Je kiest zelf waar je de loonheffingskorting op toepast. Ben je getrouwd en pas je de heffingskorting toe op je AOW, dan krijg je vanaf juli 2022 een bedrag van € 863,88 (netto) per maand per persoon. Zonder deze heffingskorting ontvang je € 688,80 per maand per persoon.”
Per 1 juli 2022 zijn de AOW-bedragen als volgt. De bruto AOW-uitkering voor mensen met een partner bedraagt € 914,15 per maand. Het vakantiegeld bedraagt € 49,51. De bruto AOW-uitkering voor een alleenstaande bedraagt € 1.334,94 per maand.
Uw AOW en woonsituatie
Dan krijgt u 70% van het minimumloon. Woont u samen of bent u getrouwd? Dan krijgt u 50% van het minimumloon. Alleenstaanden krijgen meer AOW omdat zij hun kosten van levensonderhoud niet kunnen delen met een huisgenoot.
AOW 2022 getrouwd of samenwonend
Bent u getrouwd of woont u samen dan is het nieuwe AOW bedrag per 1 januari € 901,07 bruto per persoon. Netto houdt u daar € 851,52 aan over. Hierbij is rekening gehouden met €172,50 loonheffingskorting en € 49,55 Zvw premie. De AOW uitkering in 2022 is netto €12,97 hoger dan 2021.
Geen AOW-partnertoeslag
De partnertoeslag is komen te vervallen sinds 1 januari 2015. Als u nu voor het eerst AOW krijgt, ontvangt u geen AOW-toeslag meer voor uw jongere partner. Ook niet als uw partner geen inkomen heeft of niet te veel verdient.
Het minimumloon gaat in 2023 met 10 procent omhoog. De AOW en uitkeringen gaan ook omhoog. Mensen met weinig geld krijgen een toeslag voor energie via de gemeente. De zorgtoeslag, huurtoeslag en het kindgebonden budget worden hoger.
Een richtlijn die vaak wordt gebruikt voor 'genoeg pensioen' is 70% van het laatstverdiende bruto-inkomen. Dit betekent dat je 70% van het (bruto) inkomen dat je ontvangt als je met pensioen gaat nodig hebt voor je pensioen.
Vermogen is bijvoorbeeld spaargeld, dure sieraden of een auto. Als u alleen woont geldt een maximumbedrag van € 6.505, en als u met uw partner of met een kind (jonger dan 18 jaar) woont € 13.010 (bedragen voor 2022). Heeft u meer vermogen? Dan kunt u geen AIO-aanvulling krijgen.
Naast de maandelijkse AOW-uitkering bouwt u ook iedere maand vakantiegeld op. Het vakantiegeld bedraagt in 2022 € 69,30. U krijgt uw vakantiegeld netto uitbetaald in mei.
Als u met pensioen gaat, krijgt u een basisinkomen volgens de Algemene ouderdomswet (AOW). Daarnaast bouwt u meestal een aanvullend pensioen op bij uw werkgever. U kunt ook zelf een particuliere verzekering afsluiten.
Ook als u niet uw hele leven in Nederland heeft gewoond, krijgt u een AOW-uitkering. De uitkering is wel lager: 2% minder voor elk jaar waarin u geen AOW heeft opgebouwd, omdat u niet in Nederland heeft gewoond of gewerkt.
Overlijdensuitkering bij meeste uitkeringen
Uw nabestaanden kunnen recht hebben op een overlijdensuitkering als u een van deze uitkeringen krijgt: een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO, WIA, WAZ, Wajong, Ziektewet); AOW-uitkering; Anw-uitkering.
Hoeveel Spaargeld Met AOW? Een andere vraag die mensen die je jezelf als 65+'er kan afvragen is of de hoeveelheid spaargeld die je hebt ook invloed heeft op de hoogte van je AOW. Dit is niet het geval. De reden daarvoor is dat, als je recht hebt op AOW, spaargeld simpelweg niet in de berekening wordt meegenomen.
Het pensioen van een politie-inspecteur: 3.725 euro bruto.
De belangrijkste veranderingen aan de AOW
Deze nieuwe regel is al op 1 januari 2020 ingegaan. Tot 2022 is de AOW-leeftijd 66 jaar en 4 maanden. Dat is gunstig voor de mensen die de komende jaren met pensioen gaan. Vanaf 2022 stijgt de leeftijd in stapjes naar 67 jaar in 2024.
In Nederland geldt er geen limiet voor de hoeveelheid geld die u in huis mag hebben. Contante bedragen boven de €560 euro moet u wel opgeven bij uw belastingaangifte. Dit is €1120 als u een fiscale partner heeft.
Volgens de gegevens van het CBS hebben particuliere huishouden in Nederland gemiddeld 42.300 euro aan spaargeld. Mocht je daar ver onder zitten, dan is dat niet zo gek. Het mediaan ligt met 14.900 euro namelijk een stuk lager.
Er is geen limiet voor het saldo op je betaalrekening. Maar de meeste betaalrekeningen leveren geen rente op, of een rente die lager ligt dan de spaarrente. Geld dat je niet op korte termijn nodig hebt, kun je dus beter op een spaarrekening zetten.