De satellieten leveren niet alleen wolkenbeelden maar ook gegevens over infraroodstraling waaruit temperatuur en vochtigheid wordt afgeleid. Satellietmetingen zorgen ook voor gegevens van straling, wind, golfhoogtes, golfpatronen, zeestromingen, ijskappen en nog veel meer.
Satellieten kunnen veel verschillende functies hebben. Je hebt bijvoorbeeld communicatiesatellieten, die gebruikt worden voor telefoon, internet en tv-verbindingen. Ook heb je navigatiesatellieten voor dingen zoals GPS en observatiesatellieten om foto's van de ruimte of de aarde te maken.
De meeste satellieten zijn hetzelfde opgebouwd. In een platform dat de bus heet, zitten de batterijen, computer en aan de bus zitten antennes, zonnepanelen en instrumenten zoals camera's en communicatieapparatuur. Op aarde zit een ontvanger. Hiermee staat de satelliet in verbinding.
Hoe werkt zo'n satelliet? Een satelliet werkt als een soort reflector in de ruimte. Een mediabedrijf zendt bijvoorbeeld een signaal uit via een schotelantenne, de mediasatelliet vangt dit signaal op en verstuurt het direct naar andere antennes op aarde die het dan verder verspreiden.
In de astronomie is een satelliet een object dat in een baan om een planeet draait. Er zijn honderden natuurlijke satellieten, of manen, in ons zonnestelsel. Sinds 1957 zijn ook duizenden kunstmatige (door de mens gemaakte) satellieten gelanceerd.
Satellieten moeten voor hun eigen stroom zorgen. Dat doen ze meestal met grote zonnepanelen ('vleugels') die zijn bedekt met lichtgevoelige zonnecellen. De panelen zijn meterslang en zijn tijdens de lancering opgevouwen.
Je kunt inderdaad heel vaak satellieten zien aan de sterrenhemel. Vrijwel continu is er een satelliet te vinden, een beetje afhankelijk van hoe donker de plaats op Aarde is waar je staat. Het is dus zeker geen zeldzaamheid. De satellieten zijn te zien doordat ze het zonlicht weerkaatsen.
Hoe herken je een satelliet? Dat is simpel. Als je een lichtpuntje ziet dat met een redelijk vaartje tussen de sterren beweegt, dan is het een satelliet. Hij geeft zelf geen licht maar weerkaatst licht van de zon (die van jou uit gezien onder de horizon staat).
In de astronomie is een satelliet een object dat in een baan om een ander object beweegt. Dit is vrijwel altijd onder invloed van de zwaartekracht, met, in het geval van een kunstmaan, alleen aandrijving voor koerscorrecties.
Een satelliet kan lang achtereen in dezelfde baan blijven dankzij het evenwicht tussen de aantrekkingskracht van de aarde en de centrifugale kracht. Omdat de omloopbaan buiten de atmosfeer ligt, is er geen luchtweerstand.
Omdat Nederland geen eigen satellieten heeft, is het onmogelijk gebruik te maken van satellieten van andere landen.
Om in de juiste baan te blijven, moet een satelliet met een zeer hoge snelheid draaien. Bij een cirkelvormige baan op 300 kilometer boven de aarde, draaien ze 7,8 km/s (oftewel 28.000 km/h). Om het wat kracht bij te zetten: in anderhalf uur is de satelliet de hele wereld rond.
Waar vliegen ze? Satellieten kunnen soms heel lang om de Aarde blijven draaien. Ze hebben soms een baan boven de evenaar, andere satellieten gaan over de Noord- en de Zuidpool. De meeste satellieten hebben een baan daar schuin tussen in.
Het nadeel van een geostationaire satelliet is de grote afstand en daardoor de tijdvertraging, waardoor deze onpraktisch is voor tweewegcommunicatie, zoals een telefoonverbinding. Het duurt ongeveer 250 milliseconden voordat een spreker een reactie op zijn woorden hoort.
Satellieten zijn op een heldere nacht vaak te zien als een bewegend “sterretje”, een puntje met de helderheid van een ster. Ze bewegen langzaam (veel langzamer dan meteoren) en zijn vaak minutenlang te volgen. De helderheid kan lange tijd constant zijn, maar ook variëren.
Het zonlicht verlicht zo'n satelliet waardoor ze als kleine bewegende sterretjes door de hemel bewegen. Ze zijn lichtzwak waardoor ze niet echt goed opvallen tot je ze in het oog krijgt, er zijn geen knipperlichtjes bij te zien en ze bewegen redelijk snel met constante snelheid.
Van de 104 satellieten die in één keer de lucht ingingen, waren er bijvoorbeeld meer dan 90 gemaakt door enkele bedrijven uit de Verenigde Staten en drie door het Nederlandse bedrijf ISIS.
In een rapport van de Europese Ruimtevaartorganisatie ESA uit oktober 2022 is te lezen dat sinds het begin van het ruimtevaarttijdperk er ongeveer 6.340 geslaagde raketlanceringen zijn uitgevoerd. Daarmee zijn 14.710 satellieten in een baan om de aarde gebracht, waarvan er 9.780 nog steeds rond de aarde draaien.
Normaal gesproken is voor een cirkelvormige baan op een hoogte van 300 km boven het aardoppervlak een snelheid nodig van 7,8 km/s (28.000 km/h). Bij deze snelheid zal een satelliet een rondje om de aarde in 90 minuten afleggen.
Telecommunicatiesatellieten zijn meestal geostationair. Een geostationaire satelliet cirkelt op een hoogte van 36.000 km. Omdat hij dezelfde omloopsnelheid heeft als de aarde, bevindt hij zich altijd boven eenzelfde punt op aarde en brengt bijna continu hetzelfde deel van de aarde in beeld.
Eigenlijk zijn alle satellieten verschillend van elkaar, maar er zijn ook overeenkomsten: Satellieten zijn ongeveer net zo groot als een stadsbus. Satellieten hebben grote zonnepanelen. Die gebruiken ze om stroom op te wekken.
Een satelliet kan niet 'vliegen' en op eigen kracht los van de aarde komen. Daarvoor is een raket nodig (zie foto links).
Satellieten die om de aarde draaien kunnen 's nachts helder oplichten. Dat komt doordat ze op hun hoogte van enkele honderden kilometers zonlicht opvangen, en dat onder andere naar het donkere aardoppervlak reflecteren. Daardoor zie je ze als een felle stip die langs de hemel beweegt.
Er zijn in 2023 meer dan 2.000 Starlink-satellieten in de lage baan rond de aarde geplaatst door SpaceX. Het totaal komt daarmee op 5.500 Starlink-satellieten in de ruimte.
Een goedkopere satelliettelefoon kost rond de 800 euro, de duurdere tegen de 2.000 euro. Alleen ben je er dan nog niet. De kosten voor het gebruik van de satellieten zijn een stuk hoger dan een T-Mobile of KPN abonnement. Daarover later meer.