Het ree eet voornamelijk plantaardig voedsel. Hij eet vooral bladeren, twijgen en scheuten van struiken en bomen. Ook vruchten (bramen, bessen), kruiden, grassen en landbouwgewassen (bieten, granen en krop gewassen) eet hij graag.
Lokken. Alle reeën reageren op het fiepen. Door het geluid op een fluit na te bootsen is het mogelijk geiten en bokken te lokken. De geit komt op het geluid van het kalf af en de bok op het geluid van de geit.
Enkele planten waar herten niet van lijken te houden zijn siergrassen, irissen, vingerhoedskruid, yucca, kruiden en planten met een sterke geur, zoals salie, bosui, citroenmelisse, etc. Ze houden ook niet van planten met doorns, zoals paarse echinacea, maar rozen schijnen ze dan juist weer heerlijk te vinden!
De ree verblijft overdag vaak in zijn “leger”, dit is de naam van de slaapplaats. Deze is vaak te herkennen aan een ovale plek onder de boom, alsof iemand hier de grond heeft staan harken. Soms heeft de ree zijn “leger” in een kuil of onder een omgevallen boom.
Reeën gaan niet in winterslaap, maar ze zijn 's winters wel in een soort ruststand. Ze zijn een stuk rustiger. En ook hun hartslag en stofwisseling gaan op een laag pitje. Maar dit kan alleen als een ree zich veilig voelt.
De ree als spiritueel dier
Hij staat voor verzachting, onschuld, vriendelijkheid en liefde. Als je een ree ziet, kijk dan eens naar binnen bij jezelf. Voel diep in jezelf of je nog oude wonden hebt en vraag de ree om deze te helen.
Blaffende ree
Het blaffen van het ree, ook wel 'schrikken' genoemd is een laag, blaffend geluid. Een ree maakt dit geluid als het iets bijzonders waarneemt waarvan het niet thuis kan brengen wat het is. Hij alarmeert daarmee ook de andere reeën.
De meeste kans om wild te zien, heb je in de vroege ochtend en late avond. Dan gaat het wild op zoek naar voedsel en grazen de dieren op open plekken (vaak aan de bosrand). Overdag houden de dieren zich juist verscholen om in de avond weer tevoorschijn te komen, op zoek naar hun avondmaal.
Na twee maanden eet een kalf ook gras en na 6-10 weken is de zoogtijd voorbij. Het kalf blijft 1 jaar bij de moeder en is na veertien maanden geslachtsrijp. Het ree wordt maximaal twintig jaar oud, maar meestal slechts zeven tot acht jaar. Vrouwtjes worden iets ouder dan mannetjes.
Herten moeten steeds ruwvoer, proper water en een zoutliksteen tot hun beschikking hebben. Goed ruwvoer is bijvoorbeeld hooi of gras en kruiden zoals klavers, paardenbloemen en weegbree. Het hooi moet vrij zijn van stof, giftige planten en schimmels.
Wanneer herten en reeën regelmatig terugkomen, kunnen ze uw geliefde tuinplanten of gewassen of jonge bosaanplant tot op de grond kaalvreten. De beste manier om deze dieren tegen te houden is het plaatsen van een afrastering met schrikdraad. Deze afrastering moet hoog genoeg zijn, want herten zijn lastig te keren.
Planten met de kleinste kans op schade zijn: narcissen, Daphne, Laurus nobilis, Echinops, Kniphofia, Buddleja, Primula, rabarber en Nerine. 100 soorten hebben meer dan 40% kans op schade.
Herten zijn duidelijk groter dan reeën en hebben ook de kenmerkende lichte vlek niet aan de achterkant. Herten en reeën eten hetzelfde. Het gewei van een hert is groter dan het gewei van een reebok, maar de manier waarop het gewei tot stand komt, is bij beide dieren hetzelfde.
243 mogen dus wel reeën, maar geen edelherten, damherten en wilde zwijnen worden geschoten. Uiteraard mogen ganzen en vossen eveneens met dit kaliber geschoten worden.
Hij is erg kwiek en springt soms tot 6 meter ver en tot 2 meter hoog om obstakels uit de weg te gaan.
Van de 80.000 reeën is er tussen de 0 en 15 procent zwart, weet Herzo van der Wal, oprichter en voorzitter van het Kenniscentrum Reeën. "Er zitten jaren bij waarin we helemaal geen zwarte reeën zien, vandaar de 0 procent. Het kan zomaar een generatie overslaan.
Goede zwemmers
,,Reeën zijn uitstekende zwemmers. Zeker jonge dieren kunnen kilometers zwemmen. Punt is alleen soms het water waarin ze terecht komen. Als de oever te stijl is komen ze niet meer aan de kant.
Voor reeën is voor elk volwassen dier een oppervlakte van 1.000 m² nodig en voor elanden zijn het 10.000 m² per volwassen dier. Binnenverblijf: Kleine hertachtige: Tenminste 3 m² per dier. Middelgrote hertachtige: Tenminste 4 m² per dier.
In de film is Bambi een muildierhert, in het boek dat de basis vormt voor de film is hij een ree. Bambi wordt bij zijn geboorte uitgeroepen tot "Prins van het Bos".
Van nature zijn de herten dagdieren. Omdat overdag het onrustig is door wandelaars en fietsers zijn de herten steeds meer 's nachts actief. Dat wil niet zeggen, dat ze overdag niet meer te zien zijn. Je moet wel goed kijken en heel rustig en stil zijn.
De Veluwe is dus de beste regio voor het spotten van herten en reeën. Maar natuurlijk zijn er in Nederland veel meer gebieden, waar u oog in oog kan komen met deze dieren. Vooral de gebieden die rijk zijn aan uitgestrekte bossen zijn ideale leefgebieden. Maar ook hier geldt dat u wat geluk moet hebben.
Reeën hebben twee typen kegeltjes. Zij missen de kegeltjes waarmee je rood goed kunt zien. Reeën zien dan ook alleen de kleuren die ontstaan als de kleuren geel en blauw licht worden gecombineerd. In het overgangsgebied is de kleur min of meer grijs.
In het voorjaar zoeken ze hun eigen territorium op. De reebok verdedigt dit territorium fel tegen andere mannetjes. De paartijd, ook wel bronsttijd genoemd, valt in juli en augustus. De reegeit maakt een fluitend geluid, het zogenaamde 'fiepen', om te laten weten dat ze bereid is om gedekt te worden.
= slokdarm; rumen = pens; reticulum = netmaag; omasum = boekmaag; abomasum = lebmaag (ware maag). Reeën behoren tot de herkauwers. Hun spijsvertering heeft vier magen, net als een koe.