Als hoofdschakelaar werd vaak een of meer aardlekschakelaars gebruikt.Sinds 2005 mag dit dus niet meer en moet je altijd een hoofdschakelaar in je groepenkast plaatsen. Een groepenkast moet namelijk in één handeling uitgeschakeld kunnen worden met een daarvoor geschikt component, dus met een hoofdschakelaar.
Met een hoofdschakelaar in de meterkast is het mogelijk om alle elektrische apparaten in huis in een keer uit te schakelen. Het voornaamste doel van dit onderdeel is het reguleren van het stroomnetwerk binnen uw woning. Hiermee staat de hoofdschakelaar boven de schakelaar van de verschillende groepen in huis.
Een hoofdschakelaar is sinds 1 september 2005 verplicht in elke groepenkast voor woningen waarvan de bouwvergunning na deze datum is afgegeven. Ook indien er ingrijpende aanpassingen worden aan oudere installaties is een hoofdschakelaar verplicht.
De hoofdschakelaar is in de meeste gevallen makkelijk te herkennen. Het ziet eruit als een grote zwarte knop die je niet gelijk kan omdraaien.
Een aardlekschakelaar is voorzien van een test-knop, dit is een knop op de aardlekschakelaar met de letter “T”. Wanneer u uw aardlekschakelaar gaat testen, dient u er eerst voor te zorgen dat de aangesloten installaties uitgeschakeld zijn.
Als een groepenkast is voorzien van een aardlekschakelaar dan zal deze bij kortsluiting, overbelasting of hoge lekstroom het complete elektriciteitsnet in huis uitschakelen. Dat is natuurlijk heel veilig. Er kan daardoor geen verdere schade aan het netwerk en aan elektrische apparatuur ontstaan.
Een aardlekschakelaar is niet verplicht wanneer een contactdoos bedoeld is voor een specifiek apparaat en daardoor minder goed bereikbaar is. Denk dan aan een apparaat dat min of meer vast is opgesteld of niet eenvoudig verplaatst kan worden door een flink gewicht of het ontbreken van een draagbeugel.
Verschillende soorten hoofdschakelaars
Een hoofdschakelaar van 40 Ampere in een groepenkast is ruim voldoende als deze achter een 1-fase hoofdaansluiting met een capaciteit van 1x 25 of 1x 35 Ampere of bij een 3-fase hoofdaansluiting van 3x 25 Ampere van de netbeerder zijn aangesloten.
Schakel de hoofdschakelaar niet uit terwijl de aan/uit-indicator brandt of knippert. Als u dit doet, dan kunnen de harde schijf en het geheugen beschadigd worden en kunnen er storingen optreden. Schakel de schakelaar uit voordat u de stekker uit het stopcontact haalt.
De aardlekschakelaar voor een PV installatie is niet verplicht, mits er aan de NEN1010 voor bijvoorbeeld de uitschakeltijden van de installatie wordt voldaan.
Bij huisinstallaties mogen maximaal vier groepen achter één aardlekschakelaar zijn aangesloten. Een hoofdschakelaar is verplicht in woningen waarvan de bouwvergunning na 1 september 2005 is afgegeven en bij installaties die na deze datum significant zijn gewijzigd.
Waar zit de hoofdschakelaar? In een woonhuis bevindt de hoofdschakelaar zich in de groepenkast die in de meterkast is gemonteerd. Vaak is de hoofdschakelaar vlakbij de elektriciteitsmeter gemonteerd.
Per aardlekschakelaar (2-polig) mogen er maximaal vier groepen worden aangesloten. Wanneer u een groepenkast bestelt, moet u rekening houden met het feit dat de installatiegroepen gelijkmatig verdeeld zijn over de aardlekschakelaars én dat u maximaal vier groepen aansluit op een aardlekschakelaar.
Dit kan verschillende oorzaken hebben. Zo kan bedrading versleten zijn, een stopcontact kortsluiting geven, de hoofdzekering kapot zijn of een algehele stroomstoring bij de aanbieder zijn.
Dit doe je als volgt: Schakel alle zekeringen uit en schakel de uitgevallen differentieel terug in. Schakel daarna één voor één op een rustig tempo de zekeringen terug in. Vanaf het moment dat je een zekering inschakelt en de differentieelschakelaar opnieuw springt, dan weet je dat de fout achter deze zekering zit.
Een 2-polige werkschakelaar wordt gebruikt voor de 1 fase. Een 2-polige werkschakelaar is geschikt voor een machine met één nuldraad en één fasedraad. Een 4-polige werkschakelaar is geschikt voor machines die voorzien worden van krachtstroom. De 4-polige werkschakelaar wordt gebruikt voor de 3 fase.
Echter bij het plaatsen van de slimme meter is ook de hoofdschakelaar verwijderd. Hierdoor is het niet meer mogelijk om ineens alle stroom in je huis te onderbreken, bijvoorbeeld bij waterschade of brand.
Specialist Elektra
Bij klauwklemmen mag je 2 draden van gelijke diameter zonder hulpmiddelen plaatsen. Bij soepele bedrading kan je een dubbele adereindhuls gebruiken om 2 geleiders samen te nemen tot 1 geleider.
Als u een 3-fasen groepenkast in uw meterkast heeft, staat er 3x220/230V of 380/400V op uw elektriciteitsmeter. Er komen in totaal ook vier draden - de drie fasedraden en de nuldraad - uit de onderkant van uw groepenkast.
U kunt ervan uit gaan dat u een 3 fase groepenkast heeft als er vier draden te zien zijn. Er mogen op een 1 fase groepenkast maximaal 12 groepen aangesloten worden. Per aardlekschakelaar is er een maximum van vier groepen toegestaan, zowel 2- als 4-polig.
Hoeveel groepen mogen maximaal in een groepenkast? Het aantal groepen in een 1 fase groepenkast is maximaal 12 groepen. Jouw type aansluiting kun je bijvoorbeeld nazien op de kilowattuurmeter. Vaak staat op de meter of het een 1 fase of een 3-fase meter betreft.
Hoofdzekering vervangen
Zoals gezegd is de hoofdzekering het domein van uw energie leverancier. Deze stoppen mag u niet zelf vervangen, dit dient te gebeuren door een erkend installateur of uw netbeheerder welke ook de kast waarin de hoofdzekering zich bevinden verzegeld.
Een kookgroep bestaat uit twee eindgroepen, samengevoegd tot 1 eindgroep, meestal beveiligd met 16A, die in 1 buis of in 1 kabel zijn ondergebracht. De kookgroep kan in zijn geheel worden geschakeld en gescheiden. Een 1 fase fornuisgroep zijn in feite 2 gekoppelde installatieautomaten, vaak 2x16A.
De aanwezigheid van aardlekschakelaars is in zowel nieuwe als gewijzigde huisinstallaties volgens de NEN 1010 sinds 1975 verplicht. Aardlekschakelaars worden dan ook veelal in de groepenkast opgenomen. Het is verstandig om uw aardlekschakelaar regelmatig te testen.
De 30mA aardlek van de eindgroep wordt uitgeschakeld, de 300mA selectieve aardlekschakelaar zal niet reageren en zorgt ervoor dat de rest van de installatie zal blijven functioneren. Er hoeft maar een ''selectief'' gedeelte worden uitgeschakeld.