De sonde wordt geplaatst met behulp van een endoscoop. Dit is een flexibele slang die via de mond in de maag wordt gebracht. De arts brengt via uw mond de gastroscoop naar de slokdarm, maag en twaalfvingerige darm. Op het moment dat de gastroscoop naar binnengaat, kan een kokhalsneiging ontstaan.
- Breng de sonde over de neusbodem in tot de keelholte wordt bereikt. Laat de zorgvrager nu slikken, eventueel met water indien toegestaan (zo nodig met een rietje), en breng de sonde verder in tot de vastgestelde lengte is bereikt. Als de zorgvrager niet kan slikken, laat dan het hoofd naar voren buigen.
Het inbrengen van de endoscoop doet geen pijn, maar kan wel als onprettig worden ervaren. Sommige mensen moeten kokhalzen. Boeren. Na de ingreep kun je hier mogelijk last van krijgen.
Met een speciale naald prikt de arts door de buikwand tot in de maag. Via deze naald wordt een draad in de maag gebracht. De draad wordt vastgepakt met een grijpertje aan het uiteinde van de gastroscoop. De gastroscoop wordt teruggevoerd en sleept nu het draadje mee naar buiten totdat het uit de mond komt.
Belangrijk: bepaal niet binnen een uur na het geven van voeding of medicatie de pH. Zorg dat er in de sonde geen voeding of medicatieresten zitten voordat u vocht opzuigt (zo nodig doorspuiten met 1-3 ml lucht, zodat de sonde vrij van voeding is).
De neusmaagsonde is een dun buigzaam slangetje. Een maag darm en leverarts plaatst die via de neus en slokdarm in de maag. Het materiaal van de sonde heet polyurethaan (PUR) en kan ongeveer 6 tot 8 weken blijven zitten.
Dit zijn voedingssondes die via een kleine, hiervoor gemaakte opening (fistel) door de buikwand in de maag zijn geplaatst. Het grootste verschil tussen de PRG- en de PEG-sonde is de manier van plaatsing. De PEG-sonde wordt met een kijkbuis via de slokdarm geplaatst.
Verzorging neus, mond en gebit
De neusmaagsonde gaat via de neus, door de slokdarm naar de maag. Doordat de maagsonde via de neus gaat, kan het neusslijmvlies geïrriteerd raken. Als dat het geval is, kunt u gebruikmaken van een vaselinezalf die u op de binnenkant van het neusgat kunt aanbrengen.
De eerste dagen na het inbrengen van de sonde voelt u deze steeds zitten. Vooral slikken geeft een vervelend gevoel. Meestal went u hier na een paar dagen aan. Om verstoppingen te voorkomen, is het belangrijk om de sonde frequent door te spuiten.
Een maagsonde is een slangetje dat via de neus of de mond door de slokdarm in de maag wordt ingebracht en dient meestal om sondevoeding te kunnen toedienen. Dit geldt vooral voor patiënten aan de beademing die vanwege het beademingsbuisje (tube) niet normaal kunnen eten en drinken.
Het is belangrijk de sonde goed open te houden. Om verstopping te voorkomen adviseren wij u het volgende: Spuit de sonde na elke portie sondevoeding door met lauw kraanwater. Spuit tijdens continue voeding de sonde iedere 4 uur per dag door met 20 ml lauw kraanwater.
Controle ligging neusmaagsonde
Controleer altijd eerst de ligging van de sonde na het inbrengen van de sonde en voordat u voeding of medicijnen toedient. Het kan zijn dat de sonde te diep of juist niet diep genoeg ligt. Ook kan uw kind de sonde er een stukje uit hebben getrokken of gehoest.
93% van de patiënten met sondevoeding had een passagestoornis van oesofagus of maag en 58% van de patiënten met PV had een ileus. De mediane overleving was 17 weken voor de patiënten met SV en 12 weken voor de patiënten met PV; 29% was overleden binnen 6 weken.
Inbrengen van de sonde
platte bedrust de patiënt in zijligging, om aspiratie tijdens inbrengen te voorkomen. Laat de patiënt indien nodig de neus snuiten. Bepaal door welk neusgat de patiënt het minst makkelijk ademt.
Sondevoeding geeft weinig ontlasting dus u kunt een ander ontlastingspatroon verwachten dan u gewend was. Voor een goede stoelgang en om verstopping te voorkomen is het belangrijk dat u per dag minimaal twee liter vocht gebruikt. U kunt dit voor uzelf nagaan door de hoeveelheid vocht van één dag bij te houden.
De diëtist en verpleegkundige vragen de sondevoeding en materialen voor het toedienen hiervan voor u aan. U of uw partner/familielid kan de sondevoeding zelf toedienen. Als dit niet mogelijk is, kunt u hiervoor thuiszorg aanvragen.
Sondevoeding bevat alle voedingsstoffen die je kind per dag nodig heeft, zoals eiwitten, koolhydraten, vetten, vitamines, mineralen en vocht. Dit zijn dezelfde hoeveelheden als middels de Schijf van Vijf wordt bereikt. Daarom valt sondevoeding binnen gezonde voeding.
Daarnaast is het belangrijk dat de sondevoeding op kamertemperatuur is en dat u uw toedieningsmaterialen, zoals spuiten en de pompset/toedieningssysteem iedere 24 uur vervangt. Verder kan diarree ontstaan doordat u te weinig vezels binnen krijgt. Mogelijk kan een sondevoeding met vezels de oplossing zijn.
Het voordeel van een PEG-sonde ten opzichte van een sonde door de neus, is dat deze onder de kleding zit en dus niet zichtbaar is. Verder is de sonde dikker, waardoor hij minder snel verstopt raakt. 3. Hoe gaat het plaatsen van een PEG-sonde in zijn werk?
Sondevoeding is dunne, vloeibare, volwaardige voeding die via een slangetje (sonde) rechtstreeks in de maag of de dunne darm (jejunum) kan worden toegediend. Het wordt gebruikt als volledige voeding of als aanvullende voeding. Sondevoeding wordt ook wel enterale voeding genoemd.
De eerste dagen na het inbrengen voelt u de sonde steeds zitten, vooral slikken geeft een vervelend gevoel. Na een paar dagen went u hieraan. Krijgt u andere klachten, overleg dan met de verpleegkundige van het voedingsteam wat er aan de hand kan zijn. hoe wordt de sondevoeding toegediend?
De bevestigingen van de neus-maagsonde worden losgemaakt en de sonde wordt afgeknikt uit de neus naar buiten getrokken. In plaats van gebruik van een kocher kan de sonde, om deze af te sluiten, geknikt worden.