ADHD en dyslexie zijn verwant. ADHD en dyslexie lijken meer op elkaar dan gedacht. Uit Amsterdams onderzoek blijkt dat ze enkele cognitieve problemen delen. ADHD en dyslexie zijn aangeboren stoornissen die bij ongeveer 5% van de schoolgaande kinderen voorkomen.
visuele dyslexie: veroorzaakt moeite met het lezen en begrijpen van teksten. auditieve dyslexie: veroorzaakt moeite met het interpreteren en het begrijpen van geluid. attentionele dyslexie: veroorzaakt moeite met het lezen van woorden in zinsverband, doordat er te veel woorden en letters zichtbaar zijn.
Een kind kan nu een lichte, matige of ernstige vorm van dyslexie hebben. Maar dyslexie komt vaak niet alleen.
Deze problemen maken veel mensen die moeite hebben met lezen en schrijven (dyslexie) of die moeite hebben met rekenen (dyscalculie) vaak mee.
De overkoepelende term voor lees- en spellingsproblemen is dyslexie.Daaronder valt de spellingsstoornis dysorthografie én stoornissen die te maken hebben met lezen en begrijpend lezen. Kinderen met een spellingsstoornis hoeven geen moeite te hebben met lezen.
Dyslexie is voornamelijk een stoornis die invloed heeft op het gebied van lezen; het kind heeft moeite met het herkennen en ontcijferen van woorden. Dysorthografie is een stoornis die invloed heeft op het schrijven, en meer specifiek de spelling van woorden.
Personen met dysorthografie kunnen moeilijkheden hebben met: Het letterlijk schrijven van het gehoorde letters (fonetisch schrijven) vb. eetwie (etui) Letters wisselen/toevoegen/weglaten binnen een geschreven woord vb.
Dyslectici maken meer spelfouten dan leeftijdsgenoten: 'luisterfouten', (bijv.verspeken in plaats van verspreken), 'onthoudfouten' (bijv.ou-au of ei-ij) of regelgebaseerde fouten (bijv.dt-fouten).
Mensen met dyslexie hebben vaak een slecht werkgeheugen, verwerkingssnelheid en snelle opvraging van informatie uit het langetermijngeheugen. Deze zwakheden hebben ook invloed op het leren van wiskunde. 60% van de leerlingen met dyslexie heeft moeite met het leren van wiskunde .
Dyslexie is een hardnekkig probleem in het aanleren van accuraat en vlot lezen en/of spellen op woordniveau. TOS en dyslexie zijn allebei taalstoornissen, maar de eerste uit zich in de mondelinge taal, terwijl de andere betrekking heeft op de schriftelijke taal.
Zoals eerder benoemd is dyslexie vooral gerelateerd aan leestaken en heeft het geen bewezen invloed op intelligentie.
Borderline dyslexie is een term die soms wordt gebruikt om personen te beschrijven die enkele kenmerken van dyslexie vertonen, maar niet aan de volledige criteria voor een diagnose voldoen . Deze personen kunnen milde problemen ervaren met lezen, schrijven of spellen.
De naam zegt het eigenlijk al; er is sprake van Ernstig Enkelvoudige Dyslexie (EED) als het kind last heeft van ernstige dyslexie. Dat wil zeggen dat hij of zij significant minder goed kan lezen en/of spellen dan van hem of haar verwacht mag worden. Met begeleiding verbeter dit nauwelijks.
Natuurlijk is het mogelijk dat de drie theorieën voor verschillende individuen gelden. Er zouden bijvoorbeeld drie gedeeltelijk overlappende subtypen van dyslexie kunnen zijn, die elk een onafhankelijke bijdrage leveren aan leesproblemen: fonologisch, auditief/visueel en cerebellair .
Jeugdigen met dyslexie hebben vooral moeite met de spelling, het aanleren en toepassen van grammaticale regels en structuren en het zien van overeenkomsten en verschillen tussen de eigen taal en de vreemde taal.
Als een kind dyslexie heeft en daarnaast ook hoogbegaafd is, dan noemen we dat een dubbeldiagnose of in in het Engels: Twice-Exceptional. Een kind heeft dan 2 kenmerken die op elkaar inwerken, maar elkaar ook maskeren. Door de hoge intelligentie zijn ze bijvoorbeeld in staat om hun dyslexie goed te compenseren.
Bij dyslexie gaat het vaak om beelddenken of conceptueel denken: denken via plaatjes, beelden of filmpjes in je hoofd die soms razendsnel leiden tot een idee, een conclusie, een ontwerp. Oplossingen vóór je zien, terwijl anderen nog over het probleem praten.
Hoogbegaafd en dyslexie of dyscalculie
Er wordt daarom geen reden gezien om anders om te gaan met hoogbegaafde kinderen bij het stellen van een diagnose dyslexie. Sterker nog; 1 – 5 % van de leerlingen met een leerstoornis zoals dyslexie of dyscalculie is hoogbegaafd!
Hoe het werkt: Het kind krijgt schriftelijke tests met wiskundige rekenproblemen . (Deze lijken op de problemen in de rekentest, maar zijn makkelijker.) Het kind moet zoveel mogelijk problemen oplossen binnen een bepaald tijdsbestek. De hoeveelheid tijd varieert per leeftijd, maar is over het algemeen tussen de drie en vijf minuten.
Verschillen en overeenkomsten
Daarnaast hebben ADHD en dyslexie een verschillende uitwerking op de schoolprestaties. ADHD leidt niet altijd tot een ernstig leerprobleem, terwijl dyslexie bijna altijd leerproblemen tot gevolg heeft. '
Ze vallen meestal op als ze hardop moeten lezen. Vaak gaat dat langzamer dan het tempo van hun klasgenootjes en niet vloeiend. In plaats daarvan lezen ze op een spellende en/of radende wijze. Daarnaast schrijven ze woorden vaak zoals ze die horen (fonetisch) en maken ze veel fouten in dictees.
Bij meer dan 50 procent van de kinderen met dyslexie is er in meerdere of mindere mate sprake van comorbide problematiek. De meest voorkomende combinaties zijn: dyslexie en AD(H)D (aandachtsstoornis) dyslexie en ASS (autisme-spectrum-stoornis)
moeite met het aanleren van kruipen, lopen, zwemmen, fietsen, e.d.moeite met organiseren en ordenen. problemen met de fijne motoriek. problemen met de grove motoriek en het evenwicht.
Bij mensen met dyslexie kan er een 'stoornis' (zo noemen we dit in het medische model) zijn met het automatisch verwerken van informatie die via de kanalen van de ogen en oren naar de hersenen gaat. Dit wordt het automatiseringstekort genoemd en heeft betrekking op verwerkingsprocessen in de hersenen.
Kenmerken van dysfasie zijn: Een kind met dysfasie begrijpt anderen wel, maar praat zelf erg weinig of erg slecht. Het kind moet zoeken naar de juiste woorden en zegt dan net iets anders dan het had bedoeld. Het uitdrukken van gedachten en gevoelens gaat moeizaam.