De Wiskunde B-dag Vlaanderen is een wedstrijd, gezamenlijk georganiseerd door UAntwerpen en KULeuven. De wedstrijd daagt leraren en leerlingen uit het secundair onderwijs uit om op een onderzoekende en creatieve manier met wiskunde om te gaan.
In wiskunde B wordt er veel gewerkt met functies en formules, zoals manipuleren, differentiëren en integreren.Ook de meetkunde en goniometrische functies worden behandeld.In wiskunde B zit geen statistiek. Wiskunde B is vooral handig voor vervolgopleidingen in de sectoren Techniek en Natuur & milieu.
Het Wiskunde B eindexamen HAVO
Op het eindexamen moet je de eigenschappen van standaardfuncties kennen, grafieken kunnen interpreteren en vergelijkingen kunnen oplossen. Ook wordt verwacht dat je met evenredigheidsverbanden en periodieke functies kunt rekenen.
Wiskunde B is wat moeilijker. Het is vooral bedoeld voor wie graag wiskunde deed in de onderbouw en het ook goed kon. Het is een keuzevak, behalve voor scholieren die het profiel Natuur en Techniek kiezen.
Het vak wiskunde B is het meest geschikt voor scholieren die een bèta vervolgstudie willen gaan volgen zoals natuurkunde, econometrie of biologie. Binnen wiskunde B werk je vooral veel met grafieken en algebra.
Wiskunde B is abstracter dan wiskunde A en de meeste leerlingen vinden wiskunde B moeilijker dan wiskunde A.
Zowel wiskunde A als B geven toegang. Ook met een einddiploma van HBO of WO word je toegelaten. Je moet dan de vakken natuurkunde, scheikunde, biologie en wiskunde op VWO-niveau hebben afgerond. Een VWO-diploma oude stijl geeft geen toelatingsrecht meer.
Statistiek is daarbij belangrijk. Volgens vele leerlingen wordt wiskunde B als moeilijker ervaren. Dit komt waarschijnlijk doordat wiskunde B abstracter is dan A. Wiskunde B legt meer nadruk op de exacte wetenschappen.
Op het moment dat je een keuze gaat maken tussen wiskunde A en B, dan moet je bij het maken van die keuze vooral kijken naar hoe goed je bent in wiskunde. Of je nou op de havo of op het vwo zit, wiskunde A kan je op beide niveaus kiezen.
Als moeilijkste examens werden de vakken wiskunde en natuurkunde het meest genoemd, op de voet gevolgd door economie, Nederlands en geschiedenis. Het examen Engels werd massaal als makkelijkste examen verkozen, maar ook wiskunde en Duits werden hier genoemd.
Havo wiskunde B is abstracter dan havo wiskunde A. Vergelijkingen, func es, grafieken, formules, algebra, meetkunde en goniometrie (sinus, cosinus, tangens) komen allemaal voor bij Havo wiskunde B. Ook hier gebruik je de grafische rekenmachine, maar je moet ook veel vergelijkingen zonder GR berekenen.
Het niveau van wiskunde bij technische hbo-opleidingen blijkt voor nieuwe studenten die wiskunde B hebben gehad in sommige gevallen hoog te liggen. Dit geldt zeker als je alleen wiskunde A hebt gehad tijdens je vooropleiding. Dat betekent dat je soms extra moet oefenen om een goed resultaat te behalen.
Wiskunde op school
Op de havo en het vwo is wiskunde een kernvak in de onderbouw. Voor je profiel heb je de keuze uit de varianten A en B. Op de havo en het vwo kun je bij het profiel N&T wiskunde D als profielkeuzevak toevoegen. Op het vwo is er nog wiskunde C als profielkeuzevak bij het vak C&M.
Verschil opleidingen
Technische Wiskunde/Technische Natuurkunde is in principe niet moeilijker of makkelijker dan 'gewone' Wiskunde/Natuurkunde.
Bij het vak Wiskunde D ben je bezig met het wiskundige gereedschap dat belangrijk is voor je vervolgopleiding. Je hebt daardoor voordeel bij exacte en technische studies, maar ook bij bijvoorbeeld economie, econometrie en studies in de gezondheidswetenschappen.
"Het wiskunde B-eindexamen was vrij lastig. In mijn aantekeningen heb ik vaak opgeschreven dat een vraag verrassend was of dat de vraag niet vaak voorkomt. Aan het begin viel het mee, de eerste twee vragen waren prima, maar vanaf vraag 3 tot en met 16 dacht ik wel: jeetje, waar gaat dit heen.
Algebra is de tak van de wiskunde die de betrekkingen van door letters en tekens aangeduide grootheden onderzoekt. In de algebra worden getallen voorgesteld door letters en bestaan er allerlei regels die zeggen hoe je met die letters moet rekenen.
Het VWO-vak wiskunde C is bestemd voor studenten met het profiel Gedrag en Maatschappij. Het vak lijkt op wiskunde A (kansrekening, statistiek, functies en grafieken), maar omvat ook een deel ruimtemeetkunde.
Voor een natuurwetenschappelijke of technische opleiding is wiskunde B het meest geschikt.Als je een economische of sociale opleiding gaat doen dan kun je beter wiskunde a kiezen. In de A richting krijg je statistiek en de meeste leerlingen vinden Wiskunde A makkelijker, er zitten minder formules in en het is taliger.
Wat veel mensen vergeten, is dat rekenkunde geen aangeboren vaardigheid is. Haast iedereen kan goed worden in wiskunde, maar het zit 'm vooral in het oefenen en verbanden kunnen leggen. Het oplossen van wiskundige sommen gaat de een beter af dan de ander, maar dit betekent niet dat je nooit beter kunt worden.
Wiskunde D is bedoeld voor leerlingen op het HAVO en VWO in de natuurprofielen (Natuur & Gezondheid en Natuur & Techniek) die een exacte (technische) studie gaan volgen. Voorwaarde is dat de leerlingen Wiskunde B volgen. Het vak kan aangeboden worden als profielkeuzevak in het NT-profiel.
Als je een NG-profiel of een NT-profiel met natuurkunde kiest of het als keuzevak gaat doen moet je daarbij ook wiskunde doen. Bij een NT-profiel is dit altijd wiskunde B maar bij andere profielen kun je kiezen of je wiskunde A of wiskunde B kiest.
Momenteel is wiskunde verplicht voor een bachelor hbo-communicatie. Voor studiejaar 2020-2021 wordt de wiskunde-eis zeer waarschijnlijk afgeschaft. Het omgekeerde kan ook gebeuren: opleidingen kunnen besluiten voortaan een bepaalde eis te stellen.
Je kunt een hbo-opleiding volgen als je een havo-, vwo- of mbo-4-diploma hebt (of een gelijkwaardig diploma). . De toelatingseisen voor de opleiding Facility Management zijn gewijzigd; met ingang van het studiejaar 2023-2024 zijn de vakken economie, M&O/BE, wiskunde A of wiskunde B niet meer vereist.
Wiskunde A op havo-niveau richt zich vooral op statistiek en toegepaste analyse. Kansberekening komt daar bij wiskunde A op vwo-niveau nog bij. In een groot aantal gevallen mag je gebruik maken van je grafische rekenmachine. Bij wiskunde B op havo-niveau en op vwo-niveau komen meer theoretische vraagstukken aan bod.