Sociaal-maatschappelijke dimensie Studenten kijken naar hun eigen gedrag binnen hun woon- en leefomgeving: thuis, op school en bijvoorbeeld op de sportvereniging. Ze denken na over uiteenlopende onderwerpen: van identiteit tot cultuurverschillen, van discriminatie tot veiligheid.
De sociaal-maatschappelijke dimensie heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren.
Welke vier burgerschapsdimensies zijn er beschreven? Een politiek-juridische dimensie, de economische dimensie, de maatschappelijk-sociale dimensie en de dimensie vitaal burgerschap.
De sociale doelen van burgerschap zijn kennis, vaardigheden en houdingen die leerlingen nodig hebben om zich in sociale situaties redzaam te gedragen. De maatschappelijke doelen zijn de kennis, vaardigheden en houdingen om als burger deel uit te maken van en een bijdrage te leveren aan de Nederlandse maatschappij.
De sociaal-maatschappelijke dimensie heeft te maken met het deel uitmaken van een gemeenschap. Om hiermee ook een actieve bijdrage aan te leveren. Het gaat hier om het functioneren in je eigen woon- en leefomgeving. Maar ook om de acceptatie van verschillende culturen.
Samengevat is sociale competentie een samenhangend geheel van attituden, kennis en vaardigheden, dat betrekking heeft op de ontwikkeling van de eigen identiteit, in relatie met anderen en de omgeving. Sociale competentie wordt opgebouwd uit ervaringen, opgedaan in concrete activiteiten en in interactie met anderen.
Sociale verandering of maatschappelijke verandering, zijn in de sociologie de veranderingen binnen een maatschappij over een langere periode. De term verwijst met name naar veranderingen in de sociale structuur en de bevolkingssamenstelling.
Kun je niet (helemaal) zelfstandig deelnemen aan de samenleving? Heb je bijvoorbeeld geen dak (meer) boven je hoofd, ben je werkeloos, heb je schulden, of een combinatie hiervan? Heb je daarnaast een psychiatrische stoornis en/of zorg je voor overlast in de buurt. Dan spreken we over sociaal maatschappelijke problemen.
Het doel is meestal om mensen samen te brengen op een centrale locatie om gezamenlijk activiteiten te ondernemen, dit kan van alles zijn bijvoorbeeld een spelletjes avond bij een buurthuis, een exhibitie bij een museum waar mensen samen komen om deze te bezichtigen of een zondagsgebed bij een kerk.
Kort samenvattend is een probleem een maatschappelijk probleem wanneer: – Veel mensen ermee te maken hebben;– Het probleem op de politieke agenda staat;– Er sprake is van meerdere groepen, meningen en oplossingen.
Voorwerpen hebben in die drie richtingen een afmeting: lengte, breedte en hoogte. Voorbeelden van driedimensionale dingen zijn vormen in de ruimte als een bol, een piramide, of een schoenendoos.
Basisvaardigheden burgerschap zijn sociale en maatschappelijke vaardigheden die leerlingen nodig hebben om deel te kunnen nemen aan de samenleving. Het gaat om het verwerven van kennis en vaardigheden en het toepassen van die kennis en vaardigheden in het leven van alledag. Sinds 2021 is er een nieuwe wet van kracht.
Studenten worden opgeleid voor een beroep, voor een vervolgopleiding en tot burgers die volwaardig deelnemen aan de maatschappij. Het kwalificatie-onderdeel loopbaan en burgerschap bereidt studenten voor op het vormgeven van hun eigen loopbaan en op participatie in de maatschappij.
Zelfverantwoordelijkheid is verantwoordelijk zijn voor je eigen leven, leven zoals jij het goed vindt. In de economische dimensie kan dat naar voren komen door kritisch na te denken over wat je koopt, de keuze voor vrijwilligerswerk, werk of vrijetijd of het wel of niet geven van vijf euro aan de dakloze op straat.
Een maatschappelijk probleem heeft de volgende kenmerken: het is een probleem waarbij relatief veel actoren betrokken zijn (burgers, bedrijven en organisaties); er bestaan verschillende opvattingen over de oorzaken en de aanpak van het probleem; de overheid speelt een rol bij de oplossing van het probleem.
Een maatschappelijk werker luistert en geeft praktische hulp bij psychosociale problemen. Doel is dat u weer grip krijgt op uw leven en weer zelf verder kunt. De maatschappelijk werker wordt ook wel sociaal werker genoemd.
Maatschappelijke organisaties zijn bijzonder en er zijn er veel van. Denk aan scholen, ziekenhuizen, zorginstellingen, universiteiten, woningcorporaties, busondernemingen, uitkeringsorganisaties en musea.
Criminaliteit (48 procent) en milieuvervuiling (45 procent) worden het vaakst gezien als een (heel) groot probleem1.
Een aantal problemen kan duidelijk gesitueerd worden binnen nationale staten, zoals sociaal-economische ongelijkheid, crimi- naliteit, fraude en corruptie, discriminatie, religieuze intolerantie, ongelijkheid tussen de seksen, schending van mensenrechten, de integratie van migranten, mi- lieuproblemen.
Het speerpunt maatschappelijke ontwikkeling is onderverdeeld in vier themagebieden, namelijk: sociaal-culturele ontmoetingen, gezondheidszorg, opleiding en scholing en veiligheid.
Op de opleiding Maatschappelijke Zorg & Sociaal Werk leer je mensen in alle leeftijdscategorieën te begeleiden, die door omstandigheden niet (goed) zelfstandig kunnen meedoen in de maatschappij. Zo help je bijvoorbeeld mensen met een verstandelijke beperking of psychiatrische stoornis en ouderen.
Als sociaal werker Maatschappelijke Ondersteuning maak je de daadwerkelijke vraag of behoefte helder. Je luistert actief naar de persoon en diens netwerk. Je hebt een open houding, bouwt een vertrouwensrelatie op, geeft ruimte en vraagt dóór naar verwachtingen, wensen en mogelijkheden.