Spraakapraxie is een spraakstoornis veroorzaakt door een hersenbeschadiging. Bij alle handelingen die u uitvoert (zoals aankleden, scheren, lopen, fietsen, spreken) gebruiken onze hersenen vaste schema's. Door deze schema's weet u in welke volgorde u een handeling moet uitvoeren.
Een verbale ontwikkelingsdyspraxie (VOD), ook wel spraak- ontwikkelingsdyspraxie (SOD) genoemd, is een (uit)spraakstoornis. Je kind ondervindt: moeite met het plannen, programmeren, coördineren en controleren van de spraakbewegingen (tong, lippen en kaken).
Kenmerken apraxie
niet of moeilijk uit jezelf met een handeling of activiteit kunnen beginnen. dingen in een verkeerde of omgekeerde volgorde doen, zoals sokken over je schoenen aantrekken. delen van een handeling vergeten, zoals je schoenen aantrekken zonder de veters te strikken.
Apraxie is een gevolg van een beroerte of hersenletsel. Van apraxie is sprake als het handelen niet meer doelmatig verloopt. Handelingen kunnen niet meer op de juiste manier worden uitgevoerd. De volgorde van de handelingen wordt door elkaar gehaald, of de persoon weet niet meer hoe hij deze handelingen moet uitvoeren.
De meest voorkomende oorzaak van apraxie is een CVA (cerebrovasculair accident), beter bekend als 'beroerte'. De oorzaak van een CVA is een onderbreking van de bloedvoorziening naar een deel van de hersenen. Deze onderbreking wordt veroorzaakt door een hersenbloeding of een herseninfarct.
Het meest opvallende kenmerk bij verbale apraxie is dat het bewust vormen van woorden en klanken gestoord is, terwijl het automatisch spreken beter verloopt. Het zijn hierbij niet altijd dezelfde woorden of klanken die problemen geven. U heeft moeite om het woord juist uit te spreken.
Dementie en moeite met praten en begrijpen van taal
Dementerende mensen maken kortere zinnen en vreemde zinsconstructies. Het is steeds moeilijker dingen onder woorden te brengen of te begrijpen wat anderen zeggen. Dan is er sprake van een taalstoornis, ook wel afasie genoemd.
De richtlijn neuropsychologische revalidatie vermeld dat apraxie, net als afasie, vaak voorkomt na een CVA aan de linkerkant van de hersenen.
Bijna altijd is er na het ontstaan van afasie enig spontaan herstel van de taal. Zelden of nooit is dat herstel volledig. Toch is er met veel oefenen, telkens weer proberen en volhouden vaak enige verbetering te verkrijgen.
Apraxie is het onvermogen om doelgerichte handelingen (bv. haar kammen, sokken aantrekken) uit te voeren. Deze kunnen willekeurig en/of aangeleerd zijn.
Bijna altijd is er na het ontstaan van afasie enig spontaan herstel van het taalvermogen, maar zelden of nooit is dat herstel volledig. Behandeling van afasie wordt uitgevoerd door een logopedist. Met veel oefenen is vaak nog verbetering mogelijk.
IDEATOIRE APRAXIE
Bij wassen en aankleden hebben wij van jongs af aan een bepaalde volgorde aangeleerd. Bij mensen met ideatoire apraxie, (de verstoorde volgorde hanteren) zie je dat iemand vergeet water in het koffiezetapparaat te doen of het hemd over de jurk heen aantrekt of twee broeken over elkaar heen.
Dysfasie is een neurologische stoornis in de spraak-taalontwikkeling: het kind begrijpt meestal veel meer van wat anderen zeggen dan het zelf kan zeggen. Dysfasie komt best vaak voor, ook de ernstige vormen.
Wat is DCD? Developmental Coordination Disorder of DCD is een coördinatie-ontwikkelingstoornis. Kinderen met DCD hebben een achterstand in de ontwikkeling van motorische vaardigheden en moeite met het coördineren van bewegingen.
Dysfatische ontwikkeling is een neurologische spraak-taalontwikkelingsstoornis waarbij het kind veel meer begrijpt van wat anderen zeggen, dan het zelf kan zeggen.
Bij een taalstoornis kan iemand zijn gedachten niet meer omzetten in woorden, zinnen en een verhaal; er kunnen problemen zijn met het begrijpen van gesproken en geschreven taal. Een spraakstoornis betreft alleen de spraak: woorden en zinnen worden niet goed of niet duidelijk uitgesproken.
Bij een dysartrie kan men de woorden en zinnen wel formuleren, maar worden ze niet goed en duidelijk uitgesproken. Ook het ademhalen kan bij een dysartrie bemoeilijkt worden en de stem kan anders klinken. De communicatie bij mensen met dysartrie is gestoord, omdat ze moeilijk te verstaan zijn.
Mensen met afasie ervaren problemen met taal in alle modaliteiten: spreken, begrijpen, lezen en schrijven.
Chronische stress beschadigt de hippocampus
Een verhoogde concentratie cortisol kan cellen verstoren of zelfs beschadigen. Chronische stress beschadigt de hippocampus, waardoor het cortisolniveau hoog blijft, zodat de hippocampus nog meer beschadigt – een vicieuze cirkel.
In alle fasen na het ontstaan van niet-aangeboren hersenletsel kan herstel optreden. In het eerste jaar na niet-aangeboren hersenletsel vindt meestal de revalidatiefase plaats. Hierin zie je de meeste grote verbeteringen, zowel bij zichtbare (lichamelijke) als onzichtbare klachten.
Het gevolg is overal schade en geheugenproblemen. Als het zuurstoftekort langer heeft geduurd, worden geheugenproblemen sterker en hebben getroffenen vaak afasie. Ze hebben dan problemen om woorden te vinden. Daarnaast zie je allerlei motorische afwijkingen, zoals trillen en/of verlammingen.
Maak oogcontact en let goed op non-verbale signalen (mimiek, intonatie, gebaren). Maak duidelijk waar het gesprek over gaat. Gebruik eventueel een tekening, afbeeldingen of foto's om het onderwerp te verduidelijken. Spreek rustig en in korte zinnen, benadruk de belangrijkste woorden uit een zin.
Afasie wordt veroorzaakt door een hersenbeschadiging. Het hersenletsel ontstaat plotseling, bijvoorbeeld door een beroerte of een trauma. Vaak is verbetering mogelijk. PPA ontstaat geleidelijk, en wordt steeds erger.
Risicofactoren. Primair progressieve afasie treedt voornamelijk op boven de leeftijd van 45 jaar. Er zijn enkele genetische oorzaken van gekend (mutaties van progranuline, MAPT of C9orf72 maar de meeste vormen zijn sporadisch, d.i. niet-familiaal.