Migratie en mobiliteit van mensen moet beter en veiliger georganiseerd worden. Ook moet er een einde komen aan discriminerende wetten en praktijken die ongelijkheid alleen maar groter maken. Iedereen moet gelijke kansen hebben en betrokken worden bij alle sociale, economische en politieke aspecten van de maatschappij.
In Nederland is het zo dat de overheid maatregelen neemt om inkomensverschillen tussen mensen te verkleinen. Dit gebeurt door premies en belasting die betaald moeten worden en uitkeringen en toeslagen die ontvangen worden.
Ongelijkheid is volgens hen slecht voor de gezondheid, zorgt voor meer geweld, meer criminaliteit, meer tienerzwangerschappen, meer obesitas, meer depressies, meer wantrouwen, meer kindersterfte, meer stress en minder sociale mobiliteit. Ongelijkheid is niet alleen slecht voor arm, maar ook voor rijk.
Sociale ongelijkheid uit zich voornamelijk door de ongelijke verdeling in een maatschappij op gebied van status, macht, inkomen en vermogen, kennis, maatschappelijke positie en leefstijl. Door deze ongelijke verdeling kunnen er duidelijke sociale verschillen bestaan tussen burgers in een maatschappij.
Het is belangrijk om in de gaten te houden of kansengelijkheid in het onderwijs niet wordt belemmerd door bepaalde zaken. Zo moeten leraren soms wat extra aandacht kunnen geven aan leerlingen, of iets langer de tijd voor ze nemen. Scholen moeten niet tegengehouden worden om deze tijd of aandacht te bieden.
Ongelijkheid prikkelt enerzijds om een stapje extra te zetten om hoger te reiken op de maatschappelijke ladder, maar teveel ongelijkheid kan ook ontwrichtend werken en kan de economische groei en sociale cohesie verminderen.
Sociale ongelijkheid voorbeelden
Een veelvoorkomende vorm van sociale ongelijkheid ontstaat door de plek waar iemand opgroeit. Deze plek bepaald als het ware al deels de kans op een welvarend leven. Een ander voorbeeld van sociale ongelijkheid is het verband tussen de inkomenspositie van kinderen en dat van hun ouders.
Voorbeelden: Ongelijke machtsverdeling: mensen met meer macht hebben meer hulpbronnen zoals geld en connecties. Ongelijke verdeling van bezit (schaarse en hooggewaardeerde zaken): verschillen in kennis en vermogen (geld) Mensen met een hogere status worden anders behandeld dan mensen met een lagere status (minder luxe)
In het kort
- Kansengelijkheid in het onderwijs heeft op de lange termijn consequenties voor kinderen en het optimaal benutten van talent. - De coronapandemie heeft de sociaal-economische ongelijkheid in Nederland vergroot, waarbij vooral kwetsbare burgers hun kansen hebben zien dalen.
Verschillen tussen leerlingen uit lagere en hogere sociale milieus zijn substantieel, en blijken in deze periode nauwelijks te veranderen. Dit contrasteert duidelijk met het beeld van een snel groeiende ongelijkheid in het Nederlandse onderwijs dat de laatste jaren is ontstaan.
economische ongelijkheid, verschillen in bezit en inkomen. affectieve ongelijkheid, verschillen in mogelijkheden om mensen aan zich te binden.
Hoe groot de inkomensongelijkheid is kun je aflezen in de Lorenz-curve. Hierin kun je aflezen hoeveel van het verdiende inkomen in een land naar het armste en hoeveel naar het rijkste gedeelte van de bevolking gaat. De gini-coëfficiënt geeft vervolgens aan hoeveel ongelijkheid er is in een land.
In Bulgarije is de inkomensongelijkheid het grootst met een Ginicoëfficiënt van 0,40 en een ratio 80/20 van 8,2. Dit laatste betekent dat de 20 procent hoogste inkomens over ruim 8 keer zo veel inkomen beschikken als de 20 procent laagste inkomens.
De armoede uit zich onder meer in (zeer) beperkte financiële middelen, sociale uitsluiting, gezondheidsproblematiek en beperkte toegang tot onderwijs. In 2020 leefden ruim 900.000 mensen in een huishouden onder de lage-inkomensgrens, van wie 376.000 al ten minste vier jaar achtereen.
Regionale ongelijkheid is de ongelijkheid tussen verschillende regio's binnen een land. Regionale ongelijkheid wordt vaak weergeven door middel van kaarten met de deelgebieden van een land. De deelgebieden hebben dan vaak een kleur die het bruto regionaal product weergeven in vergelijking met elkaar.
Je plek op de maatschappelijke ladder, bepaald door macht, status en inkomen. Zo staan bovenaan de maatschappelijke ladder beroepen als artsen, advocaten en directeuren, terwijl meer onderaan de maatschappelijke ladder beroepen staan als vakkenvullers, schoonmakers en vuilnismannen.
Grote verschillen in welvaart tussen groepen mensen noemen we sociale ongelijkheid. In Brazilië verdienen de meeste mensen in het zuidoosten prima, maar het noordoosten is even arm als veel gebieden in Afrika. Wanneer er tussen gebieden grote verschillen zijn in welvaart, dan noem je dat regionale ongelijkheid.
De ongelijkheid tussen het totaal van individuele bezittingen (de individuele vermogens); het verschil in (financieel) vermogen tussen verschillende groepen mensen in de samenleving. Als dat verschil relatief groot is wordt ook wel gesproken van een vermogenskloof.
'Sociale cohesie gaat om zaken als sociale steun, wederkerigheid, wederzijds respect en de verbondenheid binnen en tussen groepen. In een individualistische maatschappij als de onze blijven dergelijke onderwerpen te vaak onderbelicht.
Sociale ongelijkheid is de ongelijkheid tussen verschillende bevolkingsgroepen binnen een land. Met sociale ongelijkheid kan worden gekeken of de welvaart in een land wel eerlijk over de mensen is verdeeld. Vaak wordt dit een model afgebeeld, een Lorenzcurve.
zien dat landen met minder ongelijkheid een hogere, duurzame groei kennen. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) opperde. hier in juni een aantal verklaringen voor. Zo consumeren rijke mensen een kleiner deel van hun inkomen, wat slecht is voor de werkgelegenheid.
Ongelijke onderwijskansen zijn het resultaat van een cumulatief proces dat begint op jonge leeftijd en doorloopt tot in het hoger onderwijs. Uiteindelijk leidt dit tot aanzienlijke verschillen in opleidingsniveau voor leerlingen uit meer en minder kansrijke milieus.
Arm betekent dat je niet rijk bent. Je hebt dan weinig geld. Als je rijk bent heb je juist genoeg geld om goed van te kunnen leven. In Europa is er een kloof tussen arm en rijk binnen de verschillende landen.