Vóór een operatie laat men patiënten vaak een batterij van testen ondergaan, zoals bloed- en urineonderzoek, een electrocardiogram, een röntgenfoto van de borstkas of andere medische beeldvorming.
2e bloedafname is 48 tot 24 uur vóór de behandeling als:
Er bij het 1e bloedonderzoek irregulaire antistoffen zijn gevonden in uw bloed. Er wordt dan contact met u opgenomen. Dit nodig is voor de ingreep of operatie die u krijgt.
Waarom een ECG? Het is mogelijk dat u een ECG krijgt bij een algemeen onderzoek naar uw lichamelijke conditie. Dit kan gebeuren als u bijvoorbeeld een operatie moet ondergaan en uw arts wil vaststellen of u bepaalde risico's loopt. Het ECG is dan een onderdeel van dat algemene onderzoek.
Voordat u een geplande operatie ondergaat, gaat u langs de preoperatieve screening, bij de polikliniek Anesthesiologie. Door middel van een vragenlijst, gesprek en lichamelijk onderzoek bepaalt de anesthesioloog welke vorm van anesthesie in uw situatie het beste toegepast kan worden en welke voorbereidingen nodig zijn.
Meestal zit er enige tijd tussen het moment dat u op de POS-poli bent geweest en het moment van de operatie of het onderzoek.
De preoperatieve screening is een half jaar geldig, als de operatie later plaatsvindt dan is een nieuwe preoperatieve screening nodig. Als er meerdere operaties nodig zijn dan krijgt u voor elke operatie een aparte preoperatieve screening.
Een ECG is een hartfilmpje dat de elektrische signalen van het hart in een grafiek weergeeft. Hoe werkt dat omzetten van elektrische signalen? Elke hartslag verloopt op dezelfde manier: eerst trekken de boezems van het hart samen, dan de hartkamers. De hartspier krijgt een elektrisch signaal voordat deze samentrekt.
Veel mensen kennen de anesthesioloog als de dokter die je tijdens de operatie onder narcose brengt of zorgt voor verdoving. De anesthesioloog is ook de medisch specialist die letterlijk aan het hoofd van de (operatie) tafel staat en daar het hele proces overziet.
Als de naald op de goede plaats zit, spuit de anesthesioloog het verdovende middel in. Dit inspuiten kan gevoelig zijn. Nadat de verdoving is ingespoten, komt er een band om het hoofd om druk op het oog uit te oefenen, zodat de verdovingsvloeistof zich goed verspreidt. Deze band gaat er vóór de operatie weer af.
Ademhaling. Soms is het nodig om uw ademhaling tijdens de ingreep over te kunnen nemen. Daarom plaatsen we vaak voordat de operatie begint een beademingsbuis (plastic buisje) in uw keel. Dit gebeurt als u onder narcose bent.
Deze kans is heel erg klein, ongeveer 1 persoon van de 100.000 patiënten die geopereerd wordenkomt tijdens de operatie te overlijden.
Na sommige operaties en regionale anesthesie (vooral epidurale en rachi-anesthesie) kunnen vooral mannen soms moeilijker plassen, terwijl vrouwen eerder urine kunnen verliezen. Hoewel dit ongemak van voorbijgaande aard is, wordt soms preventief een blaassonde geplaatst.
Voorafgaand aan een ingreep brengt hij/zij in een gesprek met u uw algehele conditie in kaart en worden eventuele risico's van de narcose besproken (preoperatieve screening geheten). Tijdens de operatie dient de anesthesioloog medicijnen zoals slaapmiddelen en pijnstillers toe.
De gangbare regel is dat u niet meer mag eten vanaf middernacht als uw operatie gepland is voor de volgende ochtend. Drinken van water, koffie en thee zonder melk, niet-koolzuurhoudende vloeistoffen en energiedranken, en ook fruitsap zonder pulp (bijv. appelsap) mag tot 2 uur vóór de start van de anesthesie.
Het duurt een dag voordat de narcose is uitgewerkt. Uw lichaam zal echter nog enkele dagen tot weken nodig hebben om helemaal te herstellen van de operatie. Na het wakker worden uit de narcose kunt u misselijk zijn en moet u misschien overgeven. Vraagt u dan om een middel om de misselijkheid tegen te gaan.
Anesthesioloog salaris
Wat verdient een anesthesioloog? Een net afgestudeerde anesthesist verdient ongeveer €5.833,- bruto per maand en dit kan oplopen tot €10.833,- bruto per maand. Dit is conform de cao AMS (Arbeidsvoorwaarden Medisch Specialisten).
Bij de verdenking op een hartinfarct, wordt er een buisje bloed afgenomen. Hierin wordt de waarde van het troponine bepaald. Troponine is een eiwit dat er normaal voor zorgt dat de hartspier kan samentrekken. Als het hart en hartweefsel gezond zijn, is de hoeveelheid troponine in het bloed laag.
Op een hartfilmpje (ECG) ziet een arts of er afwijkingen zijn in je hartritme en of je eerder een hartinfarct hebt gehad. Een afwijking op het hartfilmpje kan aanwijzingen geven dat je hartfalen hebt.
Pijn op de borst en steken in de bovenarm zijn bij mannen vaak het teken dat er iets mis is, bij vrouwen treden die signalen vaak niet eens op. Vrouwen hebben bijvoorbeeld last van moeheid, kortademigheid bij het sporten of pijn in de schouderbladen.
U heeft in overleg met uw behandelend arts besloten dat een onderzoek of behandeling moet plaatsvinden. Hiervoor is een vorm van anesthesie (= verdoving) nodig. Voordat u anesthesie krijgt is een preoperatief onderzoek (=onderzoek vóór de operatie) nodig. U bent daarvoor verwezen naar het preoperatief bureau.
De anesthesioloog spreekt af of uw kind vóór de ingreep nog premedicatie krijgt. Dit kan een rustgevend drankje, tabletje of een pijnstiller zijn. De premedicatie neemt de angst voor de operatie of het onderzoek een beetje weg en maakt uw kind alvast een beetje slaperig.
Sedatie (roesje)
Sedatie betekent 'verlaging van het bewustzijn'. Als u hiervoor in aanmerking komt, kunnen we u, bij operaties waarbij u verdoofd bent door een ruggenprik, een roesje geven. U maakt de operatie minder bewust mee en bent meer ontspannen. Het blijft mogelijk om u tijdens de operatie te wekken.