Door jezelf vlak voor je presentatie een minuut of 2 letterlijk zo groot mogelijk te maken (bijvoorbeeld op het toilet), maakt je lichaam testosteron aan en verlaagt het cortisol-gehalte. Dat zorgt ervoor dat je je zekerder voelt van jezelf. En als je je zekerder voelt van jezelf, heb je minder last van zenuwen.
En het gebrek aan zelfvertrouwen zorgt er weer voor dat je niet durft te presenteren. Een lastige vicieuze cirkel. Opvallend is dat mensen met spreekangst zichzelf heel erg klein maken. Welke grote prestaties ze ook leveren, in hun ogen stelt het niets voor omdat ze juist het presenteren vermijden.
Presentatieangst kan verschillende oorzaken hebben. Onzeker zijn over zichzelf, verlegen zijn, nare ervaringen tijdens eerdere presentaties of er moeite mee hebben zich te uiten, zijn de meest voorkomende redenen van spreekangst. Vaak ben je bang dat er van alles mis gaat.
Het enige dat je moet weten: ben je een snelle, gemiddelde of langzame spreker. Bij toespraken spreken we in Nederland zo'n 130 woorden per minuut. Een snelle spreker haalt 160 woorden per minuut bij presentaties. Wil je helemaal op safe spelen kies dan voor de langzame snelheid van 100 woorden per minuut.
Spreekangst wordt ook wel 'Glossophobia' genoemd en komt volgens onderzoek voor bij 75% van de sprekers. Recent onderzoek wees zelfs uit dat er meer mensen bang zijn om voor publiek te spreken, dan dat ze bang zijn voor slangen.
Als je spreekangst hebt, uit zich dat onder meer in een trillende, onvaste stem en bijvoorbeeld ademtekort. TIP: Spreek harder dan je gewend bent. Eindig je zinnen laag of zacht.
Het kan voortkomen uit negatieve ervaringen in het verleden. Voorbeelden zijn een vernederende ervaring tijdens een presentatie, kritiek van anderen of het gevoel van beoordeeld te worden. Ook kunnen bepaalde persoonlijkheidskenmerken bijdragen aan het ontstaan van spreekangst.
Kijk de mensen aan op een open manier en blijf het oogcontact houden tijdens de hele presentatie. Heel wat sprekers weten niet goed waar ze met hun handen moeten blijven bij een presentatie. Ze vouwen de handen in elkaar wat een gesloten houding geeft en ze houterig of afstandelijk overkomen.
Wereldwijd heeft tussen de 40% en 60% van de mensen last van glossofobie: angst voor spreken in het openbaar. Het is een van de grootste angsten die mensen hebben.
Als je jezelf hebt voorgesteld kun je vertellen waar je je dagelijks mee bezig houdt. Benoem bijvoorbeeld de corebusiness van het bedrijf waar je voor werkt, wat jouw rol binnen het bedrijf is, voor welke opdrachtgevers je werkt en wat je werkzaamheden inhouden.
Het gemiddelde aantal woorden per minuut in Nederland is 130. Dat is dus iets meer dan twee woorden per seconde. Voor 10 minuten presenteren in een gemiddeld tempo heb je 1300 woorden nodig.
Bij toespraken spreken we in Nederland* zo'n 130 woorden per minuut. Een snelle spreker haalt 160 woorden per minuut bij presentaties. Wil je helemaal op safe spelen kies dan voor de langzame snelheid van 100 woorden per minuut. *De Engelse taal kent kortere woorden: het gemiddelde spreektempo ligt hier 10-15% hoger.
Glossofobie, lalofobie, plankenkoorts of spreekangst is de angst voor spreken in het openbaar. Het woord glossofobie is afgeleid van het Griekse γλῶσσα glōssa, wat tong betekent, en φόβος fobo's, angst of vrees.
De voorbereiding van een korte presentatie
Dat kun je testen door gedurende 1 minuut een tekst voor te lezen. Als je rond de 120 woorden uitkomt, ben je een gemiddelde spreker. Neig je naar de 100 woorden per minuut dan ben je een langzame spreker. Vanaf 130 tot 140 woorden mag je jezelf rekenen tot de snelle sprekers.
U heeft een gemiddelde leessnelheid. De geschreven toespraak bevat 650 woorden. Uw toespraak zal dan 650/130 = 5 minuten duren.
Daarom zijn deskundigen het er over eens dat zo'n 20 minuten een goede lengte voor een presentatie of lezing is. Langere presentaties kunnen uiteraard wel, maar als je ze niet goed inricht, leveren ze niet meer op.