Een ster kostte 4 cent, door de drager zelf te betalen, en per vier sterren moest een distributiebon ('textielpunt') worden ingeleverd. De Nederlandse sterren werden in Enschede door textielfabriek De Nijverheid vervaardigd.
De Duitsers konden de naleving van de regel echter makkelijk controleren; de Jodenster moest zichtbaar op borsthoogte aan de jas worden vastgenaaid. Wie werd betrapt op het niet-dragen van de ster moest vreselijke gevolgen ondergaan: een boete van duizend gulden of zes maanden 'hechtenis' in een Duits kamp.
De nationaalsocialisten gebruikten de davidster op een gele achtergrond als 'jodenster' om daarmee de joden te onderscheiden van de overige bevolking en het gemakkelijker te maken ze op te pakken, te deporteren en ten slotte te vermoorden.
Om Joden goed herkenbaar te maken op straat, moeten alle Duitse Joden van zes jaar en ouder vanaf 1 september 1941 verplicht een ster op hun kleding dragen.
Dit kenteken bestond uit een zwart getekende ster met zes punten uit gele stof ter grootte van een handpalm met het zwarte opschrift 'Jood'. De ster diende om de Joden te identificeren. De Jodenster moest zichtbaar en vast opgenaaid op de linkerkant ter borsthoogte van het kledingstuk gedragen worden.
De Jodenster was een kenteken dat Joden in Duitsland en bezet gebied moesten dragen tijdens de Tweede Wereldoorlog. De verplichting gold voor Joden boven de leeftijd van zes jaar in bijna het gehele door de nazi's bezette Europa, met uitzondering van Finland, Noorwegen, Denemarken en Vichy-Frankrijk.
De Duitse bezetter had sinds 1940 de joden in Nederland steeds verder geïsoleerd. Vanaf zondag 3 mei 1942 moesten alle joden een gele ster van katoen, met daarop het woord 'Jood', op hun kleding dragen. Wie gepakt werd zonder Jodenster, kreeg een boete van duizend gulden opgelegd of een gevangenisstraf van zes maanden.
Joden moeten hun fietsen afgeven. Joden mogen niet in de tram. Joden mogen niet meer in auto's rijden. Joden mogen alleen van 3-5 uur boodschappen doen en alleen in Joodse winkels, waar 'Joods lokaal' op staat.
De Davidster De Davidster of het Davidschild is het bekendste symbool van het Jodendom. Het is een zeshoekige ster die bestaat uit twee in elkaar geschoven driehoeken, het hexagram. De Davidster is genoemd naar het 'Schild van Koning David' dat hij volgens een legende droeg.
1 (3) De Jodenster bestaat uit een zwart getekende zespuntige ster uit gele stof ter grootte van een handpalm met het zwarte opschrift 'Jood'. Deze moet zichtbaar en vast opgenaaid op de linkerkant ter borsthoogte van het kledingstuk gedragen worden.
De zespuntige en achtpuntige ster, al dan niet binnen een cirkel, betekenen in de Christelijke traditie: Jezus Christus of het acroniem Jezus Christus, Gods zoon, Redder. Het is het teken van het goddelijke. Het had ook hier weer de functie van onheil afweren en geluk te brengen.
Vanaf 3 mei moeten zij een herkenningsteken dragen: een zespuntige gele Davidster met in het midden het woord 'Jood'. Door de ster zijn mensen als Jood op straat te herkennen. De Duitse bezetter wil hiermee Joden verder afzonderen van de niet-Joodse Nederlanders. Het niet dragen van de ster wordt streng bestraft.
In de christelijke iconografie staat het pentagram symbool voor de vijf wonden van Jezus Christus en ook voor het verknopen van begin en einde in Christus: de alpha en de omega.
De Antwerpse Joden wonen vooral in de wijk naast de diamantwijk, op enkele minuten loopafstand van het centraal station. Deze wijk noemt men ook wel Joods Antwerpen. Het is na New York, Londen en Jeruzalem een van de grootste gemeenschappen van charedische (ultra-orthodoxe) joden ter wereld.
De kleur van een ster verwijst naar zijn oppervlaktetemperatuur. Een rode ster is relatief koel met een oppervlaktetemperatuur van minder dan 3.000 graden Celsius. Onze zon is een gele ster: op het oppervlak heerst een temperatuur van meer dan 6.000 graden. En blauwe sterren zijn de heetste, 10.000 graden en meer.
De meeste Joden in Nederland werden gedeporteerd naar vernietigingskampen in Polen om daar vergast te worden. Van de naar schatting 140.000 Joden die Nederland in mei 1940 telde, zijn er ongeveer 101.800 vermoord of door ziekte en uitputting om het leven gekomen.
Het hindoeïsme komt uit India en is de oudste godsdienst op aarde. De hindoes vereren veel goden en godinnen. Ze denken dat alle goden eigenlijk verschillende vormen van één goddelijke oerkracht zijn. De heilige boeken zijn de Veda's.
In Nederland leven heden ten dage naar schatting tussen de 30.000 en 40.000 joden. De meerderheid van hen woont in Amsterdam en in Amstelveen. Een aanzienlijk deel van hen, waaronder vrijwel alle traditioneel-religieuze joden, woont in de Amsterdamse wijken Rivierenbuurt, Oud-Zuid en Buitenveldert.
Tijdens sabbat mogen gelovige joden onder andere niet werken, niet sporten en geen elektriciteit gebruiken. Gelovige joden hebben speciale gebeden en rituelen tijdens sabbat. Volgens de Tora, het heiligste joodse boek, heeft God de wereld in zes dagen geschapen. Op de zevende dag rustte hij uit.
Ook buiten de diensten is alcoholconsumptie toegestaan. In het Jodendom maakt drinken van koshere wijn (jajin) deel uit van verschillende rituelen tijdens de sabbat en het inwijden en uitluiden van feestdagen. Hierbij zijn alleen koshere wijnen, die onder het toezicht van een rabbinaat zijn gemaakt, toegestaan.
Aas en insecten met vleugels zijn verboden en niet alle vogels mogen gegeten worden. Dieren die wel gegeten worden: rund, schaap, geit en hert. Dieren die niet gegeten worden: kameel, varken, haas, paling, garnaal en kreeft. Koosjere dieren worden op rituele wijze geslacht om aan de kasjroet te voldoen.
Gelovige joden delen gebruiken en tradities. Zo is er op vrijdagavond en zaterdag de sjabbat, dan gaan ze naar de synagoge – het gebedshuis – en werken ze niet. Spiritueel leider van een synagoge is een rabbijn of rabbi.
Op 25 februari 1941 legden tienduizenden Amsterdammers het werk neer en ging ze de straat op om te demonstreren tegen de Duitse bezetter. Het was een protest tegen de Jodenvervolging en verplichte tewerkstelling van de arbeiders in Duitsland.
Magisch symbool
De eerste keer dat er volgens overlevering over het hexagram werd geschreven, was in 922 v. Chr., toen de Joodse koning Salomo zich middels dit magische symbool wendde tot hekserij en een altaar bouwde voor een god van de Kanaänieten en oude Egyptenaren, de god Astharoth.