Vloeiende intelligentie: vaardigheid om te redeneren en probleemoplossend te denken bij niet-aangeleerde taken – je moet er niets voor op school (of van je moeder) geleerd hebben. Kwantitatieve kennis: de vaardigheid om begrippen van hoeveelheid en hun onderling verband te begrijpen en met getalsymbolen om te gaan.
Gekristalliseerde intelligentie is de intelligentie die te maken heeft met kennis door eerder opgedane ervaringen, terwijl bij vloeibare intelligentie het vooral gaat om abstract redeneren en het oplossen van nieuwe problemen, los van eerder geleerde kennis.
GF of de FRI staat voor de fluïde redeneren index, de vloeiende intelligentie. Hieronder verstaan we het vermogen tot abstract redeneren, het zien van onderliggende conceptuele relaties tussen visuele objecten en het redeneren op basis van het identificeren en toepassen van regels.
Fluid Redeneren Index (FRI): De Fluid Redeneren Index betreft het kunnen oplossen van nieuwe onbekende problemen. Het gaat hierbij om inzicht, logisch redeneren en het leggen van verbanden. De FRI wordt berekend op basis van de subtests Matrix Redeneren en Gewichten.
Gq: kwantitatieve kennis is het redeneren met rekenkundige informatie. Er is een sterk verband met het fluïde redeneren en wordt daarom vaak samengenomen met Gf. Gc: gekristalliseerde intelligentie omvat de breedte en diepte van iemands verworven kennis binnen een cultuur en het kunnen toepassen van die kennis.
lager dan 80 LWOO of praktijkonderwijs 80 t/m 90 vmbo bbl of vmbo bbl/kbl 90 t/m 100 vmbo kbl of vmbo kbl/tl 100 t/m 105 vmbo-tl of vmbo-tl/havo 105 t/m 110 vmbo tl/havo 110 t/m 115 havo vanaf 115 havo/vwo vanaf 130 vwo (gymnasium, TTO etc.)
De afname van de test duurt 2 tot 2,5 uur.
De verwerkingssnelheid is de tijd die nodig is om een cognitieve taak uit te voeren of de hoeveelheid werk die in een bepaalde tijd kan worden afgemaakt. Simpel gezegd: de verwerkingssnelheid gaat over de tijd hoe lang het duurt om iets te doen.
Problemen met de verwerkingssnelheid moeten worden vastgesteld door een professional (zoals een orthopedagoog) aan de hand van psychologisch onderzoek. Met bijvoorbeeld een intelligentietest kan de verwerkingssnelheid gemeten worden. Uit het onderzoek kan dan ook blijken of er sprake is van een onderliggend probleem.
Visueel-ruimtelijke intelligentie verwijst naar het vermogen om van de wereld van de ruimte een innerlijke voorstelling te maken. In de praktijk gebeurt dit bijvoorbeeld door piloten die navigeren door de grote wereld van de ruimte.
Trage 'verwerkingssnelheid' wordt veelal gedefinieerd als een langzamere tijd die het een kind kost om informatie waar te nemen, te verwerken en op te reageren. Het wordt als een basale maat beschouwd die onderliggend is aan complexere cognitieve processen.
Je doet wat puzzeltjes en rekensommen, en vervolgens wordt beoordeeld hoeveel je er goed hebt binnen de tijd. Daarbij gaat het vooral om ruimtelijk inzicht en logisch kunnen redeneren. Het resultaat daarvan wordt omgerekend naar een IQ-score.
Om het totaal IQ te berekenen zijn 7 vaste subtesten nodig. Met deze 7 subtesten kunnen ook de indexen 'verbaal begrip' en 'fluide redeneren' worden berekend. De overige subtesten zijn optioneel. Het is afhankelijk van de hulpvraag welke subtesten worden afgenomen en welke indexen berekend worden.
Praktische intelligentie verwijst naar hoe competent iemand is in de voor hem of haar alledaagse situaties; bijvoorbeeld in welke mate iemand oplossingen vindt voor alledaagse problemen op het werk of thuis.
'Crystallized intelligence' betreft het vermogen om verworven kennis, vaardigheden en ervaring te gebruiken. Deze vorm van intelligentie neemt in principe toe naarmate iemand ouder wordt (mits sprake van scholing en stimulerende omgeving) en komt o.a. tot uiting in algemene kennis en woordenschat.
In de wetenschap wordt er een pittige discussie over gevoerd. De Britse wetenschapper Charles Spearman nam de positie in dat er slechts één algemene intelligentiefactor is (ook wel de G-factor genoemd, naar de G van General Intelligence) waarop alle cognitieve vaardigheden zijn terug te voeren.
Heeft een kind moeite met concentreren, met het uitvoeren van complexere taken, dan kan er sprake zijn van een zwak werkgeheugen. Het kost deze kinderen veel inspanning om meer dan twee dingen tegelijk te doen. Lange zinnen kunnen ze maar moeilijk onthouden. Ontzettend vervelend voor kinderen.
De basis van verbeteren van verwerkingssnelheid is metacognitieve strategieën ontwikkelen. De sleutel tot verbetering van verwerkingssnelheid bestaat uit het steviger maken van verbindingen in de hersenen, waardoor de signalen sneller naar elkaar reizen.
Het werkgeheugen is namelijk een belangrijk onderdeel van je IQ. Het werkgeheugen is de vaardigheid om informatie in het geheugen te houden bij het uitvoeren van complexe taken.
Aanvullend heeft de test betrekking op visueel detail en werkgeheugen. Gewichten is een nieuwe subtest in de WISC, bewerkt vanuit de WAIS-IV. Het kind krijgt een weegschaal te zien met een of meer ontbrekende gewichten en krijgt een bepaalde tijd om het antwoord te selecteren waarmee de schaal in evenwicht blijft.
Executieve functies stellen ons in staat om taken goed uit te voeren. Het zijn vaardigheden zoals: doelen stellen, plannen, organiseren, prioriteiten stellen, enz. Verwerkingssnelheid is geen ander woord voor executieve functies, maar het is een belangrijke executieve functievaardigheid.
Hoe ziet een intelligentietest eruit? Bij een intelligentietest worden er verschillende testen afgenomen. Een IQ-test kijkt naar verschillende domeinen, bijvoorbeeld het verbaal begrip, het visueel ruimtelijk functioneren, het werkgeheugen en de verwerkingssnelheid.
Hoe duur is een IQ-test? ,,Alleen een IQ-meting kost rond de 500 euro. Met uitgebreid intelligentieonderzoek en uitgebreide analyse van de resultaten zit je al snel over de 1000 euro. Dat geeft wel veel meer informatie.
Er zijn veel verschillende redenen om een intelligentietest te laten uitvoeren. Meestal kan dit worden uitgevoerd bij kinderen vanaf 6 jaar. Er kan bijvoorbeeld gekeken worden of het schoolniveau aansluit bij de intelligentie van een kind. Maar iemand kan ook op latere leeftijd tegen bepaalde problemen aanlopen.