is of niet, kan een neuroloog zien aan de verschijnselen tijdens de aanval. De neuroloog werkt hiervoor met een video-monitor in combinatie met een EEG.
Patiënten kunnen aanvallen hebben die sterk op epileptische aanvallen lijken, maar dat niet zijn. Zulke aanvallen laten dan geen elektrische ontladingen in de hersenen zien.
Bij een clonische aanval raak je buiten bewustzijn en ontstaan er schokken. Dit zijn ritmische schokken, aan één kant of beide kanten van je lichaam. Zuiver clonische aanvallen zijn zeldzaam.
Wat zijn focale (plaatselijke) aanvallen? Een focale aanval begint in één bepaald deel in de hersenen, in een groep hersencellen (de focus van de aanval). Soms ben je nog bij bewustzijn, soms is het verminderd en heel soms helemaal afwezig. Focale epilepsie komt het meeste voor, bij ruim twee derde van de patiënten.
Bij sommige mensen heeft stress geen invloed op hun epilepsie of hun aanvallen, maar voor anderen is stress een uitlokkende factor. Wanneer iemand zéér ernstige en langdurige stress heeft, of ernstige stress heeft op zeer jonge leeftijd, dan zou dit kunnen leiden tot epilepsie.
Een aanval kan komen door spanning, stress en slaaptekort. Meestal is er geen duidelijke aanleiding. Het is niet mogelijk om na één aanval te zeggen of u epilepsie heeft. Vraag de mensen in uw omgeving goed op te letten als u weer een aanval krijgt.
Er is lang niet altijd een afwijking in het EEG te zien. Dat komt omdat een EEG-onderzoek een momentopname is. Op het moment van de meting is in de hersenen vaak geen epileptische activiteit te zien. Daarom moet de EEG-meting soms een paar keer worden herhaald.
Een conversiestoornis is te behandelen. Soms gaan de klachten ook vanzelf over. Mogelijk duurt het enkele dagen voordat je van je klachten af bent, maar het kan ook enkele weken of maanden duren. De kans is wel aanwezig dat je een terugval krijgt.
Epileptische aanvallen zijn grofweg onder te verdelen in drie typen, namelijk focale aanvallen (voorheen partiële aanvallen genoemd), gegeneraliseerde aanvallen en aanvallen met een (vooralsnog) onbekend begin.
Veel epilepsiepatiënten kunnen factoren benoemen die volgens hen epilepsieaanvallen uitlokken. Stress, vermoeidheid en flikkerend licht zijn de belangrijkste. Naast de bekende voorspellers 'beginleeftijd' en 'type epilepsie' zijn ook 'aura's' en 'prodromen' geassocieerd met uitgelokte aanvallen.
Dit is een aanval die je voelt aankomen. Je arm gaat bijvoorbeeld zonder dat je er iets aan kan doen in een boogje staan. Ook kan je vreemde bewegingen of een naar gevoel krijgen in je gezicht of benen. Je blijft hierbij bij bewustzijn en kan bijvoorbeeld door blijven praten.
PNEA zijn echte aanvallen en geen aanstellerij zoals weleens gedacht wordt. PNEA kunnen er heel verschillend uitzien. Soms staart iemand alleen even afwezig voor zich uit of reageert verward. Anderen vallen op de grond en gaan schokken, net als bij een tonisch-clonische aanval.
Slaaptekort verhoogt het risico van epilepsieaanvallen. Werkbelasting en stress te beperken. Stimulerende middelen zoals koffie, alcohol, drugs en lawaai te mijden.
Het heeft met suiker in je hersenen te maken, dat dat niet helemaal goed gaat en dat je daar epilepsie van kunt krijgen of aanvallen. Het probleem zit in de suiker, die komt niet in je hersenen.
Sommige kinderen hebben 's nachts continu epileptische activiteit in hun hersenen, terwijl ze overdag slechts zelden of nooit epileptische aanvallen hebben. Deze vrij onzichtbare vorm van epilepsie wordt het ESES syndroom genoemd. Als gevolg hiervan ontwikkelen kinderen vaak leer- en gedragsproblemen.
Roken vergroot de kans op een epileptische aanval niet. Wel bestaat het risico dat iemand tijdens een aanval met bewustzijnsverlies een sigaret of sigaar uit zijn hand laat vallen en zo brand veroorzaakt. Stress en hevige emoties kunnen aanvallen uitlokken bij mensen die daar gevoelig voor zijn.
Epilepsie leidt niet bij iedereen tot gedragsproblemen, gedragsproblemen komen ook voor zonder epilepsie en gedragsproblemen bij epilepsie kunnen ook voorkomen bij mensen zonder een verstandelijke beperking. Tenslotte is er niet veel bekend over probleemgedrag voorafgaand aan, tijdens of na een aanval.
Medicijnen kunnen de aanvallen meestal onderdrukken. Medicijnen kunnen epilepsie niet genezen. Het kan een tijdje duren voordat duidelijk is welke medicijnen bij u het beste (samen)werken en welke hoeveelheid (dosis) medicijnen nodig is.
Absences (ook wel “petit mal” epilepsie genoemd), die het best zijn te omschrijven als een aanvallen van “afwezigheid”, waarbij de patiënt gaat staren en het contact met de omgeving verliest, zonder daarbij bewusteloos te raken en te vallen.
Epilepsie is een aandoening waarbij aanvallen voorkomen. Die aanvallen ontstaan door een plotselinge, tijdelijke verstoring van de elektrische prikkeloverdracht in de hersenen. Epilepsie kent verschillende vormen en ook verschillende soorten aanvallen. Er is ook verschil in oorzaak waardoor epilepsie kan ontstaan.
Bij gegeneraliseerde aanvallen doet de stoornis zich plotseling in de hele hersenen voor (beide hersenhelften, links en rechts). Een partiële aanval kan overgaan in een gegeneraliseerde aanval.