Je gebruikt Powerbait als je wil gaan forelvissen met een dobber of buldo. Met een dobber kan je de Powerbait lekker langzaam door het water bewegen. Doe je dit te snel? Dan heeft de vluchtige forel geen tijd om het aas te pakken.
Foreldeeg of Powerbait is ongetwijfeld het meest gebruikte aas voor het forelvissen. Dit deegje is verkrijgbaar in allerlei kleuren, geuren en smaken, met of zonder glitter en zelfs in glow in the dark. Om te kunnen vissen met foreldeeg is het belangrijk dat je het deeg op de juiste manier op de haak aanbrengt.
Wormen zijn een favoriet aas van de forel. De forelvisser kan het beste één wat grotere worm te gebruiken. Als je met wormen gaat forelvissen dan vis je vrijwel altijd met een dobber. Je laat de dobber en het aas dan meedrijven met de stroom van het riviertje waar je in vist en hoopt zo dat de forel toehapt.
Of wat is nou de beste kleur powerbait? In de regel zijn er drie kleuren zijn altijd wel forel vangen, dit zijn de kleuren zwart, wit en groen. Neem deze kleuren powerbait dan ook altijd mee.
Vanaf april, zowat het officiële begin van het vijverforel seizoen is het water meestal warm genoeg en gaat de forel actief jagen in zowat alle waterlagen, ook in het oppervlak. In de zomer wordt het oppervlakte water steeds warmer en als het te warm wordt gaat de forel op zoek naar koeler en zuurstofrijker water.
Powerbait gebruik je door een beetje aas uit het potje te pakken, dit tot een balletje te rollen en de haak in het aas te drukken. Het bovenste deel van je balletje Powerbait rol je tot een puntje over de haak en de onderkant druk je plat tot je het op een soort van eendenvoetje lijkt.
Stel je dobber op ongeveer een meter diepte af en werp in. De forel is een vrij zwemmende vis, dus deze kan zich overal in de vijver bevinden. Belangrijk is dus dat je verschillende dieptes en plekken probeert tot je de vis gevonden hebt.
Een goede foreldobber of buldo is een lichte dobber die weinig weerstand geeft bij aanbeet. Te veel weerwerk kan de toch al schichtige vis laten schrikken. Je kans op aanbeet is dan verkeken. Voor het vissen op forel kies je een dobber van 3 à 4 gram.
Bij gebruik van drijvend aas of deeg knijp je op de onderlijn op ongeveer 10 cm van de haak een klein knijploodje. Het laat het aas langzaam zakken en voorkomt dat licht aas gaat drijven. Je gooit de montage in over de plaats waar je vermoed dat de forellen zich ophouden.
Pas je techniek aan op het seizoen en het weer. In de winter is het kouder aan het wateroppervlak omdat dit het snelste afkoelt. De forel zal dan net als alle andere vissen de warmte opzoeken en die zit onderin. Vis dus in de winter diep.
De gevangen forellen moet je mee naar huis nemen. Terugzetten mag niet, legt Bremer uit: ? Een forel is gevoelig en slikt het aas behoorlijk ver in. Daardoor raakt het dier gewond.
Zoals bij elke visserij is de haak het belangrijkste onderdeel van je montage. Bij het forelvissen moet je denken aan forelhaken met een grote tussen maat 4 en 12. Vaak wordt gedacht dat het vissen met een zo klein mogelijke haak het meest effectief is.
Stromend water is in heuvelachtige en bergachtige gebieden het domein van de forel. In het zuiden van Nederland, in de Ardennen en in landen als Frankrijk en Zwitserland kan je in talloze riviertjes aan het vissen op forel een prachtige sport beleven.
Werplood en dobber zijn niet nodig. Door de vorm van de Spoon zal deze gaan waggelen (een snelle op en neer gaande beweging) wanneer hij door het water wordt gesleept. Door deze beweging zal de forel gelokt worden. Omdat de haak direct op de Spoon gemonteerd is zal de vis vaak bij de eerste aanbeet gehaakt worden.
Bij het forelvissen gebruik je altijd soepele zachte nylon lijn. Tijdens het forelvissen zijn er veel technieken waarbij actief gevist wordt en soepele lijnen dus een must zijn. De aanbeten van een forel zijn soms explosief en onder de dril mag de forel graag springen.
Springt er regelmatig een forel of zalmforel op, dan zijn de vissen aan het jagen. Dit betekent dat ze veel hoger in het water zitten.
Je hoeft geen vliegvisser te zijn om op zalm te vissen. Met kunstaas in al zijn vormen is zalm vrij goed te vangen. Vaak is het in bepaalde omstandigheden zoals hoog water een van de beste methodes samen met aasvissen. Een kunstaashengel met een lengte tussen de 2.4 en 3m is bruikbaar in de meeste omstandigheden.
Bij het forelvissen pas je je lood aan op het gewicht van je dobber, op forelvijvers hoef je vaak niet ver te werpen om vis te vangen. Een combinatie van een 3 grams dobber met een 3 grams loodje is meestal al meer dan genoeg. In de zomerse dagen zit de vis vaak heel hoog en vis ik zelfs met 1 of 2 grams combinaties.
Houd de vis aan de kop vast met je linkerhand met de rug naar je toe. Maak langs de kieuw een insnede naar de kop toe en draai je mes een kwartslag, houd het mes bijna horizontaal en goed met de zijkant op de graat. Snijd in één beweging de filet eraf.
Vissen met een stuitje op de lijn
Op diep water kiezen matchvissers graag voor een schuivende dobber, deze worden ook wel sliders genoemd. Deze schuifdobbers laat je vrij over de lijn glijden, totdat een stuitje hem op de gewenste diepte tegenhoudt. Dit stuitje kan je maken van nylon of van ander draad.
Bij een schuivende dobbermontage is het echter mogelijk in iedere waterdiepte te vissen. Bij de schuivende dobbermontage glijdt de lijn vrij door de geleideringen van de dobber. De dobber wordt gestopt door een stopper die op de lijn bevestigd zit, naar de haak toe wordt de dobber als laatste gestopt door de wartel.
De forel (Oncorhynchus mykiss) is een zoetwatervis, die familie is van de zalm. In het wild leven ze gewoonlijk in sterk stromend en helder water. Forel is hoofdzakelijk een carnivoor. In de natuur voedt hij zich met wormen, insecten en soms met kleine visjes.
Rijg de eerste wasmot in de volledige lengte tot over de bled van de haak. Begin bij een wasmot of een meelworm direct onder de kop, hier zit het zachtste gedeelte. Voor het aanbrengen van een tweede wasmot of meelworm begin je op hetzelfde punt maar nu laat je de haakpunt net voorbij de pootjes naar buiten komen.
Kenmerken. Deze vis heeft een grijsgroen lichaam op de rug, geelgrijs aan de zijkanten met rode en zwarte vlekken en een witgrijze buikzijde. De vetvin bevindt zich ver aan de achterkant. De bek is bezet met kleine tanden.
Pluggen als forel kunstaas
Het beste zijn kleine plugjes die een felle zwemactie hebben. Omdat de kunstaas plugjes klein moeten zijn vallen tweedelige plugjes eigenlijk af. Eendelige plugjes zijn dus een goede keuze. Afhankelijk van het water waar je in vist kan je ondiep of diep lopende plugjes gebruiken.